The Gulf of Cádiz pelagic ecosystem: A review
De Golf van Cádiz, strategisch gelegen tussen de Noord-Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, heeft de aandacht getrokken van een aantal oceanografische studies die zich bezighielden met de diepe circulatie om de dynamiek van de dichte pluim van mediterraan water te begrijpen. Veel minder aandacht is besteed aan de pelagische laag aan het oppervlak, die belangrijke levende rijkdommen van commercieel en ecologisch belang bevat. Dit overzicht geeft een samenvatting van de recente vorderingen die zijn gemaakt met betrekking tot de regionale oceanografie van de noordelijke helft van dit belangrijke bekken vanuit een interdisciplinair gezichtspunt. Het meest relevante oceanografische kenmerk van het bekken is waarschijnlijk de sterke seizoensgebondenheid, die samenhangt met de meteorologisch geïnduceerde seizoensgebondenheid van het oostelijke grensstroomsysteem van de Noord-Atlantische Oceaan. De prominente kaap Santa Maria verdeelt het continentaal plat voor de kust van het zuidelijk Iberisch schiereiland in twee plateaus van verschillende vorm die verschillende oceanografische processen in zich dragen, die op hun beurt de kenmerken van het pelagisch ecosysteem bepalen. Massa- en energietoevoer vanaf het land en door getijden aangedreven processen zorgen ervoor dat het bredere oostelijke plat productiever is, terwijl het smallere westelijke plat, doorsneden door een scherpe onderzeese canyon, onder invloed staat van de bijna permanente upwelling ter hoogte van kaap San Vicente. Bij oostenwind kan de westelijke, warme kuststroom die op het oostelijk plat wordt waargenomen, het westelijk plat binnendringen en zo beide platen biologisch met elkaar verbinden in een oost-west-richting. Westerwinden veroorzaken een algemene opwellende stroming voor de kust van het zuidelijke Iberische schiereiland, die bovenop de bijna permanente opwellende stroming voor de kust van San Vicente komt en een opwellende straal genereert die in oostelijke richting beweegt. Kaap Santa Maria kan deze stroming ombuigen door een koud filament op te wekken dat zich zuidwaarts uitstrekt en water van het westelijk plat naar de open oceaan afleidt. Dit circulatiepatroon belemmert de biologische verbinding tussen de platten in west-oostelijke richting, die daardoor minder effectief is. Het oostelijk plat kan in de zomer een cyclonale circulatiecel bevatten. Deze cel lijkt deel uit te maken van de voortplantingsstrategie van vissoorten zoals ansjovis die in dit gebied van groot commercieel belang zijn. De koppeling tussen paai- en circulatie is bijzonder gunstig bij westenwinden, wanneer de productiviteit op het oostelijk plat toeneemt en het plankton binnen de cyclonale cel wordt opgesloten. Paaswinden bevorderen oligotrofie en de westwaartse uitvoer van plankton, wat een ongunstig effect heeft op de rekrutering en de lage ansjovisvangsten correleert met perioden van merkbaar oostelijke intensiteit.
Leave a Reply