Diaspora (plantkunde)

Een diaspore van zaad plus elaiosoom is een veel voorkomende aanpassing aan de zaadverspreiding door mieren (myrmecochorie). Dit is het meest opmerkelijk in Australische en Zuid-Afrikaanse sclerofylplantengemeenschappen. Mieren dragen de diaspore naar hun nest, waar ze het elaiosoom opeten en het zaad weggooien, waarna het zaad kan ontkiemen.

Achenes van een paardenbloem (Taraxacum)

Een diaspore van zaad(fen) plus vrucht komt vaak voor bij planten die door frugivoren worden verspreid. Vruchtetende vleermuizen dragen de diaspore meestal naar een favoriete plek, waar ze de vrucht opeten en het zaad weggooien. Fruitetende vogels slikken meestal kleine zaden in, maar kunnen, net als vleermuizen, ook vruchten met grotere zaden naar hun nestplaats dragen, waar ze de vrucht opeten en het zaad weggooien. Diaspora zoals dopvruchten en samarae worden hoofdzakelijk door de wind verspreid; samarae worden ook verspreid door zeilen of tuimelen als ze in de wind vallen. Drijfvruchten en sommige andere worden door water verspreid.

Tumbleweeds worden door de wind verspreid, soms over zeer grote afstanden. Ze komen voor in een verscheidenheid van onkruid- en ruderale soorten die inheems zijn in steppen en woestijnen. Grassen hebben verschillende dispersie-eenheden: zelden de caryopsis alleen, vaak een diaspore. Verspreiding vindt plaats onder, tussen of boven de kafjes en op alle knopen. Bij sommige soorten is de diaspore een vossenstaart, bij enkele (de “tuimelgrassen”) is hij als een tuimelkruid.

Leave a Reply