HERMES LOVES

Griekse Mythologie >>Griekse Goden >>Olympische Goden >> Hermes >> Hermes Myths 4 Loves

Griekse Naam

Ἑρμης

Vertaal

Hermês

Latijn Spelling

Hermês

Vertaling

Hermês

Hermês, geboorte van Aphrodite, Himeros en Poseidon | Atheense roodfigurige pelike C4e v. Chr.Archeologisch Museum van Thessaloniki
Hermes, geboorte van Aphrodite, Himeros en Poseidon, Atheense peliké van roodfiguur, 4e eeuw v. Chr, Archeologisch Museum van Thessaloniki

Hermes was de Olympische god van de kudden, de handel, de herauten, de atleten en de dieven.

Deze pagina geeft een overzicht van de minnaars van de god in de mythe. De meest bekende van zijn liefdes zijn de nimf Penelopeia – de moeder van Pan -, de maagd Herse van Athene en Khione (Chione) van Phokis. De enige metamorfose mythe in dit genre was het duistere verhaal van zijn liefde voor de jongeling Krokos die in een krokusbloem veranderde.

(1) DIVINE LOVES (GODDESSES)

APHRODITE De godin van de liefde werd verleid door Hermes met de hulp van Zeus en een gestolen sandaal. Zij baarde hem een zoon genaamd Hermaphroditos.

BRIMO Een godin van de onderwereld (waarschijnlijk Hekate), wiens maagdelijkheid verloren ging aan Hermes op de oevers van het Thessalische meer Boibeis.

DAEIRA Een onderwereldgodin die paarde met Hermes en hem een dochter (of zoon) baarde genaamd Eleusis. Zij kan dezelfde zijn als de hierboven vermelde Brimo, in welk geval haar naam waarschijnlijk een titel is voor Hekate of Persephone.

PEITHO De godin van de overreding die Hermes tot bruid nam.

PERSEPHONE De goden Hermes, Ares, Apollon en Hephaistos maakten Persephone het hof vóór haar huwelijk met Haides. Demeter wees al hun geschenken af en verborg haar dochter weg uit het gezelschap van de goden.

(2) SEMI-DIVINE LOVES (NYMPHS)

KARMENTIS (Carmentis) Een Arkadische (Zuid-Griekenland) Naiad-nimf geliefd door Hermes. Zij baarde hem een zoon Euandros, met wie zij naar Latium (in Italia) emigreerde.

NYMPHE (ONNAMEN) Een nimf van Sicilië (Zuid-Italië) die Hermes een zoon baarde, Daphnis genaamd.

OKYRRHOE Een Naiad-nimf van Teuthrania (in Klein-Azië) die Hermes een zoon schonk, Kaikos genaamd.

OREIADES (Oreaden) Nimfen uit de bergen zouden in de hooglanden paren met Hermes en meer van hun soort voortbrengen.

PENELOPEIA (Penelope) Een nimf van Arkadia (in Zuid-Griekenland) die aan Hermes de god Pan schonk (of een van de Panen genaamd Nomios).

RHENE Een nimf van het eiland Samothrake (Griekse Egeïsche Zee) die aan Hermes een zoon Saon schonk.

SOSE Een nimf van Arkadia (in Zuid-Griekenland) en profetes van de god Hermes. Zij baarde hem een zoon de pan Agreus.

TANAGRA Een nimf van Argos (in Zuid-Griekenland) om wie de goden Ares en Hermes streden in een bokswedstrijd. Hermes won en voerde haar mee naar Tanagra in Boiotië.

(3) MORTALE LIEFDEN (VROUWEN)

AGLAUROS Een prinses van Athene in Attika (Zuid-Griekenland) die Hermes een zoon schonk, Keryx.

AKALLE (Acalle) Een prinses van Krete (Griekse Egeïsche Zee) die door Hermes bemind werd. Zij baarde hem een zoon genaamd Kydon.

ALKIDAMEA (Alcidamea) Een prinses van Korinthos (Zuid-Griekenland) die Hermes een zoon schonk, Bounos genaamd.

ANTIANEIRA Een vrouw van Alope in Malis (Noord-Griekenland) die Hermes twee zonen schonk: Ekhion en Eurytos.

APEMOSYNE Een prinses van Krete en later Rhodos (Griekse Egeïsche Zee) die door Hermes werd bezwangerd. Toen haar broer ontdekte dat zij zwanger was van kind schopte hij haar dood.

APTALE Een vrouw die de moeder was van Eurestos door Hermes.

ERYTHEIA Een prinses van Iberia (Zuid-Spanje) die Hermes een zoon Norax baarde.

EUPOLEMIA Een prinses van Phthia (Noord-Griekenland) die door Hermes bemind werd. Zij baarde hem een zoon Aithalides.

HERSE of KREOUSA (Creusa) Een prinses van Attika (Zuid-Griekenland) die door Hermes bemind werd en hem een zoon Kephalos baarde.

IPHTHIME Een prinses van Doros in Thessalia (Noord-Griekenland) die door Hermes bemind werd en hem drie Satyroi baarde – genaamd Pherespondos, Lykos en Pronomos.

KHIONE of PHILONIS (Chione) Een prinses van Phokis (centraal Griekenland) die in dezelfde nacht met twee goden, Hermes en Apollon, de liefde bedreef. Aan Hermes schonk zij een zoon Autolykos.

KHTHONOPHYLE (Chthonophyle) Een koningin van Sikyonia (Zuid-Griekenland) die Hermes een zoon schonk, Polybos genaamd.

KLYTIE (Clytie) Een vrouw of nimf van Elis (Zuid-Griekenland) die de moeder was van Myrtilos bij Hermes. Zijn moeder wordt ook genoemd als Theoboule.

LIBYE (Libië) Eene prinses van Libië (in Noord-Afrika) of van Nauplia in Argolis (Zuid-Griekenland), die Hermes een zoon baarde, Libys genaamd.

PENELOPE Een koningin van Ithaka (west-centraal Griekenland) en echtgenote van Odysseus. Volgens sommigen was zij de moeder van Hermes van de god Pan, anderen zeggen dat een nimf met dezelfde naam de god baarde.

PHYLODAMEIA Een van de vijftig prinsessen van Argos (Zuid-Griekenland) bekend als de Danaiden. Zij was geliefd door Hermes en baarde hem een zoon Pharis.

POLYMELE Een vrouw van Phthiotis (Noord-Griekenland) die Hermes een zoon baarde, Eudoros.

THEOBOULE (Theobule) Een vrouw van Elis (in Zuid-Griekenland) die Hermes een zoon baarde, Myrtilos.

THRONIA Een prinses van Aigyptos (Egypte) die Hermes een zoon schonk, Arabos genaamd.

(4) MORTALE LIEFDEN (MEN)

AMPHION Een koning van Thebe in Boiotië (Zuid-Griekenland) die, volgens sommigen, bemind werd door Hermes.

KROKOS (Crocus) Een Arkadische jongeling (Zuid-Griekenland) die bemind werd door Hermes. Toen de god hem bij het discuswerpen per ongeluk doodde, veranderde hij de jongen in een krokusbloem.

PERSEUS Een held en prins van Argos (Zuid-Griekenland) die volgens sommigen een minnaar van Hermes was.

CLASSIEKE LITERATUUR QUOTES

HERMES LOVES : APHRODITE

Aphrodite, Hermes en de weegschaal der liefde | Atheens roodfigurig kelkkrater 4e v. Chr. | Nationaal Archeologisch Museum, Athene
Aphrodite, Hermes en de weegschaal der liefde, Atheens roodfigurig kelkkrater 4e v. Chr, Nationaal Archeologisch Museum, Athene

LOCALE : Aitolia (Centraal Griekenland) EN Amythaonia (Egypte) OF Mt Ida, Troia (Anatolië)

I. VERLEID IN EGYPTE

Pseudo-Hyginus, Astronomica 2. 16 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf 2e eeuw na Chr.) :
“Mercurius, geroerd door Venus’ schoonheid, werd verliefd op haar, en toen zij haar geen gunsten toestond, werd hij zeer terneergeslagen, alsof hij in ongenade was. Jove had medelijden met hem, en toen Venus in de rivier de Achelous baadde, stuurde hij een adelaar om haar sandaal mee te nemen naar Amythaonia van de Egyptenaren en hem aan Mercurius te geven. Venus, zoekende, kwam tot hem, die haar liefhad, en hij, toen hij zijne wenschen had vervuld, zette als belooning den arend in den hemel.”

II. HUN ZOON

Diodorus Siculus, Bibliotheek der Geschiedenis 4. 6. 5 (trans. Oldfather) (Griekse geschiedschrijver C1e v. Chr.) :
“Hermaphroditos, zoals hij genoemd werd, die geboren werd uit Hermes en Aphrodite en een naam kreeg die een combinatie is van die van zijn beide ouders.”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 271 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf C2e n. Chr.) :
“Jongeren die het knapst waren …. Atlantius, zoon van Mercurius en Venus, die Hermaphroditus wordt genoemd.”

Ovidius, Metamorphoses 4. 288 e.v. (trans. Melville) (Romeins epos C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“Aan Mercurius , zo gaat het verhaal, en Cythereia werd een jongen geboren die in de grotten van de berg Ida door de Naiden werd opgevoed; in zijn gezicht toonde hij vader en moeder en hij nam zijn naam van beiden aan. Toen driemaal vijf jaar waren verstreken, verliet de jongen Ida, zijn pleeggezin, zijn bergverblijven, begerig om in vreemde landen ver weg te zwerven.”

Cicero, De Natura Deorum 3. 21-23 (trans. Rackham) (Romeinse retoricus C1e v. Chr.
“Engendered form the sea-foam, we are told she became the mother by Mercurius of the second Cupidus.”

Voor MEER informatie over deze godheden zie APHRODITE en HERMAPHRODITOS

HERMES LOVES : DAEIRA – BRIMO

LOCALE : Meer van Boibeis, Thessalia (Noord-Griekenland) OF Eleusis, Attika (Zuid-Griekenland)

Brimo en Daeira waren mogelijk titels van de godin Hekate die als godin van de Onderwereld en van de Eleusinische Mysteriën nauw verbonden was met Hermes Gids van de Doden.

Pausanias, Beschrijving van Griekenland 1. 38. 7 (trans. Jones) (Grieks reisverslag C2e A.D.) :
“De held Eleusis, naar wie de stad is genoemd, zou volgens sommigen een zoon zijn van Hermes en van Daeira, dochter van Okeanos.”

Propertius, Elegieën 2. 29C (trans. Goold) (Romeinse elegie C1e v. Chr.):
“Brimo, die, zoals de legende vertelt, bij de wateren van Boebeis haar maagdelijk lichaam aan de zijde van Mercurius legde.”

Voor MEER informatie over deze godin zie DAEIRA en HEKATE

HERMES LOVES : PEITHO

LOCALE : Niet-specifiek

Nonnus, Dionysiaca 8. 220 ff (trans. Rouse) (Grieks epos C5e n.Chr.) :
“Als quikshoe Hermes met jou vrolijk heeft gebridged, als hij zijn eigen Peitho vergeten is.”

Nonnus, Dionysiaca 48. 230 e.v. :
“Heer Hermes . . . is het tere bed van Peitho binnengegaan, die het huwelijk voltrekt.”

Voor MEER informatie over deze godin zie PEITHO

HERMES LOVES : PERSEPHONE

LOCALE : Mt Olympos (woonplaats van de goden)

Nonnus, Dionysiaca 5. 562 e.v. (trans. Rouse) (Grieks epos C5e A.D.) :
“Allen die op Olympos woonden waren betoverd door dit ene meisje, rivalen in liefde voor de huwbare maagd, en boden hun bruidsschatten voor een onbezoedeld bruidsschat. Hermes was nog niet naar het bed van Peitho gegaan, en hij bood zijn roede aan als geschenk om haar kamer te versieren.”

Voor MEER informatie over deze godin zie PERSEPHONE

HERMES LÖFT : DE OREADS

LOCALE : Niet-specifiek

Homerische Hymne 5 aan Aphrodite 256 e.v. (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C7e tot 4e v. Chr.) :
“De diepborstige berg Nymphai die deze grote en heilige berg bewonen . … met hen paren de Seilenoi en de scherpogige Argeiphontes in de diepten van aangename grotten.”

Voor MEER informatie over deze nimfen zie OREIADES

HERMES LOVES : IPHTHIME

LOCALE : Doros, Thessalia (Noord-Griekenland)

Nonnus, Dionysiaca 14. 105 e.v. (trans. Rouse) (Grieks epos C5e A.D.) :
“De gehoornde Satyroi werden gecommandeerd door deze leiders … . Met Pherespondos liep Lykos, de luidruchtige heraut, en Pronomos, vermaard om zijn intelligentie – allen zonen van Hermes, toen hij Iphthime in een geheime verbintenis aan zich had verbonden. Zij was de dochter van Doros, die zelf afstamde van Zeus en een wortel was van het ras der Hellen, en Doros was de stamvader van waaruit het Akhaïsche bloed van de Dorische stam kwam. Aan deze drie vertrouwde Eiraphiotes de waardigheid van de staf van de hemelse heraut toe, hun vader de bron van wijsheid.”

HERMES LIEFT : CARMENTIS

LOCALE : Arkadia (Zuid-Griekenland)

Pseudo-Hyginus, Fabulae 277 (trans. Grant) (Romeins mythograaf 2e n.Chr.) :
“Eerste uitvinders . . . De Griekse letters Mercurius zou ze naar Egypte hebben gebracht, en vanuit Egypte nam Cadmus ze mee naar Griekenland. Cadmus in ballingschap uit Arcadië, nam ze mee naar Italië, en zijn moeder Carmenta veranderde ze in Latijn tot het aantal van 15.”

HERMES LIEFT : PENELOPEIA & SOSE

Hermes, Eros en Aphrodite | Apulian red-figure calyx krater C4th B.C. | Museum of Fine Arts, Boston
Hermes, Eros en Aphrodite, Apulian red-figure calyx krater C4th B.C., Museum of Fine Arts Boston

LOCALE : Arkadia (Zuid-Griekenland)

Homerische Hymne 19 aan Pan (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C7e tot 4e v. Chr.) :
“Hermes . . . kwam naar Arkadia . . . daar waar zijn heilige plaats is als god van Kyllene. Want daar, hoewel een god, placht hij gekrulde schapen te hoeden in dienst van een sterfelijk mens, want daar viel op hem en werd een sterk smeltend verlangen om te trouwen met de rijk geklede dochter van Dryopos , en daar bracht hij het vrolijke huwelijk tot stand. En in het huis baarde zij Hermes een lieve zoon, die vanaf zijn geboorte prachtig was om te zien, met geitenpoten en twee hoorns – een luidruchtig, vrolijk lachend kind. Maar toen de voedster zijn onbehouwen gezicht en zijn volle baard zag, werd zij bang en sprong op en vluchtte weg, het kind achterlatend. Toen ontving de gelukbrengende Hermes hem en nam hem in zijn armen; zeer blij in zijn hart was de god.”

Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca E7. 39 (trans. Aldrich) (Griekse mythograaf C2e A.D.) :
“Sommigen zeggen dat Penelope door Antinous werd verleid, en door Odysseus naar haar vader Ikarios werd teruggebracht, en dat zij, toen zij Mantineia in Arkadia bereikte, Pan baarde, aan Hermes.”

Herodotus, Historiën 2. 153. 1 (trans. Godley) (Griekse geschiedschrijver C5e v. Chr.) :
“Pan wordt beschouwd als de jongste der goden … en Pan de zoon van Penelope (want volgens de Grieken waren Penelope en Hermes de ouders van Pan) was ongeveer achthonderd jaar vóór mij, en dus van een latere datum dan de Trojaanse oorlog.”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 224 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf C2e n.Chr.) :
“Stervelingen die onsterfelijk werden gemaakt …. Pan, zoon van Mercurius en Penelope.”

Nonnus, Dionysiaca 14. 67 e.v. (trans. Rouse) (Grieks epos C5e A.D.) :
“Panes, de zonen van Hermes, die zijn liefde verdeelde tussen twee Nymphai; bij de ene bezocht hij het bed van Sose, de hooglandprofeetin, en verwekte een zoon, bezield met de goddelijke stem van de profetie, Agreus, goed onderlegd in de beestendodende sport van de jacht. De andere was Nomios, die de weidende schapen goed beminden, een geoefend in de herderspijp, voor wie Hermes het bed zocht van Penelopeia de landnimf.”

Voor MEER informatie over deze nimfen zie PENELOPEIA en SOSE

HERMES LOVES : TANAGRA

LOCALE : Argolis (Zuid-Griekenland) EN Boiotië (Centraal-Griekenland)

Corinna, Fragment 654 (trans. Campbell, Vol. Greek Lyric IV) (C5e v. Chr.) :
“Van deze negen dochters . . . Tanagra , werd gegrepen door Hermes.”

Corinna, Fragment 666 :
“Om jouwentwil bokste Hermes tegen Ares.”

Voor MEER informatie over deze nimf zie TANAGRA

HERMES LOVES : APEMOSYNE

LOCALE : Rhodos (Grieks Egeïsch gebied)

Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca 3. 14 (trans. Aldrich) (Griekse mythograaf C2e n.Chr.) :
“verliet Krete met zijn zuster Apemosyne en ging naar een zekere plaats op Rhodos … . Niet lang daarna werd hij de moordenaar van zijn zuster. Hermes ontwikkelde namelijk een hartstocht voor Apemosyne; omdat hij haar niet kon vangen toen zij van hem wegrende (zij was sneller ter been dan Hermes!), strooide hij enkele pas gestroopte huiden langs de weg, waarop zij uitgleed toen zij terugkeerde van de bron. Vervolgens verkrachtte hij haar. Toen zij haar broer vertelde wat er gebeurd was, vatte Althaimenes haar verhaal over de god op als een uitvlucht, en doodde haar met een trap van zijn voet.”

HERMES HOUDT VAN : HERSE

LOCALE : Athene, Attika (Zuid-Griekenland)

Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca 3. 180-181 (trans. Aldrich) (Griekse mythograaf 2de eeuw na Chr.) :
“Kekrops trouwde met Agraulos, dochter van Aktaios, en kreeg een zoon Erysikhthon . … en drie dochters, Agraulos, Herse, en Pandrosos . . . Herse en Hermes kregen Kephalos, waar Eos een passie voor ontwikkelde en ontvoerde. Zij hadden seks in Syrië .”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 160 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf 2de eeuw n.Chr.) :
“Zonen van Mercurius . .. Cephalus bij Creusa, dochter van Erechtheus.”

Ovidius, Metamorphosen 2. 552 ff (trans. Melville) (Romeins epos C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“De drie ongetrouwde dochters van Cecrops . . . Pandrosos en Herse . . . en Agraulos.”

Ovid, Metamorphosen 2. 708 e.v. :
“Caducifer steeg stijgend op zijn vleugels, en in zijn vlucht keek hij neer op het land dat Minerva liefheeft en de Munychische velden en de gecultiveerde bosjes van het Lyceum. Toevallig was het die dag Pallas’ feest en maagden droegen, op de gebruikelijke manier, in manden met bloemenkronen op hun hoofden de heilige vaten naar haar heiligdom op de heuveltop. Toen zij terugkeerden zag de gevleugelde god hen daar en wendde zich af en cirkelde boven hen, zoals een snelle vlieger die een offer ziet en, terwijl de priesters zich rond het slachtoffer verdringen, angstig rondcirkelt, maar toch niet te ver durft te gaan, en op hongerige vleugels rondzweeft; zo wervelde Cyllenius boven de citadel van Actea in cirkel na cirkel door de lucht. Zoals Lucifer (de morgenster) schitterender schijnt dan alle sterren, of zoals gouden Phoebe (de maan) Lucifer (de morgenster) overtreft, zo wandelde Herse tussen haar kameraden, lieflijker dan zij allen, het schoonste juweel van het festival.
Jove’s zoon, door haar lieflijkheid bevangen, werd ontstoken terwijl hij zweefde, als een lood uit een Balearische slinger, dat als het vliegt gloeit van zijn snelheid en onder de wolken warmte vindt die niet van hem is. Zwaaiend verliet hij de hemel en vloog naar de aarde, en daar nam hij een vermomming aan – zo’n vertrouwen in zijn goede uiterlijk! Maar hoewel zijn vertrouwen gegrond was, spaarde hij geen moeite; hij streek zijn haar glad, legde zijn mantel goed, zodat de hele lange gouden zoom te zien was, zag dat zijn staf, de staf die hij hanteert om slaap te brengen en te verbannen, glom met een poetsbeurt, en zijn enkelbanden waren glanzend en zijn sandalen geborsteld en schoon. Het huis bezat in een afgelegen vleugel drie kamers, rijkelijk ingelegd met ivoor en schildpad. Rechts woonde Pandrosos, links Aglauros en daartussen Herse.
Aglauros merkte eerst Mercurius’ nadering op en vroeg de god vrijmoedig naar zijn naam en zaken. Op haar vraag antwoordde de kleinzoon van Atlantis Pleione: ‘Ik ben hij die de mandaten van zijn vader door de hemel draagt. Mijn vader is Juppiter zelf. Ik zal geen reden verzinnen. Alleen, als je zo goed wilt zijn, sta achter je zus en stem toe tante te zijn van mijn kind. Voor Herse’s bestwil ben ik hier; begunstig de hoop van een minnaar!’
Ze keek hem aan met die harde ogen die nog niet zo lang geleden het mysterie van de blonde Minerva hadden gespot, en vroeg een gouden fortuin voor haar diensten, en in afwachting van betaling dwong ze hem het huis uit. De krijgsgodin wendde haar boze ogen op het meisje en slaakte een zucht zo diep dat borst en aegis huiverden. Zij herinnerde zich, dat het Aglauros was, wiens ontheiligende hand dat geheim blootlegde, toen de eed, die zij gezworen had, verbroken werd en zij de zuigeling zag, het kind van de grote Lemnicola, het kind, dat geen moeder gebaard had; en nu zou zij in de gunst komen bij de god en ook bij haar zuster, en zo rijk worden met al dat goud, dat haar hebzucht had willen verwerven. Straks zocht zij de smerige slijmerige hut waar Invidia (Afgunst) woonde… Tritonia vervuld van afkeer, dwong een paar koele woorden : “Injecteer uw pest in een van Cecrops dochters; dat heb ik nodig; Aglauros is het.” .
In de kamer van Cecrops’ kind ging zij en deed wat haar was bevolen. Op de borst van het meisje legde zij haar vernietigende hand en vulde haar hart met doornstruiken en ademde een onheilspellende vloek diep in haar botten en verspreidde een stroom van gif, zwart als pek, in haar longen. En opdat de keuze der smarten niet te wijd zou dwalen, zette zij voor haar ogen het gelaat van haar zuster, haar fortuinlijk huwelijk en de zo glorierijke god, en schilderde alles groter dan het leven. Zulke gedachten waren een kwelling: Aglauros kwijnde in zijn eigen verdriet, de hele nacht radeloos, de hele dag in volslagen ellende, wegkwijnend in langzaam verval, als ijs ontsierd door een onbestendige zon. Het geluk van de gelukkige Herse smeulde in haar hart als groene doornen aan een vuur dat nooit vlam vat, noch goede warmte geeft, maar dof wegbrandt. Dikwijls zou zij liever sterven dan zulke schouwspelen te zien; dikwijls wilde zij, als een misdaad, het verhaal aan haar strenge vader vertellen.
Op het laatst ging zij zelf voor de deur van haar zuster zitten om Cyllenius de toegang te versperren. Met honingzoete woorden drukte hij zijn gebeden en smeekbeden op. Genoeg,’ zei zij, ‘ik zal nooit verhuizen voordat je gedwongen bent weg te gaan!’ ‘Een koopje!’ riep de god en met zijn staf, zijn toverstok, opende hij de deur. Maar toen zij probeerde op te staan, merkte zij, dat een verdovend gewicht haar spieren verstijfde; toen zij zich inspande om rechtop te staan, zaten haar knieën vast; een ijzige kilte sijpelde door haar ledematen, het bloed verbleekte in haar aderen. En zoals een kwaadaardig gezwel dat alle genezing te boven gaat, ver en wijd kruipt en verwondt wat eens goed was, zo drong geleidelijk de winter van de donkere dood haar hart binnen en verstikte haar adem en hield de levensbanen op. Ze probeerde niet te spreken, en als ze het geprobeerd had, was er geen ruimte meer voor woorden. Haar keel, mond, lippen waren in steen gehard; en daar bleef zij, een levenloos standbeeld, noch was het wit, maar met haar donkere gedachten bevlekt. Zoo was de straf, die Atlantiades dood Aglauros voor haar boze woorden en wil. Toen, Athene verlatend, Pallas’ fabelachtig land, ging hij op kloppende vleugelen ten hemel.”

HERMES LIEFT : CHIONE

LOCALE : Mt Parnassos, Phokis (Centraal Griekenland)

Pausanias, Beschrijving van Griekenland 4. 8. 6 (trans. Jones) (Grieks reisverslag C2e A.D.) :
“Autolykos, die op de berg Parnassos leefde, en van wie gezegd werd dat hij een zoon van Hermes was, hoewel zijn echte vader Daidalion was.”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 200 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf 2e eeuw n.Chr.) :
“Van Apollo en Mercurius wordt gezegd dat zij dezelfde nacht sliepen met Chione, of, zoals andere dichters zeggen, met Philonis , dochter van Daedalion. Bij Apollo baarde zij Philammon, en bij Mercurius Autolycus. Later sprak zij bij de jacht te hoogmoedig tegen Diana, en werd daarom door haar pijlen gedood. Maar de vader Daedalion, vanwege zijn verdriet om zijn enige dochter, werd door Apollo veranderd in de vogel daedalion, dat wil zeggen, de havik.”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 201 :
“Mercurius gaf aan Autolycus, die hij verwekte bij Chione, de gave zo’n vaardige dief te zijn dat hij niet gepakt kon worden, waardoor hij in staat was alles wat hij stal in een andere gedaante te veranderen.”

Ovidius, Metamorphoses 11. 301 e.v. (trans. Melville) (Romeins epos C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“had een dochter, Chione, een meisje dat zeer gezegend was met de schoonheid van de macht, haar veertien jaar klaar voor het huwelijk, en haar hand werd gezocht door ontelbare vrijers. Phoebus, toevallig, en de zoon van Maia, op de terugweg, de een van Delphi, de ander van Cyllene, beiden zagen haar, beiden vatten het hete vuur van de liefde.
Apollo stelde zijn hoop op liefde uit tot de nacht; Mercurius wilde niet wachten en raakte haar met zijn toverstok, die de slaap verzacht, op de lippen; ontroerd lag zij en onderging zijn aanranding. De nacht bestrooide de hemel met sterren; Phoebus nam de gedaante aan van een oude vrouw en verkreeg zijn vreugden-voorbehouden. Haar schoot voldeed aan haar tijd en aan de god van de vleugelvoeten werd een sluwe knaap geboren, Autolycus, bedreven in allerlei listen, gewend om zwart wit te maken en wit zwart, een zoon die de vaardigheid van zijn vader behield. Bij Phoebus werd Philammon geboren, beroemd om zijn zang en zijn lier. Wat baatte het twee goden te hebben behaagd, twee jongens te hebben voortgebracht, een dappere vader te hebben, een glanzende grootvader? Is roem niet ook een vloek? Inderdaad een vloek voor velen. Voor haar zeker. Ze waagde het zich boven Diana te plaatsen, met haar mooie gezicht. De godin, woest van woede, riep: “Mijn daden zullen je beter bevallen!” en zij boog haar boog en schoot haar pijl af, en de schacht doorboorde die tong die het verdiende. Toen was die tong stom, de woorden die ze probeerde te zeggen mislukten, haar bloed en leven ebden weg.
Treurig hield ik haar vast, voelde in mijn hart het verdriet van haar vader, en gaf mijn broer woorden van troost, want hij hield van haar – woorden die hij hoorde als rotsen de brullende golven – en bitter treurde hij over het verlies van zijn dochter. Ja, toen hij haar op de brandstapel zag, kreeg hij viermaal een impuls om zich in de vlammen te storten; viermaal werd hij teruggedrongen en vluchtte hij in razernij weg; als een os, die door horzels in zijn gebogen nek wordt gestoken, zo ging hij waar geen weg was. Zijn snelheid leek toen al sneller dan een mens kon lopen, en je zou geloven dat zijn voeten vleugels hadden. Zo vluchtte hij voor ons allen, met doodsnelheid bereikte hij de top van de Parnassus.
Apollo, medelijdend, toen Daedalion zich van een klif wierp, maakte hem een vogel, en hield hem op plotseling zwevende vleugels, en gaf hem een gehoekte snavel, gaf gebogen klauwen, met moed als vanouds en kracht die meer dan paste bij de bouw van zijn lichaam. En nu een havik, goedaardig voor één, hij ventileert zijn wreedheid op elke vogel en, zoals in verdriet gaat hij, zorgt ervoor dat anderen treuren en delen in zijn ellende. “

HERMES LOVES : POLYMELE

LOCALE : Phthiotis (Noord-Griekenland)

Homer, Ilias 16. 181 e.v. (trans. Lattimore) (Grieks epos C8e v. Chr.) :
“Het volgende bataljon werd aangevoerd door de krijgshaftige Eudoros, een maagdenkind, geboren uit een lieftallige danseres, Polymele, dochter van Phylas; van wie de sterke Hermes Argeiphontes hield, toen hij haar met zijn ogen bekeek tussen de meisjes die dansten in het koor voor de luidruchtige Artemis van de gouden distaff. Hermes ging weldra met haar naar haar kamer en lag in het geheim bij haar, en zij baarde hem een zoon, de stralende Eudoros, een voortreffelijk loper en een snel man in de strijd. Maar nadat Eileithyia van de harde pijnen het kind in het licht naar buiten had gebracht, en hij de zonneschijn aanschouwde, leidde Aktors zoon Ekhekles in de majesteit van zijn grote macht haar naar zijn huis, toen hij ontelbare geschenken had gegeven om haar voor zich te winnen, en de oude man Phylas nam het kind en voedde het vriendelijk op en zorgde voor hem, in genegenheid alsof hij zijn eigen zoon was geweest.”

HERMES LIEFHEERT : KROCUS

LOCALE : Onbekend, misschien Lakedaimonia of Eleusis, Attika (Zuid-Griekenland)

Hermes doodde bij een discusspel per ongeluk zijn geliefde Krokos, en veranderde zijn lichaam in de scharlakenrode krokusbloem. De mythe is vergelijkbaar met die van Apollon en Hyakinthos.

Hermes heeft zijn minnaar Krokos gedood tijdens een discusspel, en veranderde zijn lichaam in de scharlakenrode krokusbloem.

Hermes houdt van : AMPHION

LOCALE : Thebe, Boiotia (Centraal Griekenland)

Philostratus de Oudere, Imagines 1. 10 (trans. Fairbanks) (Griekse retoricus C3rd A.D.) :
“Mijn eigen mening is dat Hermes Amphion deze geschenken gaf, zowel de lier als de hoofdband, omdat hij overmand was door liefde voor hem.”

Voor de MYTH van Hermes en Amphion zie Hermes Favour: Amphion

HERMES LOVES : PERSEUS

LOCALE : Seriphos (Grieks Egeïsch)

De referentie waarin Perseus wordt beschreven als minnaar van Hermes wordt hier momenteel niet geciteerd.

Voor de MYTH van Hermes en Perseus zie Hermes Favour: Perseus

Bronnen

Grieks

  • Homer, De Ilias – Griekse Epiek C8e v. Chr.
  • De Homerische Hymnen – Griekse Epiek C8e – 4e v. Chr.
  • Griekse Lyriek IV Corinna, Fragmenten – Griekse Lyriek C5e v. Chr.
  • Herodotus, Historiën – Griekse Geschiedenis C5e v. Chr.
  • Apollodorus, De Bibliotheek – Griekse Mythografie C2e n. Chr.
  • Diodorus Siculus, De Bibliotheek der Historiën – Griekse Geschiedenis C1e v. Chr.
  • Pausanias, Beschrijving van Griekenland – Grieks reisverslag C2e n. Chr.
  • Philostratus de Oudere, Imagines – Griekse Retorica C3e n.Chr.
  • Nonnus, Dionysiaca – Grieks Epos C5e n.Chr.

ROMAN

  • Hyginus, Fabulae – Latijnse Mythografie C2e A.D.
  • Hyginus, Astronomica – Latijnse Mythografie C2e A.D.
  • Ovidius, Metamorfosen – Latijns epos C1ste v. Chr. – C1ste n. Chr.
  • Propertius, Elegieën – Latijnse Elegie C1ste v. Chr.
  • Cicero, De Natura Deorum – Latijnse Retorica C1st B.C.

BIBLIOGRAPHY

Een complete bibliografie van de op deze pagina geciteerde vertalingen.

Leave a Reply