Zijn er 40 Vasten of 46 dagen?
Geachte Parochiefamilie,
We hebben het over de 40 dagen van de Grote Vasten, maar van Aswoensdag tot de Paasnacht zijn er 46 dagen. Wat geeft dat? Welnu, in de kleurrijke geschiedenis van dit boeteseizoen zijn er drie punten die ons helpen de vraag op te lossen:
1) Het seizoen van de vasten begon vroeger op de eerste zondag van de vastentijd. Reeds op het Concilie van Nicea in 325 spraken de bisschoppen over de Quadragesima, of “de 40 dagen”, voordat het Paastriduüm begon op de nacht van Witte Donderdag. Vermenigvuldig 7 dagen maal 6 weken, en je krijgt 42 dagen tot Paaszondag. Trek daarvan af de twee dagen van het Paastriduüm, Goede Vrijdag en Heilige Zaterdag, en je krijgt de oorspronkelijke 40 dagen van de vastentijd.
2) In de zesde eeuw had Paus St. Gregorius de Grote in een homilie gezegd dat “wij niet vasten op de zes zondagen” van de vastentijd. Elke zondag, zelfs tijdens de vastentijd, is een viering van de overwinning van het paasmysterie, dat wil zeggen het lijdensverhaal, de dood en de verrijzenis van onze Heer. Dat betekende dus slechts 34 werkelijke vastendagen.
3) Velen wilden doorgaan met 40 dagen werkelijk vasten, omdat Jezus zoveel dagen in de woestijn vastte. Dit betekende dat men nog zes dagen moest vinden. Twee dagen waren al bezet, omdat de mensen nog vasten op Goede Vrijdag en Heilige Zaterdag van het Paastriduüm. Dat betekende dat er vier dagen extra nodig waren om 40 dagen te kunnen vasten.
Dus al in de negende eeuw markeerde wat bekend is geworden als Aswoensdag het begin van de 40 dagen die de Grote Vastenperiode worden genoemd. Het vasten is dezer dagen zeer mild geworden. Velen van u herinneren zich nog dat we ons vroeger alle 40 dagen van vlees onthielden. Dus of u uw vastenoffer wel of niet op zondag houdt, is aan u, maar het mag geen afbreuk doen aan uw viering van het paasmysterie van de Heer op zondag!
“Wat zou er gebeuren als we ons tot de Bijbel wendden zoals we dat met onze mobiele telefoon doen?”
Hier is een idee voor de veertigdagentijd: wat als we, elke keer dat we dachten onze telefoon te controleren op berichten, onze zakbijbel tevoorschijn zouden halen en een passage uit het evangelie zouden lezen? Paus Franciscus opperde het idee afgelopen zondag tijdens zijn Angelustoespraak:
Wat zou er gebeuren als we de Bijbel zouden behandelen zoals we onze mobiele telefoon behandelen? Als we hem altijd bij ons zouden dragen, of op zijn minst een kleine zakbijbel, wat zou er dan gebeuren? Als we teruggingen wanneer we hem vergaten: je bent je mobiele telefoon vergeten – ‘O, ik heb hem niet, ik ga terug om hem te zoeken’; als we hem meerdere keren per dag openden; wat zou er gebeuren als we Gods boodschappen in de Bijbel lazen, zoals we onze telefoonberichten lazen?
De Heilige Vader waagde zich vervolgens aan een antwoord op deze vragen:
Als we het Woord van God altijd in ons hart zouden hebben, zou geen enkele verzoeking ons van God kunnen vervreemden en zou geen enkel obstakel ons kunnen doen afwijken van de weg van het goede; we zouden in staat zijn om de dagelijkse ingevingen van het kwaad die in ons en buiten ons zijn, te overwinnen; we zouden beter in staat zijn om een herrezen leven te leiden volgens de Geest, door onze broeders te ontvangen en lief te hebben, vooral de zwaksten en de meest behoeftigen, en ook onze vijanden.
Vrede in ons hart en in de wereld is niet te verslaan! Dus probeer het idee van de paus eens uit en bestel een van de “Pocket Gospels”, uitgegeven door Our Sunday Visitor of de USCCB, of download de “Katholieke Studiebijbel” van Ignatius.
Uwe in Christus,
Fr. Chas
Leave a Reply