The Green Carnation

De recensent van The Observer schreef: “The Green Carnation will be read and discussed by everyone… nothing so impudent, so bold, or so delicious has been printed these many years.”

Het boek werd in 1895 uit de handel genomen, maar tegen die tijd was het kwaad al geschied. Wilde stond al snel twee keer achter elkaar terecht voor grove zedenschennis en werd veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid. The Green Carnation was een van de werken die door de aanklager tegen hem werd gebruikt.

The Green Carnation werd in 1948 heruitgegeven met een inleiding van de auteur, waarin ook Wilde’s brief aan The Pall Mall Gazette van 2 oktober 1894 was opgenomen, waarin hij ontkende de anonieme auteur te zijn. Het werd in deze vorm opnieuw uitgegeven in paperback in 1992, en opnieuw uitgegeven in 2006 als hardcover met een voorwoord van Anthony Wynn.

In de brief schreef Wilde:

Sir. Staat u mij toe dat ik de suggestie in uw krant van donderdag jongstleden, en sindsdien in vele andere kranten overgenomen, dat ik de auteur zou zijn van The Green Carnation, op de meest nadrukkelijke wijze tegenspreek. Ik heb die prachtige bloem uitgevonden. Maar met het middelmatige en middelmatige boek dat zich haar wonderschone naam toe-eigent, heb ik, ik hoef het nauwelijks te zeggen, helemaal niets te maken. De bloem is een kunstwerk. Het boek is dat niet.

Privé schreef Wilde echter aan zijn vriendin Ada Leverson dat “Hichens ik niet in staat achtte tot zoiets slims”.

Er is een liedje De Groene Anjer in Noël Cowards Operette Bitterzoet, het kwartet van de estheten, een parodie op de Dandy-levensstijl en de estheticismebeweging en tegelijkertijd een ironisch eerbetoon aan de “gay live style” van die tijd.

Leave a Reply