Grimm’s law

Grimm’s law, beschrijving van de regelmatige overeenkomsten in Indo-Europese talen, geformuleerd door Jacob Grimm in zijn Deutsche Grammatik (1819-37; “Germaanse grammatica”); het wees op prominente correlaties tussen de Germaanse en andere Indo-Europese talen van Europa en West-Azië. De wet was een systematische en samenhangende formulering, goed onderbouwd met voorbeelden, van patronen die al in 1814 door de Deense filoloog Rasmus Kristian Rask werden onderkend. Ze is belangrijk voor de historische taalkunde omdat ze duidelijk het principe aantoont dat klankverandering een regelmatig fenomeen is en niet een willekeurig proces dat slechts enkele woorden beïnvloedt, zoals eerder werd gedacht.

Wilhelm von Humboldt
Lees meer over dit onderwerp
linguïstiek: Wet van Grimm
De bekendste van de klankwetten is de wet van Grimm (hoewel Jacob Grimm zelf de term wet niet gebruikte). Enkele van de verantwoorde overeenkomsten…

Grimm beschreef twee medeklinkerverschuivingen waarbij in wezen negen medeklinkers betrokken waren. De ene verschuiving (waarschijnlijk een paar eeuwen voor de christelijke jaartelling) betrof de Indo-Europese medeklinkers en komt voor in het Engels, Nederlands, andere Nederduitse talen, en het Oud-Noors. De andere verschuiving (rond de 6e eeuw na Christus) was minder ingrijpend en betrof de Germaanse medeklinkers, wat resulteerde in het medeklinkersysteem dat in het Oudhoogduits en zijn afstammelingen, het Middelhoogduits en het Modernhoogduits (standaardduits), te vinden is. Volgens de wet werden de oude stemloze p, t, k de Engelse stemloze f, th, h en de Oudhoogduitse f, d, h, waardoor er correlaties ontstonden zoals die tussen de beginmedeklinkers van het Griekse pod-, het Engelse fod, en het Oudhoogduitse fuo. De wet stelde verder dat de oude stemhebbende b, d, g de Engelse stemloze p, t, k werden en de Oudhoogduitse spiraalvormige plofklanken f, ts, kh; vandaar de correlatie tussen Latijn duo, Engels “two,” en modern Duits zwei (uitgesproken als “tsvai”). Ook werden de oorspronkelijk stemhebbende bh, dh, gh de Engelse stemhebbende b, d, g en de Oudhoogduitse p, t, k; vergelijk Sanskriet bhárati, Engels “beer,” en de Opperduitse dialecten van Oudhoogduits ki-peran (later standaard Duits ge-bären). De Oudhoogduitse voorbeelden vertonen de tweede verschuiving naast de eerste, die in het Engels wordt gezien.

Leave a Reply