Habeas Corpus Act 1679

De wet kwam tot stand omdat de graaf van Shaftesbury zijn vrienden in de Commons aanmoedigde het wetsvoorstel in te dienen, waar het werd aangenomen en vervolgens naar het House of Lords werd gestuurd. Shaftesbury was de belangrijkste Exclusionist – degenen die Charles II’s broer James, hertog van York, van de erfopvolging wilden uitsluiten – en het wetsvoorstel was een onderdeel van die strijd, omdat zij dachten dat James naar willekeur zou regeren. De Lords besloten veel slopende amendementen aan het wetsvoorstel toe te voegen in een poging het om zeep te helpen; de Commons hadden geen andere keuze dan het wetsvoorstel met de amendementen van de Lords aan te nemen, omdat zij vernamen dat de koning de huidige parlementaire zitting spoedig zou beëindigen.

Het wetsvoorstel ging heen en weer tussen de twee Kamers, en toen stemden de Lords over de vraag of er een conferentie over het wetsvoorstel moest worden gehouden. Als deze motie werd verworpen, zou het wetsvoorstel in het Lagerhuis blijven en dus geen kans maken om te worden aangenomen. Elke partij – die voor en die tegen stemde – wees een stemopnemer aan die aan weerszijden van de deur stond waardoor de Lords die “ja” hadden gestemd het Huis weer binnenkwamen (de “nee’s” bleven zitten). De ene stemopnemer telde ze hardop, terwijl de andere stemopnemer luisterde en in de gaten hield of de andere stemopnemer de waarheid sprak. Shaftesbury’s fractie steunde de motie, dus gingen ze naar buiten en kwamen het Huis weer binnen. Gilbert Burnet, een van Shaftesbury’s vrienden, beschreef wat er toen gebeurde:

Lord Grey en Lord Norris werden aangewezen om de stemopnemers te zijn: Lord Norris, een man die aan dampen onderhevig was, lette niet altijd op wat hij deed; dus toen een zeer dikke heer binnenkwam, telde Lord Grey hem als tien, aanvankelijk voor de grap: maar toen hij zag dat Lord Norris het niet had opgemerkt, ging hij door met het verkeerd tellen van tien; zo werd gemeld dat zij die voor het wetsvoorstel waren in de meerderheid waren, hoewel het inderdaad voor de andere kant was: en op deze manier werd het wetsvoorstel aangenomen.

De griffier noteerde in de notulen van de Lords dat er zevenenvijftig voor waren en vijfenvijftig tegen, een totaal van 112, maar in dezelfde notulen staat ook dat slechts 107 Lords die vergadering hadden bijgewoond.

De koning arriveerde kort daarna en gaf koninklijke instemming alvorens het Parlement te prorogeren. De wet wordt nu bewaard in het Parlementair Archief.

Leave a Reply