Heracleum maximum (Gewone koe pastinaak): Minnesota Wildflowers

Bloem: Bloemvorm: 5-bloemig Type cluster: plat

De bloemen staan in platte trossen (schermpjes) met een doorsnede van 4 tot 8 cm, waarbij elk trosje bestaat uit 15 tot 30 kleinere trosjes (schermpjes) van maximaal 30 bloemen. De afzonderlijke bloemen hebben een doorsnede van ongeveer 2,5 cm met 5 witte bloemblaadjes die aan het uiteinde ingekeept zijn. De bloemen aan de buitenrand zijn groter en hebben meer diep verdeelde bloemblaadjes van ongelijke grootte. Er zijn 5 wit getipte meeldraden die het crèmekleurige knopcentrum omringen.

Aan de basis van de schermbloem en elke schermbloem staan 4 of meer groene, lancetvormige schutbladeren die even lang of langer zijn dan de individuele bloemstelen, maar die de neiging hebben af te vallen tegen de vruchttijd. Een plant heeft enkele tot vele bloemtrossen, aan de uiteinden van vertakkende stengels en voortkomend uit de bovenste bladoksels.

Loof en stengel: Loofaanzet: afwisselend Loofsoort: samengesteld Loofsoort: gelobd Loofsoort: handvormig

Bladeren zijn handvormig samengesteld in 3-tallig, zacht behaard, met fijne scherpe tanden rond de randen, tot 18 centimeter lang en breed nabij de basis van de plant, kleiner wordend naarmate ze de stengel opklimmen. Het eindblaadje is het grootst en gelobd in 3 delen; elke lob kan verder verdeeld zijn. De aanhechting is afwisselend.

De bladsteel is lang en omhuld waar hij de stengel omklemt. Stengels zijn enkelvoudig, rechtopstaand, weinig tot veel vertakt, stevig en hol. Stengels, bladstelen en scheden zijn alle bedekt met korte fijne haren, hoewel ze in de bovenste plant schaars behaard kunnen zijn.

Fruit: Vruchttype: zaad zonder pluim

Vrucht is afgeplat, ovaal tot hartvormig, ¼ tot ½ inch lang, rijpt tot bruin en splitst in 2 zaden.

Zaden zijn geribbeld langs de randen, hebben 3 of 4 verticale lijnen en zijn vaak fijn behaard.

Noten:

Kauwpastinaak, vroeger Heracleum lanatum, komt in heel Minnesota voor, vaak in het late voorjaar en de vroege zomer langs bermen in natte greppels. Hij heeft bredere bloemtrossen dan de meeste andere leden van de wortelfamilie; dat en de grote bladeren maken hem gemakkelijk te herkennen. De koe pastinaak is de inheemse tegenhanger van het zeer invasieve, niet-inheemse reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), waarvan nog niet bekend is dat het in Minnesota voorkomt, maar wel op weg is hierheen. Reuzenberenklauw is echt een reus, hij kan wel 20 meter hoog worden met stengels van 2 tot 4 centimeter in diameter en samengestelde bladeren van 3 tot 10 meter(!) breed. Net als Wilde pastinaak (Pastinaca sativa) veroorzaakt het sap van Reuzenberenklauw phytophotodermatitis, wat resulteert in ernstige brandwonden en pijnlijke blaren wanneer de aangetaste huid aan zonlicht wordt blootgesteld. Cow Parsnip kan hetzelfde effect hebben.

Leave a Reply