Degeneratieve schorsbanddesmitis
Degeneratieve schorsbanddesmitis, gewoonlijk DSLD genoemd, ook bekend als equine systemische proteoglycaanophoping (ESPA), is een systemische aandoening van het bindweefsel van het paard en andere paardachtigen. Het is een aandoening die verwant is aan het syndroom van Ehlers-Danlos en bij meerdere paardenrassen wordt onderzocht. Oorspronkelijk werd gedacht dat het een aandoening van overbelasting en ouderdom was, maar de ziekte wordt nu erkend als erfelijk en wordt gezien bij paarden van alle leeftijden, inclusief veulens. Het laatste onderzoek (2010) heeft geleid tot het voorstel om de ziekte een nieuwe naam te geven, van DSLD naar ESPA, vanwege de systemische en erfelijke componenten die nu worden gevonden.
Het is aangetroffen bij veel paardenrassen, waaronder Arabieren, Volbloedpaarden, Amerikaanse Quarter Horses, Morgans, Peruviaanse Pasos, Paso Finos, Amerikaanse Saddlebreds, verschillende warmbloedrassen, Appaloosas, Friezen, Missouri Fox Trotters, Tennessee Walkers, Amerikaanse Paint Horses, National Show Horses, en Mustangs, evenals kruisingen en muilezels.
DSLD werd ooit beschouwd als een aandoening van de benen alleen, omdat een van de meest zichtbare tekenen is wanneer de voetlellen, vooral aan de achterbenen, in elkaar zakken in een “coon-footed” positie. Bij microscopisch onderzoek in de necropsie is echter gebleken dat paarden met DSLD niet alleen aangetast kunnen zijn in de pezen en ligamenten van alle benen en de knieschijf, maar ook weefsels kunnen hebben in het nuchal ligament, de ogen, de aorta, de huid en fascia, de longen en andere organen, alsmede ligamenten en pezen in het hele lichaam. Vanwege het systemische karakter, en omdat bindweefsel overal in een biologisch geheel aanwezig is, wordt het hele lichaam op meerdere manieren aangetast naarmate de ziekte voortschrijdt. Bij sommige paarden is ook een ijzeroverbelasting in de lever vastgesteld.
Ongaand onderzoek werkt aan de biochemische aspecten van de ziekte en heeft een probleem gevonden in de overdrachtsgroeifactor en decorine. Er wordt sterk aangenomen dat de ziekte genetisch wordt doorgegeven, en die aspecten worden bestudeerd in de zoektocht naar een DNA-marker.
Leave a Reply