Heka
Heka is de god van de magie en de geneeskunde in het oude Egypte en is tevens de personificatie van de magie zelf. Hij is waarschijnlijk de belangrijkste god in de Egyptische mythologie, maar wordt vaak over het hoofd gezien omdat zijn aanwezigheid zo alomtegenwoordig was dat hij bijna onzichtbaar was voor de Egyptologen van de 19e en 20e eeuw. In tegenstelling tot de bekende Osiris en Isis, had Heka geen cultus, geen rituele verering en geen tempels (behalve in de Late Periode van het Oude Egypte, 525-323 v. Chr.). Hij wordt voornamelijk genoemd in medische teksten en magische spreuken en bezweringen en werd daarom eerder tot het rijk van het bijgeloof dan tot dat van het religieuze geloof gerekend. Hoewel hij in de bekendste mythen niet bij naam wordt genoemd, werd hij door de oude Egyptenaren beschouwd als de kracht achter de goden wier namen en verhalen synoniem zijn geworden met de Egyptische cultuur.
Magie werd beschouwd als aanwezig bij de geboorte van de schepping – was, in feite, de werkzame kracht in de scheppingsdaad – en daarom behoort Heka tot de oudste goden van Egypte, die reeds in de Predynastische Periode in Egypte (ca. 6000 – ca. 3150 v. Chr.) werden erkend. 6000 – ca. 3150 v. Chr.) en verschijnt in inscripties in de Vroege Dynastieke Periode (ca. 3150 – 2613 v. Chr.).
Aanbieding
Hij werd in antropomorfe vorm afgebeeld als een man in koninklijke kleding die de vorstelijke gebogen baard van de goden droeg en een staf droeg die met twee slangen was verstrengeld. Dit symbool, oorspronkelijk geassocieerd met de genezende god Ninazu van Soemerië (zoon van de godin Gula), werd overgenomen voor Heka en reisde naar Griekenland waar het geassocieerd werd met hun genezende god Asclepius, en is vandaag de caduceus, symbool van de medische professie. Heka wordt soms ook afgebeeld als de twee goden die het nauwst met hem verbonden zijn, Sia en Hu, en vanaf de Late Periode (525-332 v. Chr.) wordt hij afgebeeld als kind en tegelijkertijd gezien als de zoon van Menhet en Khnum als onderdeel van de triade van Latopolis.
Hij wordt vaak gezien in funeraire teksten en inscripties die de ziel van de overledene naar het hiernamaals leiden en wordt vaak genoemd in medische teksten en spreuken. De Piramideteksten en de Kistteksten claimen beide Heka als hun autoriteit (de god wiens macht de teksten waar maakt) en, volgens de Egyptoloog Richard H. Wilkinson, “werd hij gezien als een god van onschatbare macht” die werd gevreesd door de andere goden (110).
Advertentie
Heka verwees naar de godheid, het concept, en de praktijk van de magie. Aangezien magie een belangrijk aspect was van de medische praktijk, zou een arts Heka aanroepen om heka te beoefenen. Het universum werd geschapen en vorm gegeven met magische middelen, en magie onderhield zowel de zichtbare als de onzichtbare wereld. Men dacht dat Heka aanwezig was bij de schepping en de generatieve kracht was waaruit de goden putten om leven te scheppen.
In de Kistteksten (geschreven ca. 2134-2040 v. Chr.) spreekt de god hier rechtstreeks over en zegt: “Tot mij behoorde het universum voordat jullie goden ontstonden. Jullie zijn daarna gekomen omdat ik Heka ben” (Spreuk, 261). Heka had dus geen ouders, geen oorsprong; hij had altijd bestaan. Voor de mens vindt hij uitdrukking in het hart en de tong, vertegenwoordigd door twee andere goden, Sia en Hu. Heka, Sia en Hu waren verantwoordelijk voor de schepping, het onderhoud van de wereld en de regulering van de geboorte, het leven en de dood van de mens.
Teken in op onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief!
Schepper, Onderhouder, Beschermer
Aan het begin der tijden kwam de god Atum tevoorschijn uit de kolkende wateren van chaos om op het eerste droge land te staan, de oer-ben, om de scheppingsdaad te beginnen. Heka zou op dat moment bij hem zijn geweest en was de kracht waaruit hij putte. Wilkinson schrijft:
Voor de Egyptenaren was heka of ‘magie’ een goddelijke kracht die in het universum bestond als ‘kracht’ of ‘sterkte’ en die kon worden gepersonifieerd in de vorm van de god Heka…zijn naam wordt dan ook uitgelegd als ‘het eerste werk’. Magie gaf alle goden kracht en Heka was ook een god van de macht, wiens naam vanaf de 20e dynastie aan deze betekenis werd verbonden door emblematisch te worden geschreven met het hiëroglief voor ‘macht’, hoewel de naam van de god oorspronkelijk ‘hij die de ka wijdt’ kan hebben betekend en hij in de Kistteksten ‘Heer van de Kas’ wordt genoemd. (110)
De ka was een van de negen delen van de ziel (het astrale zelf) en was verbonden met de ba (het mensenhoofdige vogelaspect van de ziel dat tussen aarde en hemel kon reizen) dat bij de dood werd getransformeerd tot de akh (de onsterfelijke ziel). Heka was dus oorspronkelijk de godheid die over iemands ziel waakte, iemands ziel kracht en energie gaf, en ervoor zorgde dat deze in de dood naar het hiernamaals kon worden verheven. Vanwege zijn beschermende krachten kreeg hij een prominente plaats in de bark van de zonnegod als deze ’s nachts door de onderwereld reisde.
Elke avond, wanneer de zon onderging, daalde het schip van de zonnegod af naar de onderwereld waar het werd bedreigd door de slang Apophis. Vele goden voeren volgens de overlevering ’s nachts mee op het schip als beschermers om Apophis af te weren en te doden, onder wie Heka. In sommige mythen wordt hij ook genoemd als beschermer van Osiris in de onderwereld en, als de kracht achter magische bezweringen en spreuken, zou hij ook aanwezig zijn geweest toen Isis en Nephthys Osiris weer tot leven brachten na zijn moord.
Advertentie
Heka was dus de beschermer en onderhouder van de mensheid en van de goden die zij vereerden, alsmede van de wereld en het universum waarin allen leefden. Op deze wijze maakte hij deel uit van de centrale bepalende waarde van de Egyptische beschaving: ma’at – de harmonie en het evenwicht waardoor het universum kon functioneren zoals het deed.
Heka, Sia, & Hu
Vanaf de tijd van de Vroege Dynastieke Periode, en ontwikkeld tijdens het Oude Koninkrijk van Egypte (ca. 2613-2181 v. Chr.), werd Heka in verband gebracht met de creatieve aspecten van het hart en de tong. Het hart werd beschouwd als de zetel van iemands individuele persoonlijkheid, gedachten en gevoelens, terwijl de tong uitdrukking gaf aan deze aspecten. Sia was de personificatie van het hart, Hu van de tong, en Heka de kracht die beide bezielde. De Egyptologe Geraldine Pinch legt uit:
De intellectuele krachten die de schepper in staat stelden zichzelf tot bestaan te brengen en andere wezens te scheppen, werden soms geconceptualiseerd als goden. De belangrijkste hiervan waren de goden Sia, Hu, en Heka. Sia was de macht van de waarneming of het inzicht, die de schepper in staat stelde andere vormen te visualiseren. Hu was de macht van de gezaghebbende spraak, die de schepper in staat stelde dingen te doen ontstaan door ze te benoemen. In Coffin Texts spell 335 wordt gezegd dat Hu en Sia elke dag bij hun ‘vader’ Atum zijn…de kracht waardoor de gedachten en opdrachten van de schepper werkelijkheid werden was Heka. (62)
Op dezelfde manier als Heka, Sia en Hu de goden in staat stelden om de wereld te scheppen, stelden zij de mensen in staat om te denken, te voelen en zich uit te drukken. Een van de manieren waarop de mensen dit deden was door het gebruik van magie. Er was geen aspect van het oude Egyptische leven dat niet door magie werd aangeraakt. Egyptoloog James Henry Breasted becommentarieert dit:
Steun onze Non-Profit Organisatie
Met uw hulp creëren wij gratis inhoud die miljoenen mensen helpt geschiedenis te leren over de hele wereld.
Word lid
Advertentie
Het geloof in magie drong door tot in de kern van het leven, beheerste de volksgewoonten en dook voortdurend op in de eenvoudigste handelingen van het dagelijkse huishouden, net zo vanzelfsprekend als slapen of het bereiden van voedsel. (200)
Magie bepaalde in feite de cultuur van de oude Egyptenaren. Magie verklaarde niet alleen hoe de wereld was ontstaan en hoe deze functioneerde, maar maakte het ook mogelijk in wisselwerking te treden met de goddelijke oerkrachten die het leven hadden geschapen en zo invloed uit te oefenen op het eigen lot. Magie verschilde in dit opzicht van de verering van de goden in de tempels omdat het een privé-interactie was tussen een magiër en de goden. Dit is vaak te zien in de medische teksten van het oude Egypte, waar de arts verschillende goden aanroept om verschillende ziekten te genezen.
Heka & Geneeskunde
In de huidige tijd associëren de meeste mensen magie niet met geneeskunde, maar voor de oude Egyptenaren waren de twee bijna één discipline. De Ebers Papyrus (ca. 1550 v. Chr.), een van de meest complete medische teksten die bewaard zijn gebleven, beweert dat geneeskunde effectief is met magie, net zoals magie effectief is met geneeskunde. Aangezien men dacht dat ziekte een bovennatuurlijke oorsprong had, was een bovennatuurlijke verdediging de beste weg. Ziekten werden veroorzaakt door de wil van de goden, een boze demon of een boze geest, en toverspreuken tegen deze demonen en geesten (of het inroepen van de hulp van de goden) waren in de hele Egyptische geschiedenis gangbare geneeswijzen voor ziekte.
Advertentie
Egyptische artsen (bekend als Priesters van Heka) probeerden een patiënt niet met een goocheltruc voor de gek te houden, maar beriepen zich op ware krachten om genezing te bewerkstelligen. Deze praktijk (heka) riep de godheid aan die het mogelijk maakte (Heka), evenals andere goden die geacht werden bijzonder behulpzaam te zijn bij welke ziekte zich ook voordeed. Egyptoloog Jan Assman legt uit:
Magie in de zin van heka betekent een allesdoordringende dwingende kracht – vergelijkbaar met de natuurwetten in haar dwingende kracht en allesdoordringendheid – waardoor in het begin de wereld werd gemaakt, waardoor zij dagelijks in stand wordt gehouden, en waardoor de mensheid wordt geregeerd. Het verwijst naar de uitoefening van deze zelfde dwingende macht in de persoonlijke sfeer. (3)
In de geneeskunde werden de natuurwetten, zoals die door de goden werden gepersonifieerd, aangeroepen om een patiënt te genezen, maar heka werd ook op vele andere terreinen van iemands leven beoefend en vaak op dezelfde manier.
Heka in het dagelijks leven
De geneesheer-priester die bij iemand thuis werd geroepen, gebruikte amuletten, spreuken, bezweringen en bezweringen om de patiënt te genezen, en deze zelfde werden door mensen dagelijks gebruikt in elke andere omstandigheid. Amuletten van de djed, de ankh, de scarabee, de tjet en vele andere Egyptische symbolen werden gewoonlijk gedragen ter bescherming of om de hulp van een god in te roepen. Tatoeages in het oude Egypte werden ook beschouwd als krachtige vormen van bescherming en de god Bes, een krachtige beschermende godheid, behoorde tot de meest populaire.
Bes waakte over zwangere vrouwen en kinderen, maar was ook een algemene beschermende godheid die het leven met vreugde en spontaniteit doordrenkte. Deze god illustreert goed hoe Heka door de Egyptenaren werd begrepen, in die zin dat hij wel degelijk een individu was met een herkenbaar karakter en invloedssfeer, maar de kracht, de macht, waardoor hij werkte en waardoor men met hem kon communiceren was Heka.
Magische praktijken zoals het dragen van een amulet, inscripties boven of naast een deur, het ophangen van groenten zoals uien om boze geesten af te weren, het opzeggen van een bepaalde bezwering of spreuk voordat men aan een reis begint of gewoon gaat vissen, dit alles was het aanroepen van de kracht van Heka, ongeacht welke andere godheid men aanriep.
Een van de beste voorbeelden hiervan, naast de medische teksten in het algemeen, is de betrekkelijk onbekende spreuk, Het Magische Slaapliedje, dat door moeders werd gereciteerd om hun kinderen bij het slapengaan te beschermen. In dit korte gedicht (uit de 17e of 16e eeuw v. Chr.) beveelt de spreekster boze geesten het huis uit met een waarschuwing voor de geestelijke wapens die zij tot haar beschikking heeft. Er wordt geen specifieke godheid aangeroepen (hoewel Bes-amuletten of afbeeldingen vaak in de kinderkamer werden opgehangen), maar het is duidelijk dat de spreekster de mogelijkheid heeft om het kind te behoeden voor kwaad en de autoriteit heeft om de waarschuwing te geven; die autoriteit zou de macht van Heka in actie zijn geweest.
De onderliggende vorm
Magie maakte een persoonlijke relatie met de goden mogelijk die het individu met het goddelijke verbond. Op deze manier kan Heka gezien worden als de onderliggende vorm van spiritualiteit in het oude Egypte, ongeacht het tijdperk of de goden die op een bepaald moment het populairst waren. Heka werd vereerd gedurende de gehele geschiedenis van Egypte, van de vroegste tijden via de Ptolemeïsche Dynastie (332-30 BCE) tot in Romeins Egypte. Er stond een standbeeld van hem in de tempel van de stad Esna, waar zijn naam op de muren was gegraveerd. Hij werd regelmatig aangeroepen voor de oogst, en zijn beeld werd meegenomen en door de velden gedragen om vruchtbaarheid en een overvloedige oogst te verzekeren.
Toen het christendom in de 4e eeuw na Christus dominanter werd, nam het geloof in een magisch bezielde godenwereld af en raakte Heka in de vergetelheid. Dit was gedeeltelijk te wijten aan de verheffing van de god Amun tijdens het Nieuwe Rijk (ca. 1570-1069 v. Chr.), die zo transcendent werd dat hij als pure geest werd beschouwd, Heka overschaduwde en een voorloper was van de christelijke god. Toch was het concept van een kracht die transcendentie aanmoedigt, het leven in stand houdt en onderhoudt, dat niet.
De Griekse en Romeinse stoïcijnen zouden later schrijven over de Logos en de Neo-Platonisten over de Nous – een kracht die alle dingen doorstroomde en met elkaar verbond, maar die tegelijkertijd los stond van de schepping en eeuwig was – en zo leefde Heka voort onder deze verschillende namen. De invloed van de Neo-Platonisten op de ontwikkeling van religieuze overtuigingen is welbekend, en zo ging Heka door zoals hij altijd deed; de onzichtbare kracht achter de zichtbare goden.
Leave a Reply