Ze waren uit op bloed
Ik kan niet stoppen met denken aan de rits-tie jongens.
Te midden van de foto’s die de sociale media overspoelden tijdens de rellen van woensdag bij het Capitool –shirtloze grappenmakers met gehoornde helmen, kerels die naar hun ballen wijzen, dombo’s die souvenirs wegdragen – waren de beelden van de rits-tie jongens stiller, minder uitbundig, meer huiveringwekkend. En we kunnen maar beter niet vergeten wat ze bijna voor elkaar kregen.
Het is makkelijk om de belegering van het Amerikaanse Capitool te zien als een clown show met per ongeluk dodelijke gevolgen. Een stelletje zelfbenoemde patriotten komen opdagen, overweldigen de onbegrijpelijk onvoorbereide Capitoolpolitie, en geven vervolgens een studentenfeest in de rotunda. De onverlaten smeren stront op de muren, stelen laptops en roken wiet in vergaderzalen. Iemand wordt neergeschoten, iemand anders krijgt een hartaanval, mogelijk onder belachelijke omstandigheden. Als ze eindelijk worden overmeesterd, huilen ze tegen de camera’s dat ze zijn bespoten.
Die relschoppers, de sukkels, waren degenen die met de pers praatten, die vrolijk zwaaiden naar fotografen, die zichzelf de hele middag uitsloofden en streamden, zonder er ook maar aan te denken dat er ooit consequenties zouden kunnen zijn. Ze deden het voor de ‘gram, en hun verhaal overweldigt het verhaal omdat hun gezichten en stemmen de dag domineerden.
Maar er waren andere relschoppers in het Capitool, als je naar de beelden kijkt. En als je ze eenmaal ziet, is het onmogelijk om weg te kijken. De rits-tie jongens.
Noem de zip ties bij hun juiste naam: De jongens droegen flex cuffs, de plastic dubbele boeien die vaak door de politie worden gebruikt bij massa-arrestaties. Ze liepen door de Senaatskamer met een gevoel van doelgerichtheid. Ze waren niet gekleed in malle kostuums, maar volledig paramilitair uitgedost: helmen, pantser, camouflage, holsters met sidearms. Tenminste één had een semi-automatisch geweer en 11 molotov cocktails. Tenminste één, in tegenstelling tot bijna elke andere rechtse relschopper die die dag gefotografeerd werd, droeg een masker dat zijn gezicht verhulde.
Dit zijn dezelfde jongens die, toen de ramen van het Capitool waren gebroken en de toegang beveiligd, als eerste naar binnen gingen met wat ik zou noemen militair-achtige precisie. Ze gingen doelgericht naar de kantoren van belangrijke personen als Nancy Pelosi en toen naar de Senaat. Wat was dat doel? Het was niet om te poseren voor foto’s. Het was om die flexibele handboeien op iemand te gebruiken.
In oktober hebben de FBI en de staatsautoriteiten 13 mannen aangeklaagd voor het beramen van een complot om Gretchen Whitmer, de Democratische gouverneur van Michigan, te ontvoeren. Leden van dat complot woonden in april protesten bij in het Capitool van Michigan, echte plannenmakers van geweld mengen zich gemakkelijk met degenen voor wie wapens leuke protestattributen zijn. De plotters bespraken een standrechtelijke executie – “klop op de deur”, schreef iemand in de groepschat, “en als ze antwoordt, wordt ze gewoon neergeschoten” – maar ze kozen voor een ontvoering, uitgevoerd terwijl de politie werd afgeleid door een nabijgelegen explosie. Zie dat complot, zoals deze mannen zeker deden, als een generale repetitie voor wat de rits-tie jongens wilden bereiken bij het Amerikaanse Capitool op woensdag.
Ze gingen het Capitool binnen, terwijl het Congres de kiesmannen telde, uitgerust om gijzelaars te nemen – om ambtenaren fysiek te grijpen, en vermoedelijk om levens te nemen. Het vooruitzicht is angstaanjagend. Maar omdat het ondenkbaar lijkt betekent niet dat we niet moeten nadenken over wat er bijna gebeurde. Doe de rits-tie jongens niet af als “LARPers” of “weekend strijders.” Ten eerste, gezien de goed gedocumenteerde overlap tussen ex-militairen, ordehandhavers en rechtse milities, is het heel goed mogelijk dat deze jongens doordeweekse strijders waren die hun training gebruikten voor buitenschoolse interesses. (Een van de Twitter speurneuzen die ze nu probeert op te sporen lijkt zeker te denken dat ze ex-militairen zijn). Belangrijker is dat de lange afschuwelijke geschiedenis ons eraan herinnert hoe glibberig de helling is van acteren als een strijdmacht naar zich daadwerkelijk gedragen als een strijdmacht. Als de ritssluitingen er eenmaal op zitten, maakt het niet meer uit of je een “echte” terrorist bent of niet.
Vandaag horen we meer over het geweld dat met de hansworst gepaard ging: de agent van de Capitoolpolitie die met een brandblusser werd gedood, de AP-fotograaf die door knokploegen werd weggesleept, de New York Times-fotografe die op de grond werd gegooid en voor haar leven vreesde. Ongetwijfeld zullen we nog meer horen als meer verhalen naar buiten komen.
Maar het had veel, veel erger kunnen zijn. Als de relschoppers iets sneller door de deuren waren geweest; als senatoren en vertegenwoordigers niet net van hun gezamenlijke sessie naar aparte kamers waren verhuisd om te debatteren over de Arizona-uitdaging en in plaats daarvan nog steeds opeengepakt waren in één moeilijker te evacueren kamer; als een aantal dingen anders was gebeurd, hadden de drie mensen die de volgende zijn in de lijn van opvolging voor het presidentschap misschien oog in oog gestaan met die rits-tie jongens. En dan..: Wie weet.
Leave a Reply