De evolutie van muziek in vergelijkend perspectief

In dit artikel bespreek ik kort enkele vergelijkende gegevens die een empirische basis bieden voor onderzoek naar de evolutie van muziek maken bij de mens. Eerst leidt een korte vergelijking van muziek en taal tot een bespreking van de ontwerpkenmerken van muziek, wat een diep verband suggereert tussen de biologie van muziek en taal. Vervolgens bespreek ik op selectieve wijze gegevens over dierlijke “muziek”. Als we de geluidsproductie bij dieren onderzoeken, vinden we voorbeelden van herhaalde convergente evolutie of analogie (de evolutie van het vocaal leren van complexe liederen bij vogels, walvissen en zeehonden). Een fascinerende maar over het hoofd geziene potentiële homologie met instrumentale muziek wordt geboden door handpercussie bij Afrikaanse apen. Dergelijke vergelijkende gedragsgegevens, gecombineerd met neurowetenschappelijke en ontwikkelingsgegevens, vormen een belangrijk uitgangspunt voor elke hypothese over hoe of waarom de menselijke muziek is geëvolueerd. In verband met deze functionele en fylogenetische vragen bespreek ik enkele eerder voorgestelde functies van muziek, waaronder Pinker’s “cheesecake” hypothese; Darwin’s en anderen’s seksuele selectie model; Dunbar’s groep “grooming” hypothese; en Trehub’s caregiving model. Ik concludeer dat alleen de laatste hypothese sterke steun krijgt van de thans beschikbare gegevens. Ik eindig met een korte synopsis van Darwin’s model van een zangachtige muzikale “protolanguage”, waarbij ik concludeer dat Darwin’s model consistent is met veel van het beschikbare bewijsmateriaal betreffende de evolutie van zowel muziek als taal. Er is een rijke toekomst voor empirisch onderzoek naar de evolutie van muziek, zowel in onderzoek naar individuele verschillen tussen mensen, als in interspecifiek onderzoek naar muzikale vaardigheden bij andere dieren, in het bijzonder die van onze apenneven, waarover we weinig weten.

Leave a Reply