Selderij allergie: klinische en biologische studie van 20 gevallen
Bij 20 patiënten was de inname van selderij verantwoordelijk voor mucocutane symptomen (gegeneraliseerde urticaria en angio-oedeem) (18/20) en respiratoire stoornissen (7/20). Vier gevallen van systemische anafylaxie werden waargenomen. De belangrijkste geassocieerde allergische aandoening was pollinose (16/20). Voedselallergie voor andere plantaardige producten, voornamelijk andere schermbloemigen en appels, kwam in 12 gevallen samen voor met selderijallergie. Er werd vastgesteld dat selderijallergie gemedieerd wordt door IgE-antilichamen: de diagnose wordt gemakkelijk gesteld door huidtesten (er kunnen verse selderijextracten worden gebruikt) en door een adequate RAST (17 positieve resultaten). Cosensibilisatie met bijvoetpollen (14 gevallen) en berkenstuifmeel (9 gevallen) werd gevonden. De selderijallergenen die verantwoordelijk zijn voor de klinische sensibilisatie vinden hun oorsprong hoofdzakelijk in de knol en zijn althans gedeeltelijk thermisch labiel. De frequente associatie met pollensensibilisatie suggereert het bestaan van gemeenschappelijke antigene epitopen in selderie-extracten en bijvoet- en berkenstuifmeel. De tot nu toe verrichte immunologische onderzoeken (RAST-remming en immunoprint) lijken deze hypothese te ondersteunen.
Leave a Reply