Fusiforme gezichtszone
Functie en controverseEdit
De fusiforme gezichtszone (FFA) is een deel van de hersenen dat zich bevindt in de fusiforme gyrus met een betwist doel. Sommige onderzoekers geloven dat de FFA evolutionair bedoeld is voor gezichtswaarneming. Anderen geloven dat de FFA discrimineert tussen alle bekende stimuli.
Psychologen debatteren of de FFA wordt geactiveerd door gezichten om een evolutionaire of expertise reden. De tegenstrijdige hypotheses komen voort uit de dubbelzinnigheid in FFA activatie, aangezien de FFA geactiveerd wordt door zowel bekende objecten als gezichten. Een studie over nieuwe voorwerpen, “greebles” genaamd, heeft dit fenomeen vastgesteld. Wanneer een persoon voor het eerst werd blootgesteld aan greebles, werd zijn FFA sterker geactiveerd door gezichten dan door greebles. Nadat ze zich vertrouwd hadden gemaakt met individuele griezels of een griezel-expert waren geworden, werd iemands FFA in gelijke mate geactiveerd door gezichten en griezels. Evenzo is aangetoond dat kinderen met autisme objectherkenning ontwikkelen in een vergelijkbaar verzwakt tempo als gezichtsherkenning. Studies van late autismepatiënten hebben ontdekt dat autisten een lagere neurondichtheid in de FFA hebben Dit doet echter een interessante vraag rijzen: Is de slechte gezichtsherkenning te wijten aan een verminderd aantal cellen of is er een verminderd aantal cellen omdat autisten zelden gezichten waarnemen? Eenvoudig gesteld: Zijn gezichten gewoon objecten waarmee ieder mens expertise heeft?
Er zijn aanwijzingen die de evolutionaire gezichtsperceptie van de FFA ondersteunen. Casestudies naar andere specifieke gebieden van de hersenen kunnen erop wijzen dat de FFA intrinsiek is ontworpen om gezichten te herkennen. Andere studies hebben gebieden in de hersenen herkend die essentieel zijn voor het herkennen van omgevingen en lichamen. Zonder deze speciale gebieden zijn mensen niet in staat plaatsen en lichamen te herkennen. Gelijkaardig onderzoek naar prosopagnosie heeft aangetoond dat de FFA essentieel is voor het herkennen van unieke gezichten. Deze patiënten zijn echter wel in staat dezelfde mensen normaal te herkennen met andere middelen, zoals stem. Studies met taalfiguren zijn ook uitgevoerd om de rol van het FFA in gezichtsherkenning vast te stellen. Uit deze studies is gebleken dat objecten, zoals Chinese karakters, een hoge respons uitlokken in andere gebieden van het FFA dan de gebieden die een hoge respons uitlokken bij gezichten. Deze gegevens impliceren dat bepaalde gebieden van de FFA evolutionaire gezichtsperceptie doeleinden hebben.
Bewijs van zuigelingenEdit
De FFA is onderontwikkeld bij kinderen en is niet volledig ontwikkeld tot in de adolescentie. Dit roept vragen op over het evolutionaire doel van het FFA, omdat kinderen het vermogen tonen om gezichten te onderscheiden. Van tweejarige baby’s is aangetoond dat zij de voorkeur geven aan het gezicht van hun moeder. Hoewel de FFA bij tweejarige baby’s onderontwikkeld is, zijn zij in staat hun moeder te herkennen. Bij baby’s van drie maanden oud is aangetoond dat zij gezichten van elkaar kunnen onderscheiden. In deze periode kunnen baby’s onderscheid maken tussen de geslachten, waarbij er aanwijzingen zijn dat zij de voorkeur geven aan gezichten van hetzelfde geslacht als hun voornaamste verzorger. Er is een theorie dat, in termen van evolutie, baby’s zich richten op vrouwen voor voedsel, hoewel de voorkeur gewoon een vooroordeel zou kunnen weerspiegelen voor de verzorgers die zij ervaren. Baby’s lijken dit gebied niet te gebruiken voor de waarneming van gezichten. Recent fMRI-werk heeft geen selectief gezichtsgebied gevonden in de hersenen van zuigelingen van 4 tot 6 maanden oud. Aangezien de hersenen van volwassenen echter veel uitgebreider zijn bestudeerd dan die van zuigelingen, en zuigelingen nog steeds grote neurologische ontwikkelingsprocessen doormaken, kan het zijn dat het FFA zich niet in een anatomisch vertrouwd gebied bevindt. Het kan ook zijn dat de activering voor veel verschillende percepties en cognitieve taken bij zuigelingen diffuus is in termen van neurale circuits, omdat zuigelingen nog perioden van neurogenese en neurale snoei doormaken; dit kan het moeilijker maken om het signaal, of wat wij ons voorstellen als visuele en complexe bekende objecten (zoals gezichten), te onderscheiden van de ruis, waaronder statische vuurtempo’s van neuronen, en activiteit die gewijd is aan een geheel andere taak dan de activiteit van het verwerken van gezichten. Het gezichtsvermogen van jonge kinderen omvat alleen herkenning van licht en donker, waarbij alleen de belangrijkste kenmerken van het gezicht worden herkend en de amygdala wordt geactiveerd. Deze bevindingen trekken het evolutionaire doel van de FFA in twijfel.
Bewijs van emotiesEdit
Studies naar wat de FFA nog meer kan triggeren, valideert argumenten over het evolutionaire doel ervan. Er zijn talloze gezichtsuitdrukkingen die mensen gebruiken die de structuur van het gezicht verstoren. Deze verstoringen en emoties worden eerst verwerkt in de amygdala en later doorgegeven aan de FFA voor gezichtsherkenning. Deze gegevens worden vervolgens door de FFA gebruikt om meer statische informatie over het gezicht te bepalen. Het feit dat de FFA zo ver stroomafwaarts zit in de verwerking van emotie suggereert dat het weinig te maken heeft met emotie perceptie en zich in plaats daarvan bezighoudt met gezichtsperceptie.
Recent bewijs toont echter aan dat de FFA andere functies heeft met betrekking tot emotie. Het FFA wordt differentieel geactiveerd bij gezichten die verschillende emoties vertonen. In een studie is vastgesteld dat het FFA sterker wordt geactiveerd door angstige gezichten dan door neutrale gezichten. Dit impliceert dat de FFA functies heeft in het verwerken van emotie, ondanks zijn downstream processing en stelt zijn evolutionaire doel om gezichten te identificeren in vraag.
Leave a Reply