Voordarm

Volgende informatie: Ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel

De voordarm ontwikkelt zich uit een craniale regio van endoderm, ontstaan na de eerste cefhalocaudale plooiing van het embryo. Beginnend bij het stomodeum, vormt een snelle expansie van de primitieve darm de slokdarm, van waaruit de ademhalingsknop aftakt. Tijdens de vroege voordarmontwikkeling wordt de slokdarm aanzienlijk langer en bereikt hij zijn proportionele postnatale grootte. Tegelijkertijd begint de maag zich op asymmetrische wijze dorsaal en ventraal in de breedte uit te breiden. Deze asymmetrische uitzetting creëert twee krommingen, waarbij de ventrale zijde de kleinste kromming creëert en de dorsale zijde de grootste kromming. De uitdijende dorsale maagwand roteert dan op het transversale vlak, waardoor het caudale gedeelte naar boven wordt getrokken en het bovenste deel van de twaalfvingerige darm in een C-vorm wordt geduwd. Deze rotatie positioneert de linker nervus vagus anterior en de rechter nervus vagus posterior.

Terwijl de achter- en middenmaag alleen dorsaal aan de lichaamswand zijn gehecht door een plooi buikvlies, heeft de voormaag ook een ventrale aanhechting. De twee aanhechtingen worden gewoonlijk aangeduid als het dorsale mesogastrium en het ventrale mesogastrium.

Als de maag tijdens de vroege ontwikkeling draait, draaien het dorsale en ventrale mesenterium mee; deze draaiing produceert een ruimte anterior aan de uitdijende maag die de grotere zak wordt genoemd, en een ruimte posterior aan de maag die de kleinere zak wordt genoemd. Na deze rotatie wordt het dorsale mesenterium dunner en vormt het grote omentum, dat vastzit aan de grote kromming van de maag. Het ventrale mesenterium vormt het kleine omentum, dat vastzit aan de zich ontwikkelende lever. Bij de volwassene vormen deze bindweefselstructuren van omentum en mesenterium het buikvlies, dat fungeert als een isolerende en beschermende laag en tevens de organen voorziet van bloed- en lymfevaten en zenuwen. De arteriële toevoer naar al deze structuren is afkomstig van de coeliacale stam, en de veneuze afvoer geschiedt via het portale veneuze systeem. Lymfe van deze organen wordt afgevoerd naar de prevertebrale celiacale knopen bij de oorsprong van de arterie celiacus uit de aorta.

SignaalwegenEdit

In gewervelde dieren gaat de functionele differentiatie zelfs na de geboorte door, waarbij de transformatie in het volwassen fenotype plaatsvindt door epitheliale-mesenchymale overgang. Patroongebeurtenissen die de weefseldifferentiatie bij vertebraten bepalen zijn afhankelijk van verschillende hox genen, het morfogeen sonic hedgehog, en transcriptiefactoren zoals sox2 en sox9. Recent onderzoek heeft gesuggereerd dat de meeste misvormingen van het voorendarmkanaal te wijten zijn aan defecten in deze signaalwegen, waarbij muizen met een knock-out van het sonische egelgen fenotypes vertonen die vergelijkbaar zijn met die van patiënten met slokdarmatresie/stenose, tracheo-oesofageale fistels, en afwijkingen van de luchtwegen.

Leave a Reply