Luontoportti

Heather

Calluna vulgaris

  • Naam ook: Ling, Gewone dopheide, Schotse dopheide, Witte dopheide
  • Familie: Heidefamilie – Ericaceae
  • Groeivorm: Meerjarige dwergstruik.
  • Hoogte: 10-50 cm (4-20 in.). Stengel rechtop, dicht vertakt, houtig.
  • Bloem: Corolla campanulate, lichtpaars of soms wit, vergroeid, diep 4-lobbig. Kelkbladen 4, dezelfde kleur als de bloemkroon, 3-4 mm lang, langer dan de bloemkroon. Meeldraden 8, uitstulpend uit de bloem. Eén enkele carpel. Bloeiwijze een eenzijdige tros, bloemen kort gesteeld.
  • Loof: Tegenoverstaand, stengelloos, aan de basis stipule-achtige lobben, overwinterend. Blad naaldvormig, met gaafrandige, omgekrulde randen.
  • Vrucht: Behaarde capsule, beschermd door kelk.
  • Habitat: Lichtgevulde en droge bosheide, zandige plaatsen, moerassen, rotsen, hoogvlakten.
  • Bloeitijd: Juli-augustus.

Heather is zo algemeen in de Finse natuur dat de schoonheid ervan zelden wordt gewaardeerd, maar in Midden-Europa wordt de soort bewonderd als rotssieraad. Heide houdt van droge, lichtrijke plaatsen (xerofyt), en doet het helemaal niet goed in bosschaduw. Hij is vooral dol op bosbranden, die zijn habitat openhouden en zijn zaden helpen ontkiemen. Het vuur verbrandt de scheuten, maar het vermogen van de wortelstok om zich snel te herstellen betekent dat hij eventuele schade door vuur, vorst of droogte snel kan herstellen. Bescheiden heide kan meestal een respectabele leeftijd van 25 jaar bereiken, en er zijn zelfs planten gevonden die 50 jaar oud zijn.

Heide bloeit aan het eind van de zomer, het meest uitbundig in augustus. Gewoonlijk zijn zowel de bloemkelk als de kleinere bloemkroon roodachtig violet, maar soms zijn er planten die geen paarse anthocyanen kunnen vormen, waardoor de bloemen wit zijn. Een overvloed aan nectar trekt vele soorten insecten zoals vlinders en bijen naar de bloemen van de heide. De honing van de bloemen is donker en aromatisch. In Midden-Europa wordt heide vooral bestoven door bijen, maar in Finland is de belangrijkste bestuiver de zeer kleine heidetrips. Heidespinnen en andere kleine roofdieren azen op de bestuivers. Het stuifmeel van de heide wordt ook door de wind meegevoerd.

De wetenschappelijke naam van de heidefamilie komt van het Griekse woord dat zuiveren of opvegen betekent. De scheuten werden zeker gebruikt om bezems te maken, maar ook als kleurstof en om leer te looien. De bloemen leveren een kalmerende en aangenaam smakende thee op. Heide is de provinciale bloem van Kainuu.

Andere soorten uit dezelfde familie

Volg ons!

Leave a Reply