Alternatives to Standardized Tests
Welkom op de Rethinking Schools Archives and Website
Wordt abonnee om dit artikel te lezen. Bent u al abonnee? Log hier in.
Preview van artikel:
Een van de meer veelbelovende vormen van beoordeling is wat bekend staat als “portfolio-based assessment.” De benaderingen van portfolio’s variëren aanzienlijk, maar zij berusten alle op door de leraar bijgehouden gegevens en op verzamelingen van het werk van de leerling, het “leerlingenportfolio” genoemd. Gedurende het schooljaar verzamelen leerkrachten en leerlingen werk waaruit de vorderingen en prestaties van leerlingen in verschillende vakken, zoals Engels of natuurwetenschappen, blijken. De leerlingen worden gewoonlijk aangemoedigd om na te denken over het geselecteerde werk. Deze reflectie helpt leerlingen niet alleen na te denken over wat ze hebben geleerd, maar ook over hun eigen leerproces, wat allemaal bijdraagt aan het algemene doel om het leren van leerlingen te verbeteren.
In sommige benaderingen bekijkt de leraar het portfolio aan het eind van een markeringsperiode en beoordeelt hij het werk op basis van een scoringsgids. Soms beoordelen leerlingen of hun medeleerlingen ook hun werk. De leerkracht noteert uiteindelijk een score op wat soms een “leerdossier” wordt genoemd, en voegt er bewijzen aan toe zoals een schrijfvoorbeeld of een verslag van een wetenschappelijk experiment. Deze aanpak is nuttig voor de leerkracht en de ouders om te bepalen hoe goed een leerling vordert. Maar, via wat bekend staat als “aselecte steekproeven”, kan het ook de basis vormen voor verbeterde professionele ontwikkeling en voor school- en districtsbrede verantwoording.
Bij “aselecte steekproeven” wordt een aantal van de leerverslagen en leerlingportfolio’s willekeurig uit elke klas geselecteerd. Een onafhankelijke groep – van leraren van andere scholen, leden van de gemeenschap, of een combinatie van beide – beoordeelt de dossiers en portfolio’s. Als er een groot verschil is tussen de conclusies van de onafhankelijke lezers en die van de leraar in de klas, kan een derde groep worden ingeschakeld of kan een grotere steekproef uit de klas worden genomen, om te bepalen hoe goed een bepaalde leraar consequent de overeengekomen beoordelingsrichtlijnen toepast.
Dergelijke benaderingen zijn ontwikkeld in Groot-Brittannië, Australië en de Verenigde Staten, met name in Vermont, dat landelijke beoordelingsprogramma’s voor wiskunde en schrijven op basis van leerlingenportfolio’s heeft ingesteld. Projecten zoals het Learning Record, gebaseerd in Californië, en het Work Sampling System, gebaseerd in Ann Arbor, zijn andere voorbeelden.
Deze klassikale aanpak heeft verschillende voordelen. Bijvoorbeeld, de evaluatie is gebaseerd op een breed scala van studenten werk gedaan over een lange periode van tijd, in plaats van op een enkele, papier-en-pencil test genomen over een paar uur. Verder moedigt de aanpak scholen en districten aan om te investeren in de professionele ontwikkeling van de leraren en externe beoordelaars, en zet het leraren aan om consistenter na te denken over de kwaliteit van het werk van de leerlingen in hun klas.</p
Om de rest van dit artikel te lezen:
Maak een abonnee om dit artikel te lezen. Bent u al abonnee? Log hier in.
Leave a Reply