Hogchoker

Hogchokers worden soms te koop aangeboden in aquariumwinkels, vaak onder de naam “zoetwater bot” of “zoetwater bot”. Dit is echter niet helemaal juist. Terwijl er enkele soorten volwaardige zoetwater platvissen bestaan uit Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, wordt de hogchoker verondersteld een soort te zijn van kustmondingen en slikken. Hoewel sommige aquarianen exemplaren hun hele leven in zoet water hebben gehouden, is het niet bekend of ze ook zonder zout kunnen gedijen. Grote volwassen exemplaren zijn vrij regelmatig aangetroffen op de Mississippi, de Hudson en de East River, mits de bodem zacht zand is en rijk genoeg om kleine ongewervelden op het substraat te kweken. Ze brengen hun tijd door in aquaria, vastgehecht aan rotsen, drijfhout en glas, waarbij ze hun buik als zuignap gebruiken, ongeveer zoals de heuvelstamvoorns. Het is bekend dat ze in verschillende saliniteiten paaien, maar ze geven de voorkeur aan gematigde saliniteiten van 10-16 deeltjes per duizend en een temperatuur van ongeveer 25°C. Na het uitkomen van de eieren trekken de larven stroomopwaarts naar zoet water. In het voorjaar trekken ze weer stroomafwaarts om te paaien.

Ze zijn moeilijk te voeden en geven de voorkeur aan levend voedsel zoals pekelkreeftjes, Daphnia, muggenlarven, en Tubifex wormen. In het wild voeden ze zich hoofdzakelijk door kleine organismen (witte zandwormen in zout en brak water, insectenlarven in zoet water) uit zand en modder te zeven. Als ze ongezond zijn, veranderen de vlekken op de buik van deze vis vaak van kleur of bewegen ze.

Leave a Reply