Godspell

Act IEdit

De show opent met de stem van God, zoals gesproken door Jezus, die zijn suprematie verklaart: “Mijn naam is bekend: God en Koning. Ik ben de meest majesteitelijke, in wie geen begin kan zijn en geen einde.” (“Opening (Monoloog)”). De cast komt dan binnen en neemt de rollen van verschillende filosofen op zich die hun filosofieën bezingen, eerst alleen, dan in kakofonisch contrapunt (“Proloog: Toren van Babbel”).

Als antwoord komt Johannes de Doper binnen, blazend op een shofar om de gemeenschap tot de orde te roepen. Vervolgens roept hij hen op “Bereidt u voor, de weg van de Heer!” en doopt de menigte (“Bereidt u voor”). Johannes houdt een korte preek, terwijl Jezus rustig toekijkt. Jezus kondigt dan zijn aanwezigheid aan en zegt dat hij ook gedoopt wil worden. Johannes vraagt in plaats daarvan om door Jezus gedoopt te worden. Jezus legt uit dat “wij er nu goed aan doen ons te voegen naar alles wat God eist” en laat zich door Johannes dopen. De cast komt binnen en zingt met Jezus (“Save the People”).

In zijn eerste parabel legt Jezus uit dat hij is gekomen “niet om de wet en de profeten af te schaffen, maar om te voltooien”. Jezus legt aan de cast uit dat zij die zich houden aan de wet van God de hoogste plaats in het Koninkrijk der Hemelen zullen verdienen. Hij vertelt hen de gelijkenis van de weduwe en de rechter, en laat zien dat God een rechtvaardige rechtsgeleerde is, die degenen die tot Hem roepen, zal steunen.

De cast begint Jezus’ leer te begrijpen en neemt het op zich om het verhaal te vertellen van de farizeeër en de tollenaar die in de tempel bidden: “Een ieder die zich vernedert, zal verhoogd worden!”

Terwijl Jezus de wet van het offeren van gaven bij het altaar onderwijst, brengt de cast offers van zichzelf. Zij leren dat zij rein van hart en ziel moeten zijn om tot Gods altaar te naderen. Daarna spelen ze de parabel van de onvergevensgezinde dienaar, een verhaal over een meester en een dienaar die hem iets schuldig is. De knecht vraagt zijn meester om medelijden bij het terugbetalen van de schuld, en de meester geeft hem absolutie. De knecht wendt zich dan tot een mede knecht die hem “nog een paar dollar schuldig was” en eist dat die volledig betaald wordt. Als de meester dit hoort, veroordeelt hij de knecht tot de gevangenis. Jezus legt de moraal uit: “Vergeef uw broeders van harte.” Het personage dat de gelijkenis vertelt zingt “Day by Day”, en de cast zingt mee. Na het lied leert Jezus dat als een deel van je God beledigt, het beter is dat te verliezen dan dat je hele lichaam in de hel wordt gegooid.

De cast speelt dan hints om verschillende uitspraken van Jezus af te maken, waaronder “Als een man je aanklaagt voor je hemd…” en “Als een man je vraagt om een mijl met hem mee te gaan….” De cast voert dan de parabel van de barmhartige Samaritaan op als een toneelstuk in een toneelstuk. Jezus legt uit dat je “je vijanden moet liefhebben” en “je godsdienst niet moet ophemelen voor de mensen”. Hij zegt: “God zal een goede daad die in het geheim wordt verricht, belonen” (“Shhh! Het is een geheim!”).

De cast voert vervolgens de gelijkenis op van Lazarus en de rijke man. Op aarde viert de rijke man feest, en Lazarus bedelt en wordt genegeerd. Na zijn dood wordt Lazarus beloond met de hemel, terwijl de rijke man in de hel belandt. Het publiek krijgt te horen: “Leer je lessen goed” of je wordt geconfronteerd met eeuwige verdoemenis. Als de rijke man aan Abraham vraagt of hij Lazarus uit de dood wil laten opstaan om zijn broers te waarschuwen voor hun naderende ondergang, zegt Abraham nee: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze niet overtuigd worden, zelfs niet als iemand uit de dood zou opstaan.”

Jezus leert dat niemand twee meesters kan dienen (God en geld). Een lid van de cast vertelt een verhaal van een man die een leven lang de goede dingen van het leven verwierf, en dan sterft voordat hij de tijd heeft om ervan te genieten. Dit personage zingt “Zegen de Heer”, waarna Jezus de cast vertelt zich geen zorgen te maken over morgen: “Morgen zorgt voor zichzelf. Today has problems of its own.”

In een antifonisch refrein reciteert de cast de zaligsprekingen. Judas richt de laatste zaligspreking over vervolging tot Jezus, en Jezus verandert snel van onderwerp (“Heb ik je ooit verteld dat ik vroeger voeten las?”). Jezus overtuigt de cast er echter van dat het “Alles voor het beste” is en dat de hemel de ultieme beloning bevat als Jezus en Judas samen een zachte schoen aantrekken.

Dit wordt gevolgd door de gelijkenis van de Zaaier van het Zaad, waarvan Jezus hen vertelt dat het het Woord van God voorstelt (“Alle Goede Gaven”).

Op dit punt in de musical is de groep veranderd van een rag-tag cast, in een gemeenschap van liefde en zorg en marcheren ze nu als soldaten in het leger, als teken van hun vermogen om als een eenheid te denken. Met Jezus als drilsergeant, voeren ze de parabel van de verloren zoon op. De cast zingt “Light of the World” over het Licht van Christus en hoe dat schijnt in ieder mens.

PauzeEdit

Jezus bedankt het publiek voor hun komst en kondigt een pauze van 10 minuten aan.

Tijdens de pauze is er interactie met het publiek. In de originele productie ging de cast bij het publiek zitten voor wijn en brood. In de Broadway-revival van 2011 kreeg het publiek wijn aangeboden op het podium.

De tweede akte opent dan met een of meer castleden die “Learn Your Lessons Well” zingen, waarmee ze het publiek terugroepen naar hun zitplaatsen.

Act IIEdit

Na de reprise van “Learn Your Lessons Well” zingt een lid van de cast “Turn Back, O Man”, waarin de mensheid wordt gesmeekt om zijn wereldse bezigheden op te geven en zich tot God te wenden. Jezus zegt dan: “Dit is het begin.”

Enkele leden van de cast beginnen dan Jezus’ autoriteit in twijfel te trekken, en hij antwoordt met alweer een gelijkenis. Hem wordt gevraagd: “Wat is het grootste gebod?” en hij antwoordt: “Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel… En het tweede is hetzelfde: ‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.'” De Farizeeërs blijven hem ondervragen, en hij klaagt “Helaas voor U” en noemt hen huichelaars. Leden van de cast verzamelen zich, zingen mee met Jezus’ lied, en gooien vuilnis naar de Farizeeën.

Jezus voorspelt dat hij een hele tijd niet gezien zal worden, terwijl hij bij de “Klaagmuur” staat, en voorspelt grote oorlogen en hongersnoden. Hij herinnert de cast en het publiek aan de tijd van Noach en leert dat geloof de storm kan bedaren. De cast wordt verteld: “Blijf wakker, dan. Want de Mensenzoon zal komen op een moment dat u het het minst verwacht.”

Een vrouw uit de cast wordt gemeden als overspelige vrouw. Jezus zegt: “Laat degene van u die onberispelijk is, de eerste steen werpen.” Haar aanklagers buigen hun hoofd en lopen weg. Jezus loopt naar haar toe en vraagt: “Vrouw… waar zijn ze nu? Heeft niemand u veroordeeld?” De vrouw antwoordt: “Niemand, heer.” Hij zegt tegen haar: “Dan zal ik dat ook niet doen. Je mag gaan, maar zondig niet meer.” Terwijl ze toekijkt hoe Jezus van haar wegloopt, smeekt ze hem om “Aan mijn zijde” te blijven. Tijdens dit lied voorspelt Judas zijn aanstaande verraad aan Jezus.

In een van de lichtere momenten in het tweede bedrijf vertelt Jezus hoe hij de mensen zal scheiden zoals een herder zijn kudde scheidt in schapen en geiten. De schapen zullen in de hemel komen, terwijl de bokken de eeuwige verdoemenis moeten ondergaan. “Wij bidden U” roepen de geiten, smekend om genade.

Na het lied herinnert de cast elkaar eraan om alles “dag per dag” te doen, terwijl ze hun clownsmake-up, schmink of voorwerp verwijderen. Ze komen samen voor het Laatste Avondmaal en Jezus vertelt hen dat één van hen hem zal verraden. Elk lid van de cast vraagt, “Ben ik het?” eindigend met Judas: “Rabbi… kunt u mij bedoelen?” Jezus zegt hem snel te doen wat hij moet doen en Judas loopt weg. Jezus breekt het brood en deelt de wijn, terwijl hij de traditionele Hebreeuwse Sederzegeningen uitspreekt. Hij vertelt zijn volgelingen dat ze samen zullen dineren in het Koninkrijk der Hemelen. De band zingt “On the Willows”, dat gaat over wat er is opgeofferd. In het lied neemt Jezus afscheid van de cast. Hij vraagt of ze op hem willen wachten als hij naar de Hof van Gethsemane gaat om te bidden.

In de hof smeekt Jezus God om de last van zijn schouders te laten halen als er een andere weg is. Jezus keert terug naar zijn volgelingen en vindt ze allemaal slapend. Hij smeekt hen wakker te blijven, maar zij vallen allen weer in slaap en Jezus waarschuwt hen dat zij allen Hem driemaal zullen verraden (een verwijzing naar de apostel Petrus). Jezus bidt dan tot God dat als zijn dood niet aan hem voorbij kan gaan, dat dan zijn wil moet geschieden. Hij wordt dan verzocht door Satan (gewoonlijk gespeeld door de apostelen), maar beveelt hem weg te gaan.

Judas keert terug om Jezus te verraden, maar heeft een moment waarop hij het niet kan opbrengen het te doen. Hij probeert te vertrekken, maar vindt zichzelf ingesloten door onzichtbare muren, behalve één pad dat naar Jezus leidt. Jezus moedigt Judas aan om te doen waarvoor hij gekomen is, en Judas grijpt Jezus om hem te brengen om gekruisigd te worden. De gemeenschap begint Judas aan te vallen, terwijl Jezus hen zegt te stoppen, omdat allen die bij het zwaard leven er op een dag door zullen sterven. Judas (meestal alleen, als voorstelling van de anderen die Jezus arresteerden) bindt Jezus vast aan een elektrisch hek (als voorstelling van het kruis) terwijl Jezus hem verwijt dat hij hem ’s nachts heeft gearresteerd, maar dan zegt dat het moest gebeuren om de geschriften van de profeten te vervullen.

De “Finale” begint, luid en in B-mineur, met Jezus die jammert: “Oh, God, ik bloed,” en de gemeenschap antwoordt: “Oh, God, U bloedt.” Jezus sterft en de muziek eindigt. De vrouwen van de cast zingen “Lang Leve God”, en de mannen doen mee met “Bereidt gij de weg des Heren” als tegenwicht. De cast verwijdert Jezus van het hek en draagt hem naar buiten, ofwel buiten het toneel ofwel door de gangpaden. De cast eindigt met een reprise van “Prepare Ye the Way of the Lord”, waarmee de show vol liefde en geloof eindigt.

Ending interpretationEdit

Gelijk aan de kritiek op de rockopera Jesus Christ Superstar uit 1970 is er controverse over het feit dat er in de show geen duidelijke toespeling wordt gemaakt op de wederopstanding van Jezus. Men kan denken dat ofwel het zingen van “Prepare Ye” in de finale ofwel de gordijnoproep, waarbij allen inclusief Jezus terugkeren op het podium, de opstanding voorstelt. In het script van Music Theatre International staat dat beide voorstellingen geldig zijn.

Leave a Reply