Schrijftip 196: “Vogel” vs. “Gevogelte”
Ieder jaar rond Thanksgiving vraagt iemand me: “Wat is het verschil tussen ‘vogel’ en ‘gevogelte’?
“Fowl” komt van het Oud-Engelse woord fugel, dat verwant is aan het Latijnse woord flēogan, dat vliegen betekent. Lang geleden werd “fowl” gebruikt om vogels van welke soort dan ook aan te duiden, en dit gebruik sluipt vandaag de dag nog steeds rond; de meeste bronnen lijken het er echter over eens te zijn dat er een verschil is tussen deze twee woorden.
- “Fowl” wordt gebruikt om te verwijzen naar watervogels, zoals eenden, zwanen, en ganzen; wild gevogelte, zoals kalkoen of fazant; of gedomesticeerde boerenlandvogels zoals kippen. In de levensmiddelenindustrie wordt “gevogelte” vaak gebruikt om te verwijzen naar vogels die gewoonlijk worden gegeten of naar het vlees van deze vogels, op een manier die synoniem is met “gevogelte”.”
- “Vogels” zijn alle leden van de dierenklasse Aves. Ze zijn warmbloedig, leggen eieren, hebben veren en vliegen meestal.
Dus die Thanksgiving-kalkoen is zowel een gevogelte als een vogel, maar die zangvogel voor je raam is een vogel, hoogstwaarschijnlijk geen gevogelte. Tenzij je een zingende kip hebt, wat best cool zou zijn en misschien de inspiratie voor een nieuwe tekenfilm. De naam van die animatiefilm zou “Fowl” kunnen zijn, wat een leuke woordspeling zou zijn op het woord “foul”, wat waarschijnlijk een goede omschrijving zou zijn van de zangstem van het dier. (Voor meer details over dit paar, zie Get a Grip on Your Grammar).
Ik hoop dat dit het voor je oplost.
Leave a Reply