Wat is de convergentietheorie in de sociologie?
De convergentietheorie is een theorie over sociale verandering die in de jaren zestig van de vorige eeuw door professor Clark Kerr in de economie is gegeven in een boek van hem en zijn collega’s met de titel “Industrialism and Industrial Man”. De convergentietheorie is de theorie die stelt dat alle samenlevingen, wanneer zij van de vroege industriële ontwikkeling naar volledige industrialisatie evolueren, de neiging hebben om naar een toestand van gelijkenis te evolueren in termen van de algemene maatschappelijke en technologische normen. Dit wil zeggen dat naarmate de samenlevingen zich ontwikkelen, zij op elkaar gaan lijken met vergelijkbare structuren, hetgeen betekent dat de verschillen tussen de samenlevingen zullen afnemen naarmate zij zich uiteindelijk op dezelfde ontwikkelingsweg bevinden. Dit zou dus leiden tot één mondiale cultuur.
Deze theorie van Clark Kerr staat bekend als de ‘logica van de industrialisatie’, die hij ook in zijn geschrift heeft genoemd; deze logica is de these van de theorie en stelt dat industrialisatie overal vergelijkbare gevolgen heeft, of de samenleving nu kapitalistisch of communistisch is.
Deze convergentie kan tot uiting komen in de vorm van wat het ‘inhaaleffect’ kan worden genoemd. Dit “inhaaleffect” verwijst naar het proces van openstelling van de economie van een land voor de buitenlandse economie waardoor de instroom van kapitaal mogelijk wordt, deze investering helpt de economie gelijke tred te houden met de meer geavanceerde samenlevingen, dit proces vindt gewoonlijk plaats wanneer de samenleving wordt geïntroduceerd in het industrialisatieproces. Er kunnen zich echter gevallen voordoen waarin het omgekeerde gebeurt, d.w.z. dat de economie divergeert in plaats van convergeert. Dergelijke divergentie vindt plaats in het geval van economieën waarin het buitenlandse kapitaal niet wordt geïnvesteerd, dit kan te wijten zijn aan de politieke en sociale factoren zoals gebrek aan onderwijs of beroepsopleiding, enz. vaak zijn deze naties degenen die instabiel zijn.
Men gelooft dat de naties van de derde wereld verondersteld worden uit hun omstandigheden van armoede te geraken door het proces van convergentie als zij de vorm aannemen van westerse industriële samenlevingen.
De convergentietheorie wordt vaak in verband gebracht met de studie van de modernisering, men gelooft dat de weg van ontwikkeling die is welke door de westerse industriële samenlevingen is ingeslagen, door elke samenleving zal worden ingeslagen om tot volledige ontwikkeling en modernisering te komen. Er is dus een vossenpatroon van ontwikkeling dat zal worden gevolgd. Er is dus een convergentie als het gaat om de ideeën houdingen en overtuigingen, dus de algemene manier van denken en doen.
Het is echter vaak gezien dat er weliswaar overeenkomsten zijn tussen de geïndustrialiseerde samenlevingen, maar dat die vaak alleen te vinden zijn in het geval van de technologie die zij gebruiken en hun patronen van verandering in deze technologie. De andere aspecten, zoals de politieke stelsels, de godsdienstige stelsels en de geloofsovertuigingen, en zelfs de economische omstandigheden blijven echter voor een zeer groot deel eigen aan de samenleving en zijn dus variabel.
Dus zien we dat de convergentietheorie van veel landen markteconomieën heeft gemaakt zoals die van de westerse samenlevingen, maar ook van Rusland en Vietnam, die vroeger communistische landen waren en nu markteconomieën zijn.
Reference
https://www.thoughtco.com/convergence-theory-3026158
https://www.encyclopedia.com/social-sciences/encyclopedias-almanacs-transcripts-and-maps/convergence-theories
http://www.encyclopedia69.com/eng/d/convergence-theory/convergence-theory.htm
https://www.britannica.com/topic/logic-of-industrialization
Leave a Reply