[Pathogenese en morfologie van hepatocellulair carcinoom]

Hepatocellulair carcinoom (carcinoma hepatocellulare) doodt ongeveer 1,25 miljoen mensen per jaar over de hele wereld en maakt 1,5% uit van alle maligne neoplasma’s. Vele factoren spelen een rol in de etiologie van hepatocellulaire kanker; de belangrijkste lijken te zijn: hepatitis B en C virussen, alcohol en blootstelling aan aflatoxine. Zij kunnen alle levercirrose veroorzaken. Tegenwoordig wordt echter aangenomen dat alle ziekten die tot levercirrose leiden, kunnen worden gecompliceerd door de groei van primaire leverkanker, maar de mate van risico op de ontwikkeling ervan is verschillend. Hepatocellulair carcinoom groeit in drie macroscopische vormen: nodulair (multifocaal), massaal (unifocaal) en diffuus infiltraterend. Het variërende microscopische patroon heeft geleid tot het onderscheiden van vier hoofdtypen: trabeculair, pseudoglandulair, solide en scirroïsch. Immunohistochemische analyse van hepatocellulair carcinoom speelt een belangrijke rol in de praktische diagnose. Metastatische tumoren van de lever (borst-, pancreas-, nier- en bijnierkankers) komen vaker voor dan primaire tumoren. Bij routine histologisch onderzoek kunnen zij primaire leverkanker imiteren. Een nauwkeurige diagnose is van vitaal belang voor de therapie en de prognose.