Yield Curve Risk

Wat is het Yield Curve Risk?

Het rendementscurve-risico is het risico van een ongunstige verschuiving van de marktrente in verband met een belegging in een vastrentend instrument. Wanneer de marktrente verandert, zal dit een invloed hebben op de prijs van een vastrentend instrument. Wanneer de marktrente, of het rendement, stijgt, zal de prijs van een obligatie dalen, en omgekeerd.

Key Takeaways

  • De rendementscurve is een grafische illustratie van de relatie tussen rentetarieven en obligatierendementen van verschillende looptijden.
  • Rendementscurve-risico is het risico dat een verandering in de rente van invloed zal zijn op vastrentende waarden.
  • Verschommelingen in de rendementscurve zijn gebaseerd op obligatierisicopremies en verwachtingen van toekomstige rentetarieven.
  • Rentevoeten en obligatiekoersen hebben een omgekeerd evenredige relatie, waarbij de koersen dalen wanneer de rentevoeten stijgen, en omgekeerd.

Inzicht in het risico van de rendementscurve

Beleggers besteden veel aandacht aan de rendementscurve omdat deze een indicatie geeft van waar de korte rente en de economische groei in de toekomst naar toe zullen gaan. De rendementscurve is een grafische weergave van de relatie tussen rentetarieven en obligatierendementen van verschillende looptijden, variërend van schatkistpapier van 3 maanden tot schatkistobligaties van 30 jaar. De grafiek wordt uitgezet met op de y-as de rentetarieven en op de x-as de oplopende looptijden.

Omdat kortlopende obligaties doorgaans een lager rendement hebben dan langer lopende obligaties, loopt de curve van linksonder naar rechtsboven op. Dit is een normale of positieve rendementscurve. Rentevoeten en obligatiekoersen hebben een omgekeerd evenredig verband, waarbij de koersen dalen wanneer de rentevoeten stijgen, en omgekeerd. Wanneer de rentevoeten veranderen, zal de rendementscurve dus verschuiven, wat voor een obligatiebelegger een risico inhoudt dat bekend staat als het rendementscurve-risico.

Het rendementscurve-risico wordt geassocieerd met een vervlakking of een versteiling van de rendementscurve, die het gevolg is van veranderende rendementen van vergelijkbare obligaties met verschillende looptijden. Wanneer de rendementscurve verschuift, zal de prijs van de obligatie, die aanvankelijk op basis van de oorspronkelijke rendementscurve was geprijsd, veranderen.

Speciale overwegingen

Elke belegger die rentedragende effecten aanhoudt, staat bloot aan het rendementscurve-risico. Om zich tegen dit risico in te dekken, kunnen beleggers portefeuilles samenstellen met de verwachting dat als de rente verandert, hun portefeuilles op een bepaalde manier zullen reageren. Aangezien veranderingen in de rendementscurve gebaseerd zijn op obligatierisicopremies en verwachtingen ten aanzien van toekomstige rentetarieven, zal een belegger die verschuivingen in de rendementscurve kan voorspellen, kunnen profiteren van overeenkomstige veranderingen in obligatiekoersen.

Daarnaast kunnen kortetermijnbeleggers profiteren van verschuivingen in de rendementscurve door een van de twee exchange-traded producten (ETP’s) te kopen – de iPath US Treasury Flattener ETN (FLAT) en de iPath US Treasury Steepener ETN (STPP).

Soorten rendementscurve-risico

Afvlakkende rendementscurve

Wanneer de rente convergeert, wordt de rendementscurve vlakker. Een afvlakkende rendementscurve wordt gedefinieerd als het verkleinen van het rendementsverschil tussen de lange- en de kortetermijnrente. Wanneer dit gebeurt, zal de prijs van de obligatie dienovereenkomstig veranderen. Als de obligatie een kortlopende obligatie is die over drie jaar afloopt, en de driejaarsrente daalt, dan zal de prijs van deze obligatie stijgen.

Laten we eens kijken naar een voorbeeld van een afvlakker. Stel dat de rente op een 2-jaarsobligatie en een 30-jaarsobligatie respectievelijk 1,1% en 3,6% bedraagt. Als het rendement op het briefje daalt tot 0,9%, en het rendement op de obligatie daalt tot 3,2%, dan is de daling van het rendement op de langere termijn veel groter dan het rendement op de kortere termijn Treasury. Dit zou het rendementsverschil verkleinen van 250 basispunten naar 230 basispunten.

Een afvlakkende rendementscurve kan wijzen op economische zwakte, omdat het een signaal is dat de inflatie en de rente naar verwachting nog wel even laag zullen blijven. De markten verwachten weinig economische groei, en de bereidheid van banken om leningen te verstrekken is zwak.

Steil wordende rendementscurve

Als de rendementscurve steiler wordt, betekent dit dat het verschil tussen de lange- en de kortetermijnrente groter wordt. Met andere woorden, de rendementen op langlopende obligaties stijgen sneller dan de rendementen op kortlopende obligaties, of de rendementen op kortlopende obligaties dalen terwijl de rendementen op langlopende obligaties stijgen. Daarom zullen de prijzen van langlopende obligaties dalen ten opzichte van die van kortlopende obligaties.

Een steilere curve duidt doorgaans op sterkere economische bedrijvigheid en stijgende inflatieverwachtingen, en dus op hogere rentetarieven. Als de rentecurve steil is, kunnen banken geld lenen tegen lagere rentetarieven en geld uitlenen tegen hogere rentetarieven. Een voorbeeld van een steilere rentecurve is te zien in een 2-jaars obligatie met een rendement van 1,5% en een 20-jarige obligatie met een rendement van 3,5%. Als beide rentevoeten na een maand stijgen tot respectievelijk 1,55% en 3,65%, neemt de spread toe van 200 basispunten tot 210 basispunten.

Omgekeerde rendementscurve

In zeldzame gevallen is het rendement op kortlopende obligaties hoger dan het rendement op langlopende obligaties. Wanneer dit gebeurt, wordt de curve omgekeerd. Een omgekeerde rendementscurve geeft aan dat beleggers nu een lage rente tolereren als ze denken dat de rente later nog lager zal worden. Beleggers verwachten dus lagere inflatiecijfers, en rentetarieven, in de toekomst.

Leave a Reply