Get Carter (1971)

Jack Carter, de gereserveerde Londense gangster, reist af naar Newcastle, zijn geboortestad, om de doodsoorzaak van zijn broer te achterhalen. Zijn bazen waarschuwen hem niet te gaan, maar hij weigert te gehoorzamen. Wij, en hij, ontdekken de redenen voor de waarschuwing, die verweven zijn met de details van het lot van zijn broer, en zien hoe Carters zoektocht naar wraak tot een logisch einde komt. Het leven in de onderwereld zet een kitscherige visie van glamour – decantersets met muziekdoosjes, flitsende maatpakken en opzichtig versierde villa’s – af tegen de groezelige realiteit van speelautomaten, pornografische 8mm-films en de claustrofobische groezeligheid van de industriële huurkazernes van Newcastle. Carter, die prat gaat op een stijl van afstandelijke schranderheid, navigeert door beide werelden, tot hij ontdekt dat ze ziekelijk met elkaar verweven zijn. De corruptie waar hij van leeft, heeft zijn eigen familie besmet. Ik denk dat het middelpunt van de film het briljante moment is waarop Carter in bed zit in het flikkerende licht van een projector, en de waarheid over zijn wereld ontdekt. Hij huilt, in stilte, wetend wat hij nu moet doen. Maar wraak is alles wat hij kent, en het verteert hem.
Dit verhaal legt met grote subtiliteit de grove waarheden over armoede en misdaad vast, die vandaag de dag in Canada en de VS net zo waar zijn als veertig jaar geleden in Engeland. Er is geen heldendom, geen loyaliteit, geen glamour. We voelen een soort droevige weerzin tegen de smerige realiteit van Carters wereld, ook al vrezen we de intensiteit van zijn zoektocht naar de moordenaars van zijn broer. En we realiseren ons dat we een perfecte film in zijn soort hebben gezien – uitzonderlijk vaardig acteerwerk, cinematografie en montage, die een strak script tot leven brengen. Nooit meer zullen we vallen voor de valse romantiek van de misdaad.

Leave a Reply