Hoeveel koolhydraten zitten er in dit voedsel?
De term koolhydraten dekt een breed scala aan voedingsmiddelen, van de suiker die we in warme dranken doen tot de rijst op ons bord. Ons lichaam moet wat koolhydraten hebben, omdat het een van de belangrijkste bronnen van glucose voor energie in het lichaam is, en de favoriete energiebron van de hersenen.
Soorten koolhydraten
De twee belangrijkste soorten zijn zetmeelrijke koolhydraten en suikers:
- Zetmeelrijke koolhydraten omvatten brood, pasta, chapatis, aardappelen, knoedels, yam en granen.
- Suikers kunnen worden onderverdeeld in natuurlijke suikers en toegevoegde suikers (of ‘vrije suikers’). Tot de vrije suikers behoren die welke door fabrikanten, koks of consumenten aan levensmiddelen worden toegevoegd (zoals kristalsuiker of Demerara-suiker) en die welke van nature aanwezig zijn in honing, siropen en ongezoet vruchtensap.
Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de hoeveelheid koolhydraten in een voedingsmiddel, maar ook of het geraffineerd is of niet, hoe het wordt gekookt en waar het bij wordt gegeten. Vezelrijke, zetmeelrijke koolhydraten worden langzamer verteerd dan suikerhoudende voedingsmiddelen en dranken, waardoor u langer vol zit en een gezonde spijsvertering behoudt.
Hieronder vindt u enkele voorbeelden van veel voorkomende voedingsmiddelen en dranken, met de koolhydraatwaarden weergegeven voor elke portie.
5g koolhydraten komt overeen met 1 theelepel suiker, dus let op: sommige van deze porties met 50g koolhydraten bevatten het equivalent van 10 theelepels suiker!
Brood
Middelgrote snee volkorenbrood, pitabrood en bagel:
Pasta & noedels
Rijstnoedels, pastatwists en ravioli:
aardappelen
Nieuwe aardappelen, ovenfrietjes en aardappelpuree:
Rijst & granen
Couscous, basmatirijst en gebakken ei rijst:
Desserts
Appeltaart, chocolade & notenhoorntjesbrood en cheesecake:
Dranken
Grapefruitsap, appelsap, cranberrysap, cola en warme chocolademelk:
Veilig blijven
Wanneer mensen met diabetes een koolhydraatarm dieet als optie overwegen, moeten zij zich bewust zijn van de mogelijke bijwerkingen, zoals het risico op hypoglykemie, en moeten zij ondersteuning krijgen om dit risico te verminderen als zij insuline of geneesmiddelen zoals Gliclazide of Repaglinide gebruiken. Vraag uw arts om meer informatie over het monitoren en zo nodig aanpassen van de medicatie.
Leave a Reply