Onzekerheidskegel
In projectmanagement beschrijft de Onzekerheidskegel de ontwikkeling van de hoeveelheid best case onzekerheid gedurende een project (Construx n.d.). Aan het begin van een project is er relatief weinig bekend over het product of de werkresultaten, en dus zijn schattingen onderhevig aan grote onzekerheid. Naarmate er meer onderzoek en ontwikkeling wordt gedaan, komt er meer informatie over het project beschikbaar, en de onzekerheid neemt dan af tot 0% wanneer alle resterende risico’s zijn beëindigd of overgedragen. Dit gebeurt meestal tegen het einde van het project, d.w.z. door de verantwoordelijkheden over te dragen aan een aparte onderhoudsgroep.
De term Kegel van Onzekerheid wordt gebruikt bij software ontwikkeling waar de technische en zakelijke omgevingen zeer snel veranderen. Het concept is echter, onder verschillende namen, een ingeburgerd basisprincipe van cost engineering. De meeste omgevingen veranderen zo langzaam dat zij voor de duur van een typisch project als statisch kunnen worden beschouwd, en traditionele projectmanagementmethoden zijn er daarom op gericht door middel van zorgvuldige analyse en planning een volledig inzicht in de omgeving te verkrijgen. Ruim voordat er belangrijke investeringen worden gedaan, wordt de onzekerheid teruggebracht tot een niveau waarop het risico comfortabel kan worden gedragen. In een dergelijke omgeving neemt het onzekerheidsniveau in het begin snel af en is de kegelvorm minder duidelijk. De softwarebranche is echter zeer veranderlijk en er is een externe druk om het onzekerheidsniveau in de loop van de tijd te verlagen. Het project moet actief en voortdurend werken aan het verlagen van het onzekerheidsniveau.
De kegel van onzekerheid wordt smaller zowel door onderzoek als door beslissingen die de bronnen van variabiliteit uit het project halen. Deze beslissingen gaan over reikwijdte, wat wel en niet in het project wordt opgenomen. Als deze beslissingen later in het project veranderen, wordt de kegel breder.
Orspronkelijk onderzoek voor engineering en constructie in de chemische industrie toonde aan dat de werkelijke eindkosten vaak tot wel 100% hoger lagen dan de vroegste “basis” schatting (of tot wel 50% lager; Bauman 1958). Onderzoek in de software-industrie naar de Onzekerheidskegel stelde dat in het begin van de levenscyclus van een project (d.w.z. vóór het verzamelen van de eisen) ramingen over het algemeen een onzekerheid van factor 4 hebben, zowel aan de hoge als aan de lage kant (Boehm 1981). Dit betekent dat de werkelijke inspanning of omvang 4 keer of 1/4 van de eerste ramingen kan zijn. Deze onzekerheid heeft de neiging om in de loop van een project af te nemen, hoewel die afname niet gegarandeerd is (McConnell 2006, p. 38).
Leave a Reply