History of South Africa’s Bantustans
Summary
Met de goedkeuring van de Bantu Authorities Act in 1951, zette de apartheid de creatie van tien bantustans in gang, een van Zuid-Afrika’s meest beruchte projecten van raciale ordening. De bantustans, ook bekend als “thuislanden” in de officiële taal, werden opgericht in een poging om het apartheidsproject te legitimeren en de zwarte Zuidafrikanen hun burgerschap te ontnemen door tien parallelle “landen” te creëren, die overeenkwamen met de door de staat aangewezen etnische groep. Het Bantustan-project was controversieel en ontwikkelde zich langzaam, eerst door het consolideren van “inheems” reservaatland en later door deze gebieden steeds meer macht voor zelfbestuur te geven. Tegen de jaren 1980 waren er vier “onafhankelijke” Bantustans (Transkei, Ciskei, Venda, en Bophuthatswana) en zes “zelfbesturende” (Lebowa, Gazankulu, KwaNdebele, Qwaqwa, KaNgwane, en KwaZulu).
Weliswaar werkten enkele Bantustan-leiders samen met de anti-apartheids bevrijdingsbewegingen, maar de Bantustans werden grotendeels verworpen als politieke oplichters die werden bestuurd door onrechtmatig geïnstalleerde stamhoofden. Ze fungeerden als dumpplaatsen voor overtollige goedkope Afrikaanse arbeidskrachten en stelden de Apartheidsregering in staat om grootschalige gedwongen verhuizingen uit “blanke” landbouwgebieden en steden te rechtvaardigen. Maar de Bantustans waren ook de kweekvijvers van een zwarte middenklasse en bureaucratische elite. Ondanks de formele ontbinding van de Bantustans in 1994 en hun reïncorporatie in een democratische eenheidsstaat, hebben de heerschappij van de stamhoofden en de groei van deze zwarte middenklasse een diepgewortelde erfenis in het post-1994 tijdperk. Zoals verschillende hedendaagse commentatoren hebben opgemerkt, is Zuid-Afrika getuige geweest van de “bantustan-ificaton” van het post-apartheidslandschap.
Leave a Reply