General Federation of Women’s Clubs International

General Federation of Women’s Clubs International (GFWC), overkoepelende organisatie in de Verenigde Staten die in 1890 werd opgericht om de inspanningen van haar leden ter bevordering van vrijwilligerswerk in de gemeenschap te coördineren. Gedurende haar meer dan honderdjarig bestaan heeft de federatie haar activiteiten gericht op gebieden als kunst, milieu, onderwijs en gezins- en kindervraagstukken.

De GFWC vond haar oorsprong in 1890, toen Sorosis, een literaire vrouwenclub opgericht door journaliste Jane Cunningham Croly, uitnodigingen verstuurde aan andere literaire vrouwenclubs om een overkoepelende organisatie te vormen met als doel “vrouwenclubs te verenigen om gemeenschapswerk door vrijwilligers over de hele wereld te bevorderen”. De resulterende organisatie koos Charlotte Emerson Brown als haar eerste presidente. Vijfduizend clubs hadden zich in 1906 aangesloten en de nationale agenda van de GFWC omarmd. Tot de doelstellingen van de organisatie behoorden het instellen van een achturige werkdag, het beëindigen van kinderarbeid, het hervormen van de ambtenarij en natuurbehoud. Een van de eerste belangrijke overwinningen van de groep was een grootscheepse schrijfactie die een belangrijke rol speelde bij de goedkeuring van de “Pure Food and Drug Act”. In het begin van de 20e eeuw was de GFWC enkele jaren lang de grootste nationale vrouwenorganisatie, voordat zij in ledental werd ingehaald door de National American Woman Suffrage Association. Het nationale ledental bereikte een hoogtepunt van 1.700.000 in 1914, hetzelfde jaar waarin de organisatie er eindelijk mee instemde haar steun te verlenen aan het kiesrecht.

Tijdens de 20e eeuw bleef de GFWC zich toeleggen op vrijwilligerswerk in de gemeenschap. Tot de belangrijkste successen van de GFWC behoren de oprichting van een groot aantal openbare bibliotheken, hulp bij de invoering van wetten op kinderarbeid, en de oprichting van de National Park Service. In de jaren negentig, met lokale clubs in alle 50 staten en in meer dan 20 landen, hield de organisatie zich bezig met onderwerpen als alfabetisering, discriminatie van vrouwen, gezins- en kinderwelzijn, en honger in de wereld.

Leave a Reply