De ziekte van Hartnup
De ziekte van Hartnup wordt veroorzaakt door mutaties in het SLC6A19-gen. Dit gen geeft instructies voor het maken van een eiwit genaamd B0AT1, dat voornamelijk wordt aangetroffen ingebed in het membraan van darm en nier cellen. De functie van dit eiwit is het transport van bepaalde aminozuren naar de cellen. In de darmen worden aminozuren uit voedsel naar darmcellen getransporteerd en vervolgens in de bloedbaan vrijgegeven, zodat het lichaam ze kan gebruiken. In de nieren worden aminozuren opnieuw in de bloedbaan opgenomen in plaats van ze via de urine uit het lichaam te verwijderen. In het lichaam worden deze aminozuren gebruikt bij de productie van vele andere stoffen, waaronder vitaminen en proteïnen. Een bepaald aminozuur dat door B0AT1 wordt getransporteerd, tryptofaan, is nodig voor de productie van vitamine B3 (ook bekend als niacine).
SLC6A19-genmutaties resulteren in de productie van een B0AT1-eiwit met verminderde activiteit. Als gevolg hiervan kunnen specifieke aminozuren niet door de cellen worden opgenomen en worden ze in plaats daarvan als afval uit het lichaam verwijderd. Omdat deze aminozuren uit het lichaam worden verwijderd zonder te worden gebruikt, kunnen mensen met deze aandoening een tekort (deficiëntie) hebben aan bepaalde aminozuren en vitaminen. Mensen met een tekort aan voedingsstoffen als gevolg van hun dieet, ziekte, stress, of een verscheidenheid van andere redenen, kunnen echter ernstige tekenen en symptomen van deze aandoening ontwikkelen, waaronder huiduitslag, cerebellaire ataxie, en psychiatrische symptomen. Onderzoekers geloven dat veel van deze kenmerken verband houden met een tekort aan tryptofaan en niacine, in het bijzonder.
Leave a Reply