Epiclesis

Oosterse kerkenEdit

Worden in de Rooms-Katholieke Kerk de woorden van Instelling beschouwd als het moment van Transsubstantiatie (wanneer volgens de religieuze traditie de eucharistische elementen zouden veranderen van brood en wijn in het eigenlijke Lichaam en Bloed van Christus), de Oosters-Orthodoxe Kerken hangen dit geloof niet aan. In plaats daarvan gelooft men dat de Epiclesis het moment is waarop deze verandering voltooid is. Het eigenlijke proces van verandering wordt echter niet geacht op dit moment te beginnen, maar begint met de Liturgie van Voorbereiding – het wordt slechts voltooid bij de Epiclesis.

De Epiclesis wordt als essentieel beschouwd voor de geldigheid van het Heilig Mysterie (sacrament), en in de 20e eeuw, toen men orthodoxe parochies in de Westerse ritus begon op te richten, was het noodzakelijk een Epiclesis toe te voegen aan hun Eucharistische riten, als die er nog niet was (bijvoorbeeld parochies die het Anglicaanse Missaal wilden gebruiken.

Oost-SyrischEdit

In zijn zuivere vorm bevat de oude anafoor van de Goddelijke Liturgie van Addai en Mari wel een epiclesis. De Inwijdingswoorden worden niet gebruikt, hoewel zij direct en indirect in andere delen van de ritus voorkomen (en daarom als impliciet worden beschouwd).

Priester: Ook wij, mijn Heer, uw zwakke, onwaardige en ellendige dienaren die in uw naam bijeen zijn en op dit uur voor u staan, en die door de traditie het voorbeeld hebben ontvangen dat van u afkomstig is, verrichten, terwijl wij ons verheugen, verheerlijken, verheffen en gedenken, dit grote, angstige, heilige, levengevende en goddelijke Mysterie van het lijdensverhaal, de dood, de begrafenis en de verrijzenis van onze Heer en Heiland, Jezus Christus. En moge er komen, o mijn Heer, uw Heilige Geest, en moge Hij rusten op dit offer van uw dienaren. Moge Hij het zegenen en heiligen, en moge het voor ons zijn, o mijn Heer, voor de vergeving van schulden, de vergeving van zonden, de grote hoop op verrijzenis uit de doden, en op nieuw leven in het koninkrijk der hemelen met allen die U welgezind zijn geweest. En voor al deze grote en wonderbaarlijke bedeling jegens ons zullen wij u danken en u loven zonder ophouden in uw kerk, die gered is door het kostbare bloed van uw Christus.

Liturgie van JakobusEdit

In de Liturgie van Jakobus, volgens de vorm waarin deze wordt gevierd op het eiland Zakynthos, Griekenland, is de anafoor als volgt:

Priester (hardop): Uw volk en Uw Kerk smeken U. (driemaal) Volk: Ontferm U over ons, Heer God, de Vader, de Almachtige. (Priester, met lage stem: Ontferm U over ons, Heer God, de Vader, de Almachtige. Heb medelijden met ons, God onze redder. Ontferm U over ons, o God, in overeenstemming met Uw grote barmhartigheid, en zend over deze heilige gaven, hier uiteengezet, Uw al-heilige Geest, (buigend) de Heer en gever van leven, tronend met U, God en Vader, en Uw eniggeboren Zoon, mede heersend, consubstantial en co-eternal, die sprak door de Wet en de Profeten en door Uw Nieuwe Verbond, die neerdaalde in de gedaante van een duif op onze Heer Jezus Christus in de rivier de Jordaan en op Hem rustte, die neerdaalde op Uw heilige Apostelen in de gedaante van vurige tongen in de bovenzaal van het heilige en glorierijke Sion op de dag van de Pinksterdag. (Staande) Uw zelfde al-heilige Geest, Heer, zend op ons en op deze gaven die hier zijn uiteengezet, (hardop): opdat Hij, gekomen door zijn heilige, goede en glorierijke aanwezigheid, dit brood moge heiligen en het maken tot het heilige Lichaam van Christus, Volk: Amen. Priester: en deze Beker (kelk) het kostbare Bloed van Christus, Volk: Amen. De Priester tekent de heilige Gaven en zegt met een lage stem: Dat zij mogen worden voor allen die ervan nemen tot vergeving van zonden en eeuwig leven. Voor de heiliging van ziel en lichaam. Voor een vruchtbare oogst van goede werken. Voor de versterking van Uw heilige, Katholieke en Apostolische Kerk, die Gij hebt gesticht op de rots van het geloof, opdat de poorten van de hel haar niet zouden overweldigen, haar bevrijdend van elke ketterij en van de schandalen veroorzaakt door hen die ongerechtigheid bedrijven, en van de vijanden die opstaan en haar aanvallen, tot aan de voleinding van de eeuw.

Liturgie van de H. Johannes ChrysostomEdit

In de Goddelijke Liturgie van de H. Johannes Chrysostom is een epiclesis aanwezig (expliciet); de priester zegt:

Priester: Opnieuw bieden wij U deze geestelijke en bloedeloze eredienst aan; en wij smeken U, wij vragen U, wij bidden U: Zend Uw Heilige Geest op ons en op deze voorgezette Gaven neder. Priester: God, Reinig mij als zondaar en ontferm U over mij(3) Priester: O Heer, die op het derde uur Uw allerheiligste Geest op Uw apostelen heeft doen neerdalen, neem Hem niet van ons weg, o Goede, maar vernieuw Hem in ons die tot U bidden (Diaken: Schep in mij een rein hart, o God, en vernieuw een rechte geest in mij) Priester: O Heer, die op het derde uur Uw allerheiligste Geest op Uw apostelen heeft doen neerdalen, neem Hem niet van ons weg, o Goede, maar vernieuw Hem in ons die tot U bidden (Diaken: Schep in mij een rein hart, o God, en vernieuw een rechte geest in mij) Priester: O Heer, Die op het derde uur Uw allerheiligste Geest op Uw apostelen heeft doen neerdalen, neem Hem niet van ons weg, o Goedertierene, maar vernieuw Hem in ons die tot U bidden (Diaken : Zegen, Meester, het Heilig Brood) Priester: Maak dit brood tot het kostbare Lichaam van Uw Christus. (Diaken : Amen. Zegen, Meester, de Heilige Beker.) Priester: En dat wat in deze beker zit, het kostbare bloed van Uw Christus: Verander hen door Uw Heilige Geest. (Diaken: Amen, Amen, Amen.)

Liturgie van de H. Basilius de GroteEdit

In de Liturgie van de H. Basilius de Grote volgens de Griekse recensie van de gebeden, zijn de liturgische handelingen zoals hierboven beschreven voor de Liturgie van de H. Johannes Chrysostom dezelfde. De formule is als volgt:

Priester: Daarom, o Allerheiligste Meester, durven wij, zondaars en ook Uw onwaardige dienaren, nadat ons de bediening aan Uw heilig Altaar is toegestaan, niet vanwege onze gerechtigheid, want wij hebben niet gedaan wat goed is op aarde, maar vanwege Uw barmhartigheden en Uw ontferming, die Gij rijkelijk over ons hebt uitgestort, tot Uw heilig Altaar naderen; en nadat wij U de heilige symbolen van het Lichaam en Bloed van Uw Christus hebben aangeboden, bidden wij U en roepen wij U aan: O Heilige der Heiligen, zend door de gunst van Uw goedheid Uw Heilige Geest over ons en over deze gaven die hier worden aangeboden, zegen ze, heilig ze en openbaar ze. (Zegen, Meester, het Heilig Brood. Priester: En maak dit Brood zelf tot het kostbare Lichaam van onze Heer en God en Redder Jezus Christus: Die werd vergoten voor het leven van de wereld, en voor haar verlossing. (Diaken: Amen) Priester: Verander hen door Uw Heilige Geest. (Amen, Amen, Amen.)

Romeinse ritusEdit

Impliciete epiclesisEdit

Soms wordt gezegd dat, in de Romeinse ritus van de mis, het gebed Quam oblationem van de Romeinse Canon een impliciete epiclesis vertegenwoordigt:

Wees welgevallig, o God, bidden wij, om dit offer in alle opzichten te zegenen, te erkennen en goed te keuren; maak het geestelijk en aanvaardbaar, zodat het voor ons het Lichaam en Bloed wordt van uw meest geliefde Zoon, onze Heer Jezus Christus.

De Romeinse Canon noemt de Heilige Geest slechts één keer expliciet, in de slotdoxologie: “Door Hem, en met Hem, en in Hem, o God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, is U alle heerlijkheid en eer, tot in eeuwigheid.”

De Catechismus van de Katholieke Kerk beschouwt een op zijn minst impliciete epiclesis als een essentieel onderdeel van het sacrament: “In het hart van de eucharistieviering staan het brood en de wijn die, door de woorden van Christus en de aanroeping van de Heilige Geest, Christus’ Lichaam en Bloed worden.”

Nicholas Cabasilas was van mening dat de functionele epiclesis in de Romeinse ritus in plaats daarvan het gebed Supplices te rogamus is, dat, net als de expliciete epiclesen in de Byzantijnse ritus, na de anamnese en de oblatie wordt geplaatst:

In nederig gebed vragen wij U, almachtige God: Beveel dat deze gaven door de handen van uw heilige engel gedragen worden naar uw altaar in de hoogte in het zicht van uw goddelijke majesteit, zodat wij allen, die door deze deelname aan het altaar het allerheiligste Lichaam en Bloed van uw Zoon ontvangen, vervuld mogen worden met alle genade en hemelse zegening. (Door Christus onze Heer. Amen.)

In orthodoxe parochies van de Westerse ritus wordt een epiclesis, aangepast aan die van de Liturgie van Johannes Chrysostom, ingevoegd in het Romeinse canon, onmiddellijk vóór de smeekbeden. De toevoeging van een epiclesis werd oorspronkelijk voorgesteld door Joseph Overbeck, de eerste persoon die serieuze smeekbeden deed voor het herstel van een orthodoxe westerse ritus. Deze mening over de noodzaak van een epiclesis werd gedeeld door de Synode van de Russisch Orthodoxe Kerk, die een epiclesis toevoegde aan het gewijzigde boek van gemeenschappelijk gebed, later bekend als de Goddelijke Liturgie van Sint Tikhon. Toen de Gregoriaanse Liturgie in 1961 werd goedgekeurd voor gebruik, werd het missaal van Overbeck goedgekeurd voor gebruik, inclusief de epiclesen. Deze epiclesis deelt het grootste deel van zijn tekst met die van de Liturgie van Sint Jan, maar met bepaalde weglatingen, waardoor hij beter in de canon past.

En wij smeken U, o Heer, om op (ons en op) deze offergaven Uw Heilige Geest neer te zenden, opdat Hij van dit brood het kostbare lichaam van Uw Christus maakt, en van dat wat in deze beker is, het kostbare bloed van Uw Zoon, onze Heer Jezus Christus. Overbrengen/veranderen door de Heilige Geest

De exacte tekst van de epiclesis vertoont veel variaties, als gevolg van inconsistentie in de vertalingen en verschillende denkrichtingen over hoe de gewijzigde canon moet worden gehanteerd (bijv. moet de elevatie van de hostie en de kelk blijven?)

Expliciete epiclesenEdit

De aanvullende Eucharistische Gebeden (EP) die bij de herziening in 1969 in de Romeinse ritus zijn ingevoerd, hebben zowel een voor-consecratie als een na-consecratie epiclesis.

Pre-consecratie

EP II: Maak daarom deze gaven heilig, bidden wij, door uw Geest erop te laten neerdalen als de dauw, zodat zij voor ons het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus mogen worden. EP III: Daarom, Heer, smeken wij u nederig om door dezelfde Geest deze gaven, die wij u ter consecratie hebben gebracht, heilig te maken, opdat zij het Lichaam en Bloed mogen worden van uw Zoon, onze Heer Jezus Christus, op wiens bevel wij deze mysteriën vieren. EP IV: Daarom, Heer, bidden wij: moge diezelfde Heilige Geest deze offergaven genadig heiligen, opdat zij het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus mogen worden voor de viering van dit grote mysterie dat Hij ons zelf heeft nagelaten als een eeuwig verbond.

Na de consecratie

EP II: Nederig bidden wij, dat wij, deel hebbend aan het Lichaam en Bloed van Christus, door de Heilige Geest tot één mogen worden verzameld. EP III: Kijk, bidden wij, naar het offer van uw Kerk en erken het offerdier door wiens dood u ons met uzelf hebt willen verzoenen; geef dat wij, die gevoed worden door het Lichaam en Bloed van uw Zoon en vervuld van zijn Heilige Geest, één lichaam en één geest mogen worden in Christus. EP IV: Kijk, Heer, naar het offer dat u zelf voor uw Kerk hebt gebracht, en geef in uw liefdevolle goedheid aan allen die van dit ene Brood en deze ene Kelk genieten, dat zij, door de heilige Geest tot één lichaam verzameld, werkelijk een levend offer in Christus mogen worden tot lof van uw heerlijkheid.

ProtestantismeEdit

Anglicanisme en LutheranismeEdit

Anglicanen in de VS en Amerikaans Lutherse eucharistische gebeden en nieuwere oud-katholieke anaforen, neigen ertoe de Oosterse praktijk te volgen van het behandelen van de Woorden van Instelling als een rechtvaardiging voor de handeling, waarbij de Epiclesis volgt op de anamnese/verbintenis. Zo luidt de epiclesis in het Eucharistisch Gebed B in het Amerikaanse Book of Common Prayer (dat ook voorkomt in het Canadese Book of Alternative Service en verschillende andere Anglicaanse liturgieën) na de Woorden van Instelling:

“En wij bieden U, Heer van allen, ons offer van lof en dankzegging aan, waarbij wij U, uit uw schepping, dit brood en deze wijn aanbieden. Wij bidden U, genadige God, uw Heilige Geest over deze gaven te zenden opdat zij + het Sacrament van het Lichaam van Christus en zijn Bloed van het nieuwe Verbond mogen zijn. Verenig ons met uw Zoon in zijn offer, opdat wij door hem aanvaardbaar zijn, + geheiligd door de heilige Geest.”

Na de Woorden van Instelling in het Lutherse Aanbiddingsboek, bijvoorbeeld, luidt de epiclesis in Eucharistisch Gebed III:

“En wij smeken U barmhartig onze lofprijzing en dankzegging aan te nemen en met uw Woord en heilige Geest ons, uw dienaren, en deze uw eigen gaven van brood en wijn te zegenen; opdat wij en allen die delen in het + lichaam en bloed van uw Zoon, vervuld mogen worden met hemelse vrede en vreugde en, de vergeving van zonden ontvangende, geheiligd mogen worden in ziel en lichaam, en ons deel mogen hebben met al uw heiligen.”

Lutherse en Anglicaanse godgeleerden hebben ook betoogd dat in vroegere liturgieën van hen waarin een Epiclesis en eenheid met het ene offer van Christus misschien niet expliciet leken, het als punt van de consecratie in andere delen van de ritus werd vermeld, met name in vereiste vermaningen.

MethodismeEdit

Volgens een rapport uit 2003 van de Britse Methodistische Kerk, His Presence Makes The Feast: Heilig Avondmaal in de Methodisten Kerk: “De ene Geest door wie wij allen in het ene lichaam gedoopt zijn (1 Korintiërs 12,13) is dezelfde Geest die ons verenigt in en met het lichaam van Christus in het Heilig Avondmaal. De heilige Geest die werkzaam is in de Kerk van de Handelingen van de Apostelen brengt een gemeenschap tot stand waarin getuigd en gepredikt wordt en waarin apostolisch onderricht, gemeenschap, gebed en het breken van het brood plaatsvinden (Handelingen 2,42)”. De epiclese van de Methodistische liturgie put zowel uit de Anglicaanse traditie, zoals het Gebedenboek van 1549, als uit de liturgische vernieuwingsbeweging van de 20e eeuw die zich richtte op liturgieën van de oude kerk, zoals de vroege ritus van Hippolytus. Van deze tradities erfde John Wesley, de stichter van het Methodisme, het idee dat de Heilige Geest moest worden aangeroepen om alles wat God had beloofd aan de gelovigen te schenken door middel van het Heilig Avondmaal, werkelijk en waar te maken. Deze theologie van de epiclesis blijkt uit verschillende Methodistische hymnen, geschreven door Charles Wesley, de broer van John Wesley.

De epiclesis die in The United Methodist Church wordt gebruikt is als volgt:

“Stort uw Heilige Geest uit over ons die hier bijeen zijn, en over deze gaven van brood en wijn. Maak dat zij voor ons het lichaam en bloed van Christus zijn, opdat wij voor de wereld het lichaam van Christus mogen zijn, verlost door zijn bloed. Maak ons door uw Geest één met Christus, één met elkaar,…” (UMH; blz. 10, 14).

De traditionele rite van het Heilig Avondmaal die werd gebruikt vóór de publicatie van het gezangboek van 1989 bevatte geen expliciete epiclesis. De traditionele tekst, met kleine aanpassingen, is Woord en Tafel IV, en bevat een epiclesis van 16 woorden en twee regels, als volgt:

“Zegen en heilig met Uw Woord en Heilige Geest deze gaven van brood en wijn” (UMH, pagina 29.)

Een andere epiclesis die gebruikt wordt in de Methodist Church in Groot Brittannië is als volgt:

“Zend uw Heilige Geest neder, opdat deze gaven van brood en wijn voor ons het lichaam en bloed van Christus mogen zijn. Verenig ons voor altijd met Hem en breng ons met de hele schepping naar uw eeuwig koninkrijk.”

Gebruik in andere sacramentenEdit

Een soortgelijke aanroeping van de Heilige Geest door de priester in sommige andere sacramenten wordt ook wel een epiclesis genoemd. De Oosters-Orthodoxe Kerk is van mening dat een dergelijke epiclesis noodzakelijk is voor de geldigheid van het Heilig Mysterie (sacrament) van het huwelijk; de Rooms-Katholieke Kerk is van mening dat dit niet het geval is, omdat voor hen de bruid en bruidegom de bedienaren van dat sacrament zijn.

Een epiclesis komt ook voor in de orthodoxe ritus van het doopsel. Het doopsel in de Romeinse ritus bevat een epiclesis als onderdeel van de zegening van het doopwater:

“Wij vragen U, Vader, met uw Zoon de Heilige Geest te zenden over het water van deze doopvont. Mogen allen die met Christus begraven zijn in de dood van het doopsel ook met Hem opstaan tot nieuwheid van leven. Wij vragen dit door Christus onze Heer.”

In de Romeinse ritus van het vormselsacrament roept de bisschop de Heilige Geest aan over hen die worden bevestigd:

“Zend uw Heilige Geest over hen om hun Helper en Gids te zijn.”

Andere aanroepingen zijn die in de Oosters-Orthodoxe Grote Zegening van het Water op het feest van de Theofanie.

Leave a Reply