Wand van het hart
De wand van het hart bestaat uit drie verschillende lagen – het epicardium (buitenste laag), het myocardium (middelste laag), en het endocardium (binnenste laag). De hartkransslagaders die het hart van arterieel bloed voorzien, dringen door het epicardium voordat zij het myocardium binnendringen. Deze buitenste laag, of visceraal pericard, bestaat uit een oppervlak van afgeplatte epitheliale (bedekkende) cellen die rusten op bindweefsel.
De myocardiale laag bevat de contractiele elementen van het hart. De bundels gestreepte spiervezels die in het myocard aanwezig zijn, zijn gerangschikt in een vertakt patroon en produceren een wringende beweging die bij elke slag op efficiënte wijze bloed uit het hart perst. De dikte van het myocard varieert naar gelang van de druk die wordt uitgeoefend om het bloed naar zijn bestemming te brengen. Het myocard van de linkerkamer, dat het bloed naar de systemische circulatie moet stuwen, is dus het dikst; het myocard van de rechterkamer, dat het bloed naar de longen stuwt, is matig verdikt, terwijl de wanden van de boezems relatief dun zijn.
Het deel van het myocard dat samentrekking veroorzaakt, bestaat uit spiervezels die zijn opgebouwd uit hartspiercellen. Elke cel bevat kleinere vezels, myofibrillen genaamd, waarin zich sterk georganiseerde contractiele eenheden bevinden, sarcomeren genaamd. De mechanische functie die uit de sarcomeren ontstaat, wordt opgewekt door specifieke contractiele eiwitten die actine en myosine worden genoemd (respectievelijk dunne en dikke filamenten). Het sarcomeer, dat zich tussen twee Z-lijnen (of Z-schijven) in een spiervezel bevindt, bevat twee populaties actinefilamenten die vanuit tegenover elkaar liggende Z-lijnen op antiparallelle wijze naar buiten steken en georganiseerd zijn rond dikke myosinefilamenten. Terwijl actine langs crossbridges glijdt die op regelmatige afstanden uit myosinefilamenten steken, wordt elke myosine in contact gebracht met een aangrenzend myosinefilament. Dit proces verkort de spiervezel en veroorzaakt contractie (zie spier).
De interactie tussen actine en myosine wordt geregeld door een verscheidenheid van biologische processen die in het algemeen verband houden met de calciumconcentratie in de cel. Het proces van actine dat over myosine glijdt vereist grote hoeveelheden calcium en energie. Terwijl de contractiemachine ongeveer 70 procent van het hartcelvolume inneemt, nemen de mitochondriën ongeveer 25 procent in beslag en leveren zij de nodige energie voor de contractie. Om de energie- en calciumgeleiding in hartspiercellen te vergemakkelijken, verbinden unieke knooppunten, de zogenaamde intercalated discs (gap junctions), de cellen met elkaar en bepalen hun grenzen. De intercalaire schijven vormen de belangrijkste poort voor de communicatie tussen de hartcellen, die nodig is voor een gecoördineerde samentrekking van de spieren en het behoud van de bloedsomloop.
De binnenzijde van de hartspierwand wordt gevormd door een dunne bekleding, het endocardium genaamd. Deze laag omsluit de holten van het hart, bedekt de kleppen en de spiertjes die bij het openen en sluiten van de kleppen betrokken zijn, en is doorlopend met het bekledingsmembraan van de grote bloedvaten.
Mark L. Entman Stanley W. Jacob De redacteuren van Encyclopaedia Britannica
Leave a Reply