Codex van Parijs

Codex van Parijs, Latijnse Codex Peresianus, een van de weinige teksten van de Maya’s van vóór de verovering waarvan bekend is dat zij de boekverbrandingen door de Spaanse geestelijkheid in de 16e eeuw hebben overleefd (andere zijn de codices van Madrid, Dresden, en Grolier). De Latijnse naam is afgeleid van de naam Perez, die op de gescheurde wikkels van het manuscript stond toen het in 1859 werd ontdekt in een obscure hoek van de Bibliothèque Nationale in Parijs.

Detail uit de Codex van Parijs; in de Bibliothèque Nationale, Parijs.
Detail uit de Codex van Parijs; in de Bibliothèque Nationale, Parijs.

Courtesy, Northwestern University Digital Library

De Codex van Parijs is bijna geheel gewijd aan Maya-rituelen en -ceremonies, zoals de ceremonie die werd gehouden om het einde van een periode van 20 jaar te vieren. De codex is fragmentarisch en is samengesteld uit papier gemaakt van boomschors, in een lange strook en gevouwen als een scherm. De 11 afzonderlijke bladen tellen 22 bladzijden met kolommen met glyphs en afbeeldingen van de goden. De reeks jaartallen in de codex geeft een aanwijzing voor de productiedatum, die het midden houdt tussen de Klassieke en de Veroveringsperiode van de Mayageschiedenis.

Het volume wordt besproken in Bruce Love’s The Paris Codex: Handbook for a Maya Priest (1994).

Leave a Reply