Exostectomie bij Charcot arthropathie

Abstract

Het doel bij de behandeling van Charcot arthropathie is het bereiken van een stabiele, plantigrade, schoenbare voet die geen risico loopt op ulceratie. Om dit doel te bereiken is exostectomie een haalbare behandelingsoptie, wanneer conservatieve maatregelen niet hebben geleid tot het bereiken van bovengenoemde doelen. De primaire indicatie voor exostectomie is een ulcus veroorzakende benige prominentie in een stabiele, goed belastbare voet. Contra-indicaties zijn instabiliteit en een niet-braceerbare of niet-schoenbare misvorming, aangezien een exostectomie deze problemen niet zal verhelpen. Bij een patiënt met een ulceratie, in een instabiele of niet-schoenbare voet, die medisch niet stabiel is voor een reconstructie of fusie, kan een exostectomie echter als een goede optie worden beschouwd om te voorkomen dat zich ulcera en osteomyelitis ontwikkelen. Bij de preoperatieve planning moeten gewichtdragende röntgenfoto’s en CT-scans (computertomografie) worden gemaakt om de stabiliteit te bevestigen. Vermoedelijke infecties rond een ulcus moeten worden geëvalueerd met behulp van klinisch onderzoek, bloedonderzoek en beeldvormingsmodaliteiten zoals een MRI (magnetic resonance imaging) of een botscan met witte bloedcellen (WBC), indien nodig. Complicaties na het uitvoeren van een exostectomie zijn onder meer een recidief van het ulcus, wondcomplicaties, infecties en het destabiliseren van een stabiele voet als gevolg van overmatige botresectie.

Leave a Reply