Tabs of spaties? Spaties, natuurlijk, maar hoeveel?
Hoe je het ook vraagt, het is de domste of de belangrijkste vraag als het gaat om codeerstijl: tabs of spaties?
Toen we jullie, onze lezers, deze vraag afgelopen zomer stelden, kwamen spaties als beste uit de bus. Dat gezegd hebbende, is het een genuanceerde vraag waarbij zaken als programmeertaal, editor en projectstijl allemaal een rol zouden moeten spelen.
Of je nu een mening hebt over spaties of tabs, er is nog een verwante vraag: Als u spaties gebruikt, hoeveel gebruikt u er dan, en als u tabs gebruikt, hoeveel spaties stelt u dan in om de diepte van één tabniveau te evenaren?
Er is iets voor te zeggen om er zo weinig mogelijk te gebruiken, vooral als de code die u schrijft bijzonder omslachtige naamgevingsconventies bevat die het totale aantal tekens per regel snel richting de drie cijfers trekken. Of misschien heb je bijzonder diepe inspringingsniveaus in je code, en breek je om wat voor redenen dan ook langere codeblokken niet op in subroutines.
Het argument voor het gebruik van meer spaties is ook de leesbaarheid, maar dan aan de andere kant: Het is soms moeilijk om de inspringdiepte van een regel code te zien als je niet genoeg spatie gebruikt, vooral met kleinere lettergroottes.
Dus vragen wij u, beste lezer, hoeveel spaties staan gelijk aan één inspringingsniveau in de editor van uw keuze?
Leave a Reply