Erasmus Darwin
Invloed en latere werken
Het allesoverheersende kenmerk van Darwins werk is zijn streven naar vooruitgang. Als lid van de Lunar Society, een informele maar invloedrijke groep van wetenschappelijke ondernemers die betrokken waren bij de vroege industrialisatie van Groot-Brittannië, ontmoette en beïnvloedde Darwin hervormers die de maatschappij wilden verbeteren door wetenschap, industrie, onderwijs en politieke verandering. Darwin vond niet alleen windmolens, rijtuigen en andere mechanische apparaten uit, maar hielp ook de Britse industrie te transformeren door kanaalsystemen en het gebruik van stoomkracht te bevorderen. Hij investeerde in ontwikkelingsprojecten en bejubelde in flamboyante heroïsche coupletten de technologische innovaties van fabriekseigenaren, zoals Josiah Wedgwood, Matthew Boulton en Thomas Arkwright. Op dezelfde manier streefde Darwin naar vooruitgang door wetenschappelijke technieken in te voeren in de landbouw. In Phytologia (1800) bevatte zijn advies onder meer kunstmest en andere innovaties voor het rijpen van zaden, het vergroten van vruchten en het verbeteren van de houteigenschappen.
Medisch historici roemen Darwin om zijn Zoonomia (of De Wetten van het Organische Leven; 1794-96), een ambitieus tweedelig werk met als doel feiten over dieren te classificeren, wetten op te stellen die het organische leven beschrijven, en ziekten met hun behandelingen te catalogiseren. In tegenstelling tot sommige hedendaagse artsen was Darwin voorstander van actief ingrijpen met medicijnen en mechanische apparaten; sommige historici herleiden moderne psychosomatische therapeutische benaderingen tot zijn aandringen op de integratie van lichaam en geest. Antievolutionisten maakten echter bezwaar tegen de afwijzing door Zoonomia van de bijbelse chronologie en nog sterker tegen Darwins materialistische suggestie
dat in de grote tijdsduur, sinds het begin van het bestaan van de aarde…het te gewaagd zou zijn om te veronderstellen, dat alle warmbloedige dieren zijn ontstaan uit één levend filament…dat het vermogen bezit om zich door zijn eigen inherente activiteit te blijven verbeteren, en om die verbeteringen generatie op generatie door te geven aan zijn nageslacht.
Darwin streefde ook naar sociale hervormingen. Hij wilde het onderwijs aan meisjes verbeteren en hielp zijn twee buitenechtelijke dochters met het leiden van een kostschool. Ook publiceerde hij het invloedrijke werk A Plan for the Conduct of Female Education (1797). Door zich openlijk aan te sluiten bij de Britse schrijver Thomas Day en andere politieke radicalen die de Franse Revolutie steunden en campagne voerden voor de afschaffing van de slavernij, kreeg Darwin vijandigheid te verduren van Britse antirepublikeinen. Met name een uitgebreide satire op de mogelijkheden van vooruitgang en menselijke evolutie die werd gepubliceerd in het politieke tijdschrift The Anti-Jacobin zette Darwin aan tot uitstel en herziening van wat “The Temple of Nature” werd. Onder de ondertitel “The Origin of Society,” bracht dit laatste werk de evolutionaire ideeën samen en breidde ze uit die Darwin gedurende zijn leven geleidelijk had ontwikkeld. Ondersteund door uitzonderlijk lange noten, presenteert dit vierdelige gedicht menselijke prestaties als het hoogtepunt van de aangeboren progressieve krachten van de natuur. In Darwin’s optimistische visie triomferen deugd en rede in de voortdurende strijd tegen de dood en vernietiging die nodig zijn om explosieve groei te voorkomen.
Leave a Reply