Hesiod

Genuine works.

Van de twee overgeleverde epen van Hesiod is de Theogony duidelijk de eerste. Hierin vertelt Hesiod, volgens de instructies van de Muzen, de geschiedenis van de goden, beginnend met het ontstaan van Chaos, Gaea (Aarde), en Eros. Gaea baart Uranus (de Hemel), de Bergen, en Pontus (de Zee); en later, nadat zij zich met Uranus heeft verenigd, baart zij vele andere goden. Een van hen is de Titaan Kronos, die in opstand komt tegen Uranus, hem onmondig maakt, en daarna regeert tot hij op zijn beurt door Zeus wordt overmeesterd. Dit verhaal van misdaad en opstand, dat het centrale onderwerp vormt van de Theogonie, wordt onderbroken door vele aanvullende stambomen van goden. Elders presenteert Hesiod, naast mythische familierelaties, nieuwe, die het product zijn van zijn eigen speculatie. Zo duiden de namen van de 50 zeemeerminnen (de Nereïden) die door de zeegod Nereus verwekt zijn, op verschillende eigenschappen van de Zee. Op een andere manier brengt het verhaal over de eerste vrouw, Pandora, die door Zeus gezonden werd om de mens te bederven, Hesiod’s rotsvaste geloof in de opperste en onweerstaanbare macht van Zeus aan het licht. Deze macht wordt het meest majestueus getoond in de Titanomachia, de strijd tussen de Olympische goden, geleid door Zeus, en de Titanen, die Cronus steunen.

Hesiod’s auteurschap van de Theogonie is in twijfel getrokken, maar wordt niet langer betwijfeld, hoewel het werk gedeelten bevat die door latere dichters en rapsodisten zijn ingevoegd. Het verhaal van Typhoeus’ opstand tegen Zeus is vrijwel zeker door iemand anders toegevoegd, terwijl de enigszins overlappende verhalen over de Tartarus, de hymne op Hecate, en de nakomelingen van het zeemonster Keto zeer verdacht zijn. De ontdekking van een theogonie uit Hurrii die lijkt op die van Hesiod lijkt erop te wijzen dat Hesiod’s theogonie belangrijke episodes te danken heeft aan modellen uit het Midden-Oosten. Niettemin benadert de opeenvolging Uranus-Cronus-Zeus zoals verteld door Hesiod het patroon van een klassieke Griekse tragische trilogie. Zo worden de Erinyen (de godheden van de wraak) geboren wanneer Uranus door Kronos ten val wordt gebracht, terwijl hun eigen uur van actie aanbreekt wanneer Kronos op het punt staat door Zeus ten val te worden gebracht. Deze en andere soortgelijke kenmerken vertegenwoordigen aannemelijk Hesiod’s eigen bijdragen aan het geërfde verhaal.

Gebruik een Britannica Premium-abonnement en krijg toegang tot exclusieve inhoud. Subscribe Now

Hesiod’s andere epische gedicht, de Werken en Dagen, heeft een meer persoonlijk karakter. Het is gericht aan zijn broer Perses, die zich door bedrog en omkoperij al een buitensporig deel van hun erfenis heeft toegeëigend en op soortgelijke wijze nog een voordeel wil behalen. In een poging hem van dergelijke praktijken af te brengen, vertelt Hesiod in het eerste deel van het gedicht twee mythen die de noodzaak illustreren van eerlijk, hard werken in het ellendige leven van de mens. In de ene wordt het verhaal van Pandora voortgezet, die uit nieuwsgierigheid een kruik opent en zo een veelheid van kwaden op de mensheid loslaat; in de andere wordt de neergang van de mens sinds de Gouden Eeuw geschetst. Tegenover de wreedheid en onrechtvaardigheid van zijn tijdgenoten bevestigt Hesiod zijn onwankelbare geloof in de macht van de gerechtigheid. Voor hem is de gerechtigheid een godheid en zelfs Zeus’ lievelingsdochter, en het geluk van individuen zowel als van gemeenschappen hangt af van hun behandeling van haar.

Het deel van Hesiod’s boodschap dat gerechtigheid verheerlijkt en overmoed afkeurt, is gericht aan de leiders van zijn gemeenschap, die geneigd lijken te zijn Perses te helpen. Hesiod richt zich ook rechtstreeks tot Perses en dringt er bij hem op aan zijn plannen te laten varen en voortaan in zijn levensonderhoud te voorzien door hard en volhardend te werken: “Voor succes hebben de onsterfelijke goden het zweet van onze wenkbrauwen geplaatst.” Hard werken is voor Hesiod de enige weg naar voorspoed en aanzien. Het levensconcept dat Hesiod hier ontwikkelt, staat bewust tegenover de meer glorieuze idealen van het heldenepos van Homerus.

In de tweede helft van het gedicht beschrijft Hesiod met veel praktisch detail het soort werk dat bij elk deel van de kalender past en legt hij uit hoe dat werk moet worden verricht. De beschrijving van het plattelandsjaar wordt verlevendigd door een levendig gevoel voor het ritme van het menselijk leven en de krachten van de natuur, van de allesoverheersende winterstorm, die de mens naar zijn huis terugdrijft, tot de verzengende hitte van de zomer, waarin hij respijt moet hebben van zijn arbeid.

Het gedicht eindigt met een reeks primitieve taboes en bijgeloof, gevolgd door een gedeelte waarin wordt uitgelegd welke delen van de maand gunstig zijn voor zaaien, dorsen, scheren, en het verwekken van kinderen. Het is moeilijk te geloven dat deze beide gedeelten door Hesiod zijn geschreven.

Leave a Reply