Een gedicht per dag – T. S. Eliot – ‘Angst is het dienstmeisje van de creativiteit’.

X

Privacy & Cookies

Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Meer informatie, inclusief hoe u cookies kunt beheren.

Got It!

Advertenties

ts eliot

Het lezen van het werk van TS Eliot als student op school verbaasde me over de kracht van zijn woorden. Geen andere dichter, voor mij althans, had het vermogen om je te raken met de diepte van de beeldspraak en de vaardigheid die in zijn schrijven zat. Het is ook ironisch dat ik in mijn eigen leven bij een aantal gelegenheden in contact kwam met de grote man. Aan het eind van de jaren 1970 en tot aan zijn dood in 1980 bezocht mijn vader Eliot’s zwager Maurice Haigh-Wood in een bejaardentehuis in Bristol. Ik bezocht hem een paar keer en we spraken af en toe over Eliot; we hebben nog steeds een foto van Maurice en zijn briefopener. In die tijd deed Michael Hastings onderzoek naar zijn toneelstuk Tom and Viv en Maurice was er niet echt happig op om met hem te praten; hoewel ze elkaar wel hebben ontmoet. Wat hier zo vreemd aan is, is dat ik uiteindelijk in het Everyman Theatre in Cheltenham werkte en als toneeltechnicus meewerkte aan Tom and Viv. Christopher Timothy speelde de hoofdrol in het stuk en we spraken vaak over Eliot, Maurice en Viv tijdens de uitvoering van de show. In 1990 begon ik Argo te schrijven en in een paar dagen kreeg het vorm en ik voel dat het een echo is van Eliot’s werk.

Argo

(In Vijf Delen)

Verbeeld Portret (Een Kunstenaar Zoekt)

In verduisterde gangen zoek ik omringd

Door een galerij die hangt met naamloze beelden bevuild door de tijd.

Elk vluchtig, glinsterend voor een seconde alleen om te worden

Omhuld door Moeders wegen van stof.

Bangheid en onzekerheid grijpen mijn lichaam als misselijkheid

Draagt mijn kwijnend hart naar de uiteindelijke bestemming.

De werkelijkheid daalt neer op de geest, een Dickens van een

Ketting, eenmaal gesmeed, wordt zelden verbroken.

Het oog van de geest, nu omgekeerd, zoekt naar een sprankje,

het fata morgana van hoop om de eeuwige ziel te voeren naar de

Poorten die staan aan de voor- en achterkant van

De eenzame paden.

Welk pad?

Darkness nu stretches forth, deep, towards…..a light

‘Take a chance’.

Een stem uit de stilte, zacht en troostend, wenkt

En leidt de geest naar het frame nu gloeiend in hemelse schittering.

Vleugels van licht flikkeren in de duisternis, dansende schaduwen raken

de galerijmuren met flikkerende minachting, tot ze mijn voeten bereiken en ….Ja! De ziel wordt gedragen, geboren door de seraphim, naar het frame. De muren sluiten achter zich, de tijd wordt korter. Wat is tijd, waar, wanneer, waarom, hoe? Alles is stil.

Het geraamte wacht, gehuld en toch niet zo.

Mijn nerveuze hart, zich uitstrekkend, tilt de sluier op en strekt zich uit naar

De stralende gelaatstrekken, eens gehuld door tijd en pijn, tot..,..

TEAR

Wat gebeurt er nu? Waar ga ik heen?

Vragen zonder antwoorden.

Een reis naar overal en nergens is

Alles wat voor ons ligt als de scherpe pluimen van de Ares

Bombardeer de psyche met onbewuste beelden van

Realiteit.

Sterk in zijn eenvoud en toch strevend om het mes van de Vrouwe diep in het hart en de ziel te drijven.

Pijn?

Is het echt of slechts een creatie van de situatie, om te worden gevoeld

En begrepen of herinnerd en verguisd.

Colchis wacht, haar verbitterde kusten de beschermers van

Het geraamte.

De uitdaging wacht op het schip van de geest als een traan zich vormt

En de pijn wegdraagt uit het binnenste heiligdom.

De ziel blootstellend aan de lucht vermengd met emoties en

Confusies.

Het kleine prisma worstelt met haar Herculean last

Drink het verdriet in de poel van Hylas.

Een reis naar nergens en nergens.

‘Neem mijn hart en ziel en toon hun pijn aan de Hoeder van de hemelen’.

Ze antwoordt.

‘Wat gebeurt er nu? Waar ga ik heen?

Het antwoord, een vraag.

De kamer

De stilte van de straat zingt van binnen,

een spookachtige sirenenzang, om de geest van de kamer te wiegen.

‘Orpheus zing uw zoete refrein en troost de kwellingen

Zo ver onze reis nog te gaan heeft’.

Ze wacht.

Zich niet bewust van de roep naar haar hart?

Hij spreekt:

‘J’entends ton coeur’.

Een fluistering om gedragen te worden op de winden van de zee naar

ons doel, maar de beat vervaagt snel.

Verloren in de geluiden van de stilte, blijft het beeld, maar angst

voor zijn verlies eist zijn tol.

Hij huilt.

De kamer gevuld met het lied van het kind weerklinkt met het slaapliedje van vermoeide geesten.

Een schreeuw in de stilte, ongezien, ongehoord tot nog toe slaap

Overwint alles, een frame binnen een frame.

En lachimo wacht.

Hermes wacht

De gezochte wacht op het laatste stuk.

De definitieve uitlijning is zo nabij en toch

nog onvolledig in zijn complexiteit.

Niet de jeugdbeelden van romantische eenvoud

Maar een niet afgebeelde doos gehuld in mysterie en lachend

Om de strijd van Phineus. De vergeefse vingers minachtend

als ze worstelen met de illusie van dat wat wij zoeken.

Alle emoties worden gezocht door de harpijen

In hun eeuwige strijd om de reiziger

tot wanhoop te drijven en uiteindelijk op te geven wat

hem losmaakt van God,

Hoop

De reis’ nadert zijn einde en begin als Hermes wordt opgewacht

In het verre reizen laat onze sterfelijke natuur een essentie

van zijn geest achter om te waken over dat wat het

hart dierbaar is, A la recherche du temps perdu.

De toekomst wacht op de boodschap die de liefde

van het verleden en nu zal veranderen in de eeuwige liefde van Arcadië.

Toch toont het graf van Pousin’s herder nog steeds

Et in Arcadia ego

We wachten.

De boodschapper verschijnt niet.

De verwachting vervaagt als het besef van wat zou kunnen zijn daagt.

Oprijzend boven de horizon van het onderbewustzijn verlicht het

En verduistert, een paradox in de natuur.

Een andere ziel om te worden gepresenteerd voor amusement op Olympus.

Coda?

De neofiet arriveert.

Onzeker in zijn stap maar helder in zijn geloof reikt hij naar

de deur en gaat naar binnen: in tegenstelling tot Eliot’s ‘carbuncular’, onverwacht.

Is de tijd nu gunstig?

Hoop dat de lente eeuwig is terwijl de zoektocht zijn einde nadert.

De gecamoufleerde jaren hangen op zijn schouders als

Silken membranen om de eerste stappen van het kind te verstrikken

Als hij zijn eerste stappen in het onbekende zet.

De stem roept hem toe:

‘Grijp uw kans’.

En de woorden van Proust echoën nog eenmaal in zijn hoofd als hij zich

opmaakt voor de laatste taken; om te ploegen en te zaaien.

‘Medea waar is uw onzichtbare hand?

Geen antwoord.

Een eenvoudige maaltijd, de felle lichten flikkerden.

Herinnering en de zaden der liefde opnieuw gezaaid.

Het licht doofde voordat het zijn loop had, een

fout in het oordeel die de schepen op verschillende paden stuurde totdat

Het rad een volledige cirkel had gedraaid.

Onze vrienden vroegen waarom?

Ik vraag waarom?

Waarom antwoorden met een vraag.

De tijd is de genezer, maar kan de genezer de tijd herstellen?

Ze wacht af. Onverschillig. Luisterend.

Hij struikelt, bang, gevangen in een web dat hij zelf heeft gemaakt.

Leave a Reply