Haldol Dosering

Er is een aanzienlijke variatie van patiënt tot patiënt in de hoeveelheid medicatie die nodig is voor de behandeling. Zoals met alle geneesmiddelen die worden gebruikt om schizofrenie te behandelen, moet de dosering worden afgestemd op de behoeften en de reactie van elke patiënt. Doseringsaanpassingen, zowel naar boven als naar beneden, dienen zo snel mogelijk te worden doorgevoerd om een optimale therapeutische controle te bereiken.

Om de initiële dosering te bepalen, dient rekening te worden gehouden met de leeftijd van de patiënt, de ernst van de ziekte, eerdere respons op andere antipsychotica, en eventuele bijkomende medicatie of ziektebeelden. Verzwakte of geriatrische patiënten, evenals patiënten met een voorgeschiedenis van bijwerkingen van antipsychotica, kunnen minder HALDOL (haloperidol) nodig hebben. De optimale respons bij dergelijke patiënten wordt gewoonlijk verkregen met meer geleidelijke doseringsaanpassingen en bij lagere doseringsniveaus.

Parenterale medicatie, intramusculair toegediend in doses van 2 tot 5 mg, wordt gebruikt voor onmiddellijke controle van de acuut geagiteerde schizofrene patiënt met matig ernstige tot zeer ernstige symptomen. Afhankelijk van de reactie van de patiënt kunnen volgende doses worden gegeven, zo vaak als elk uur, hoewel tussenpozen van 4 tot 8 uur bevredigend kunnen zijn. De maximale dosis is 20 mg/dag.

Gecontroleerd onderzoek om de veiligheid en effectiviteit van intramusculaire toediening bij kinderen vast te stellen, is niet uitgevoerd.

Penterale geneesmiddelen dienen vóór toediening visueel te worden geïnspecteerd op deeltjes en verkleuring, wanneer oplossing en verpakking dit toelaten.

Switchover Procedure

Een orale vorm dient de injecteerbare zo snel als praktisch mogelijk is te vervangen. Bij ontstentenis van onderzoeken naar de biologische beschikbaarheid die de biologische equivalentie tussen deze twee doseringsvormen vaststellen, worden de volgende richtsnoeren voor de dosering voorgesteld. Voor een eerste benadering van de totale dagelijks benodigde dosis kan de parenterale dosis worden gebruikt die in de voorafgaande 24 uur is toegediend. Aangezien deze dosis slechts een eerste schatting is, wordt aanbevolen de klinische verschijnselen en symptomen, waaronder klinische werkzaamheid, sedatie en bijwerkingen, gedurende de eerste dagen na het begin van de overschakeling periodiek zorgvuldig te controleren. Op deze manier kunnen doseringsaanpassingen, naar boven of beneden, snel worden uitgevoerd. Afhankelijk van de klinische status van de patiënt moet de eerste orale dosis binnen 12-24 uur na de laatste parenterale dosis worden toegediend.

Leave a Reply