Changes in zooplankton communities from epipelagic to lower mesopelagic waters
Zooplankton vormt een trofische link tussen primaire producenten en hogere trofische niveaus, en oefent een belangrijke invloed uit op het verticaal transport van koolstof doorheen de waterkolom (‘biologische koolstofpomp’). Met behulp van een MultiNet bemonsterden en bestudeerden we mesozooplanktongemeenschappen (d.w.z. >0,2 mm) op zes locaties rond Bermuda, gericht op vier dieptezones: ∼0-200 m, ∼200-400 m, ∼400-600 m (diepe verstrooiingslaag), en ∼600-800 m. Copepoda, onze belangrijkste taxonomische groep, domineerden consistent de monsters (∼80% relatieve abundantie). We melden een afname in zoöplankton en copepoden met de diepte, samenvallend met een afname in de beschikbaarheid van voedsel. De taxonomische rijkdom was het laagst op diepte en onder de diepe verstrooiingslaag. De diversiteit van roeipootkreeftjes daarentegen piekte op deze dieptes, wat wijst op een lagere competitieve verdringing in deze meer voedselarme wateren. Tenslotte waren omnivoor en carnivoor de dominante trofische kenmerken, die elk op een andere manier de biologische koolstofpomp beïnvloeden. Dit onderstreept het belang van gegevens over de structuur van het zoöplanktonvoedselweb in toekomstige modellering van de mondiale koolstofcyclus in de oceanen.
Leave a Reply