MacTutor

Biografie

Evelyn Boyd Granville’s familienaam was Boyd, dus groeide zij op als Evelyn Boyd. De naam Granville, waaronder zij nu bekend is, is de naam die zij aannam na haar tweede huwelijk, maar omwille van de eenvoud zullen wij in dit artikel naar haar verwijzen als Granville, zelfs vanaf haar kindertijd.
Evelyn Boyd Granville’s vader was William Boyd die verschillende banen had, waaronder die van conciërge, chauffeur en bode. Evelyn’s moeder was Julia Boyd; zij was secretaresse voor haar huwelijk maar stopte met werken om haar gezin groot te brengen. De Grote Depressie begon in 1929 toen Granville vijf jaar oud was, en in 1932 was een kwart van de arbeiders in de Verenigde Staten werkloos. Granville’s vader verkocht tijdens de Grote Depressie groenten vanuit een vrachtwagen en hoewel het gezin arm was, hadden ze altijd te eten en een huis.
William en Julia Boyd scheidden toen Granville nog jong was en samen met haar oudere zus die ongeveer anderhalf jaar ouder was, werd ze door haar moeder opgevoed in de Afro-Amerikaanse gemeenschap in Washington, D.C. Julia Boyd’s zuster speelde ook een grote rol in Granville’s opvoeding en, omdat zij meer academisch aangelegd was dan Granville’s moeder, beïnvloedde en stimuleerde zij Granville sterk in die richting. Na de scheiding van William Boyd ging Julia weer aan het werk om haar gezin te onderhouden en verdiende de kost als dienstmeisje. Uiteindelijk werkte zij voor het Bureau of Engraving and Printing in Washington als munt- en postzegelcontroleur. Julia’s zuster, die er niet in geslaagd was een onderwijspost te krijgen, kreeg ook een baan bij dezelfde organisatie.
Granville schreef :-

Als kind dat opgroeide in de jaren dertig in Washington, D.C., was ik me ervan bewust dat de segregatie veel beperkingen oplegde aan negers, …. Maar dagelijks kwam men in contact met negers die een plaats voor zichzelf hadden gemaakt in de maatschappij; we hoorden over en lazen over individuen wier prestaties bijdroegen aan het welzijn van alle mensen. Deze personen, mannen en vrouwen, dienden als onze rolmodellen; wij keken naar hen op en stelden ons doelen om zoals hen te worden. Wij aanvaardden onderwijs als het middel om boven de beperkingen uit te stijgen die een bevooroordeelde maatschappij ons trachtte op te leggen.

Granville bezocht de lagere school, de junior high school en de high school in Washington D.C. Zij was gelukkig op school en was een uitmuntende leerlinge. Vanaf die tijd ambieerde zij een loopbaan als onderwijzeres :-

Ik zag zwarte vrouwen – aantrekkelijke, goed geklede vrouwen – die les gaven op school, en ik wilde onderwijzeres worden, want dat was alles wat ik zag. Ik was me van geen ander beroep bewust.

De middelbare school waar ze naartoe ging was Dunbar High School. Het was een academisch georiënteerde school voor zwarte studenten die ernaar streefde hun leerlingen naar de topuniversiteiten te sturen en daar werd Granville sterk aangemoedigd door twee van haar wiskundeleraren Ulysses Basset en Mary Cromwell. Toen ze op de Dunbar High School zat, besloot ze dat ze na haar afstuderen verder wilde studeren aan het Smith College, maar ze realiseerde zich terdege dat haar moeder niet in staat was om haar financieel te ondersteunen tijdens haar studie :-

Ik kreeg het eerste jaar geen beurs en later werd mij verteld dat ze niet inzagen hoe een arm kind als ik het zich kon veroorloven om daarheen te gaan. … het eerste jaar, hielp mijn tante mijn moeder. Natuurlijk kreeg ik na het eerste jaar studiebeurzen. Ik woonde in een studentenhuis, werkte in de zomers, en ik was in staat om… Het was geen financiële last na het eerste jaar.

In feite gaven zowel Granville’s moeder als tante haar $500 om haar studie een jaar lang te financieren voordat ze de studiebeurzen won waarmee ze de rest van haar tijd op Smith College kon financieren. Het zomerwerk waarnaar zij in bovenstaand citaat verwijst was bij het National Bureau of Standards.
Toen zij in 1941 aan Smith College begon, studeerde Granville zowel Frans als wiskunde, maar hoewel zij van de taal genoot, vond zij de Franse literatuur niet haar ding en concentreerde zij zich al snel op wiskunde, theoretische natuurkunde en astronomie :-

Ik was gefascineerd door de studie van de astronomie en op een gegeven moment speelde ik met het idee om mijn hoofdvak naar dit onderwerp te veranderen. Als ik toen had geweten dat in de niet al te verre toekomst de Verenigde Staten hun ruimteprogramma zouden lanceren, en dat er bij de planning van ruimtemissies veel vraag naar astronomen zou zijn, was ik misschien astronoom geworden in plaats van wiskundige.

Onder haar leraren aan het Smith College was Neal McCoy, die een bijzondere voorstander was van vrouwelijke wiskundigen, misschien deels omdat zijn eigen zuster wiskundige was.
Granville studeerde in 1945 cum laude af en kreeg een beurs van de Smith Student Aid Society van het Smith College om te gaan studeren voor haar doctoraat. Zowel de Universiteit van Michigan als Yale University boden haar een plaats aan, maar alleen Yale was in staat de extra financiële steun te bieden die zij nodig had. Toen zij in de herfst van 1945 naar Yale kwam, begon zij onder supervisie van Hille met onderzoek op het gebied van functionele analyse. Zij schreef een proefschrift over Laguerre-reeksen in het complexe domein en in 1949, samen met Marjorie Lee Browne die in hetzelfde jaar aan de Universiteit van Michigan afstudeerde, werd zij een van de eerste zwarte Amerikaanse vrouwen die een doctoraat in de wiskunde behaalde. Na haar promotie aan Yale bracht Granville een postdoctoraal jaar door aan het New York University Institute of Mathematics, waar zij werkte aan differentiaalvergelijkingen met Fritz John. Helaas werd zij noch door Hille noch door John aangemoedigd om haar onderzoek in te dienen voor publicatie. Gedurende dit jaar gaf zij ook deeltijds les aan het departement wiskunde van de New York University. Na tevergeefs te hebben gesolliciteerd naar een docentschap aan het Polytechnic Institute of Brooklyn, aanvaardde zij een aanbod voor een universitair docentschap aan de Fisk University in Nashville, waar zij in 1950 aan de slag ging.

Murray schrijft:-

Op de keper beschouwd kon Granville – die van jongs af aan onderwijzeres wilde worden – echter niet akkoord gaan met de zeer beperkende voorwaarden waaronder zwarte vrouwen in het begin van de jaren vijftig academische functies konden bekleden. Toen ze haar opties overwoog, was het voor haar vanzelfsprekend om na te denken over de mogelijkheid van een baan bij de overheid. … In de lente van 1952 besloot Granville een overheidsbaan te zoeken en terug te keren naar Washington, D.C.

De baan die haar werd aangeboden bij het National Bureau of Standards gaf haar het dubbele van haar vorige academische salaris, zodat Granville :-

Het werk bestond uit het raadplegen van ordinantie-ingenieurs en wetenschappers over de wiskundige analyse van problemen met betrekking tot de ontwikkeling van raketlonten. … Ik ontmoette verschillende wiskundigen die in dienst waren … als computerprogrammeurs. In die tijd stond de ontwikkeling van elektronische computers nog in de kinderschoenen. De toepassing van computers op wetenschappelijke studies interesseerde me zeer, wat ertoe leidde dat ik een aanbod van International Business Machines Corporation serieus in overweging nam.

In december 1955 verliet Granville het National Bureau of Standards en ze begon in januari van het volgende jaar bij IBM te werken. Aanvankelijk werkte ze in Washington aan programma’s voor de IBM 650 computer, maar in 1957 verhuisde ze naar New York City om een post te aanvaarden als consultant voor numerieke analyse in het New York City Data Processing Center van de Service Bureau Corporation, dat deel uitmaakte van IBM. Toen het ruimtevaartprogramma van de Verenigde Staten snel op gang kwam, contracteerde de NASA IBM om software voor hen te schrijven. Granville was blij naar Washington D.C. terug te keren als lid van een team IBM wiskundigen :-

Ik kan zonder enige twijfel zeggen dat dit de interessantste baan van mijn leven was – lid zijn van een groep die verantwoordelijk was voor het schrijven van computerprogramma’s om de paden van voertuigen in de ruimte te volgen.

In november 1960 trouwde Granville (maar nam nog steeds niet de naam Granville aan, die de naam van haar tweede echtgenoot was) en verhuisde naar Los Angeles waar zij haar werk aan baanberekeningen voor het ruimtevaartprogramma voortzette bij de Space Technology Laboratories.
In 1967 liep Granville’s huwelijk stuk en keerde zij terug naar de academische wereld, waarbij zij een leerbaan aanvaardde aan de California State University in Los Angeles. Haar baan hield in dat zij lesgaf aan studenten en zij doceerde zowel numerieke analyse als computerprogrammering. Een andere rol was die van wiskundig onderwijzeres en zij was betrokken bij de wiskundige opleiding van degenen die opgeleid werden tot onderwijzeres in het basisonderwijs. Deze belangstelling voor wiskundig onderwijs leidde tot haar betrokkenheid bij het Miller Mathematics Improvement Program en als onderdeel van dit programma gaf zij gedurende het schooljaar 1968-69 elke dag twee uur les in wiskunde op een lagere school in Los Angeles. Uit deze ervaring ontstond haar gezamenlijke publicatie met Jason Frand Theory and Applications of Mathematics for Teachers (1975). Het boek werd goed ontvangen en op vele scholen overgenomen. Drie jaar later werd een tweede editie gepubliceerd, maar de mode in het wiskunde-onderwijs veranderde en kort daarna was het boek niet meer relevant voor de huidige cursussen.
Granville was in 1970 getrouwd met Edward V Granville, en natuurlijk nam zij pas in die tijd de naam “Granville” aan, die wij in dit hele artikel hebben gebruikt. Zij ging in 1984 met pensioen aan de California State University :-

Mijn man is geboren en getogen in Oost-Texas en was van plan om naar het gebied terug te keren toen hij met pensioen ging van zijn bedrijf. Ik vergezelde hem vaak op bezoeken aan Texas en, na verschillende reizen gemaakt te hebben, was ik ervan overtuigd dat een verhuizing naar een landelijke omgeving in Oost-Texas een welkome afwisseling zou zijn van de metropool Los Angeles. We vonden een ideale omgeving in een 16-acre groot perceel met een huis en een meer van 4 acre in de buurt van Tyler, Texas.

Ze gaf les aan het Texas College van 1985 tot 1988, waar ze les gaf in een nieuw opgezette cursus computerwetenschappen. Toch wilde Granville de academische wereld niet verlaten en ze gaf les aan de Universiteit van Texas in Tyler, waar ze de Sam A Lindsey-leerstoel bekleedde, en ging in 1997 met pensioen.
Granville gaf haar visie op de huidige problemen van het wiskundeonderwijs op Amerikaanse scholen in een lezing aan de Universiteit van Yale. We geven enkele citaten uit die lezing:-

Ik geloof dat wiskunde groot gevaar loopt zich te voegen bij Latijn en Grieks op de hoop van vakken die ooit essentieel werden geacht, maar nu, althans in Amerika, worden beschouwd als overblijfselen van een verouderde, intellectuele traditie …
… wiskunde moet niet worden onderwezen als een reeks losstaande, betekenisloze technische procedures uit saaie en lege leerboeken.
We leren dat er maar één manier is om een probleem op te lossen, maar we moeten kinderen verschillende technieken laten verkennen. … Maar we leiden leerkrachten niet op om deze nieuwe aanpak aan te bieden.
… kinderen belanden al op jonge leeftijd verlamd in wiskunde. En als ze dan naar de universiteit gaan, kunnen ze de colleges niet aan. Het is tragisch omdat bijna elk academisch gebied enige blootstelling aan wiskunde vereist.
Maak kinderen leren optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en ze zullen geen rekenmachines nodig hebben. Hoe leer je ze de schoonheid van wiskunde, hoe leer je ze … problemen op te lossen, ze vertrouwd te maken met verschillende strategieën om problemen op te lossen, zodat ze deze vaardigheden kunnen meenemen naar elk niveau van wiskunde? Dat is het dilemma waar we voor staan.

Leave a Reply