Autisme en de amygdala: An endocrine hypothesis

Kinderen raken georiënteerd op de wereld, gedeeltelijk, door iets te begrijpen van de ervaringen van anderen. De gezichtsuitdrukkingen die mensen maken zijn een manier om iets over hen te begrijpen, net als de verschillende vormen van lichamelijke reacties die door individuen worden uitgezonden en geïnterpreteerd. Mensen met autisme ervaren lichamelijke communicatie vaak als aversief, waardoor zij beperkt worden in wat zij van anderen kunnen leren tijdens sociale interacties. De amygdala is een belangrijk gebied van de hersenen, onder andere, voor de integratie van het interne milieu met de sociale omgeving. Personen met autisme vertonen consequent ontregeling van de amygdala functie. Verschillende regio’s van de amygdala, die neuropeptiden bevatten, spelen een rol in de waarderingssystemen die ten grondslag liggen aan gedragsmatige toenaderings- en vermijdingsreacties. Een neuropeptide dat in verband wordt gebracht met sociale herkenning en toenaderingsgedrag is oxytocine (waarvan bekend is dat het verminderd is bij autistische personen) en een andere neuropeptide, corticotropine releasing hormoon, wordt in verband gebracht met vermijdingsgedrag. Een neuro-endocriene hypothese wordt gesuggereerd om een aantal van de kenmerken geassocieerd met autisme te verklaren.

Leave a Reply