Cochrane

We includeerden 36 trials die gegevens verstrekten voor 17.206 volwassenen: 9402 deelnemers kregen celecoxib 200 mg/dag, en 7804 werden toegewezen om ofwel tNSAIDs (N = 1869) of placebo (N = 5935) te krijgen. Celecoxib werd vergeleken met placebo (32 trials), naproxen (6 trials) en diclofenac (3 trials). De studies werden gepubliceerd tussen 1999 en 2014. De studies includeerden deelnemers met knie-, heup- of zowel knie- als heup-OA; de gemiddelde duur van OA was 7,9 jaar. De meeste studies includeerden overwegend blanke deelnemers met een gemiddelde leeftijd van 62 (± 10) jaar; de meeste deelnemers waren vrouwen. Er waren geen zorgen over het risico van bias voor prestatie- en detectiebias, maar selectiebias werd in de meeste trials slecht gerapporteerd. De meeste trials hadden een hoge attrition bias, en er waren aanwijzingen voor selectieve rapportage in een derde van de studies.

Celecoxib versus placebo

Vergeleken met placebo verminderde celecoxib licht de pijn op een 500-punts Western Ontario and McMaster Universities Arthritis Index (WOMAC) pijnschaal, goed voor 3% absolute verbetering (95% CI 2% tot 5% verbetering) of 12% relatieve verbetering (95% CI 7% tot 18% verbetering) (4 studies, 1622 deelnemers). Deze verbetering is mogelijk niet klinisch significant (bewijs van hoge kwaliteit).

Vergeleken met placebo verbeterde celecoxib de fysieke functie licht op een 1700-punts WOMAC-schaal, goed voor 4% absolute verbetering (95% CI 2% tot 6% verbetering), 12% relatieve verbetering (95% CI 5% tot 19% verbetering) (4 studies, 1622 deelnemers). Deze verbetering is mogelijk niet klinisch significant (bewijs van hoge kwaliteit).

Er was geen bewijs voor een belangrijk verschil voor terugtrekkingen vanwege ongewenste voorvallen (Peto OR 0,99, 95% CI 0,85 tot 1,15) (bewijs van matige kwaliteit vanwege studiebeperkingen).

Resultaten waren niet overtuigend voor het aantal deelnemers dat ernstige bijwerkingen (SAE’s) (Peto OR 0,95, 95% CI 0,66 tot 1,36), gastro-intestinale voorvallen (Peto OR 1,91, 95% CI 0,24 tot 14,90) en cardiovasculaire voorvallen (Peto OR 3,40, 95% CI 0,73 tot 15,88) ondervond (bewijs van zeer lage kwaliteit vanwege ernstige imprecisie en studiebeperkingen). Regelgevende instanties hebben echter gewaarschuwd voor verhoogde cardiovasculaire voorvallen voor celecoxib.

Celecoxib versus tNSAID’s

Er waren niet-sluitende resultaten wat betreft het effect op pijn tussen celecoxib en tNSAID’s op een 100-punts visueel analoge schaal (VAS), met 5% absolute verbetering (95% CI 11% verbetering tot 2% verslechtering), 11% relatieve verbetering (95% CI 26% verbetering tot 4% verslechtering) (2 studies, 1180 deelnemers, bewijs van matige kwaliteit vanwege publicatiebias).

Vergeleken met een tNSAID verbeterde celecoxib de fysieke functie op een 100-punts WOMAC-schaal licht, met 6% absolute verbetering (95% CI 6% tot 11% verbetering) en 16% relatieve verbetering (95% CI 2% tot 30% verbetering). Deze verbetering is mogelijk niet klinisch significant (bewijs van lage kwaliteit vanwege ontbrekende gegevens en weinig deelnemers) (1 studie, 264 deelnemers).

Gebaseerd op bewijs van lage of zeer lage kwaliteit (gedeclasseerd vanwege ontbrekende gegevens, hoog risico op vertekening, weinig voorvallen en brede betrouwbaarheidsintervallen) waren de resultaten niet overtuigend voor terugtrekkingen vanwege AEs (Peto OR 0,97, 95% CI 0.74 tot 1,27), aantal deelnemers met SAE’s (Peto OR 0,92, 95% CI 0,66 tot 1,28), gastro-intestinale voorvallen (Peto OR 0,61, 0,15 tot 2,43) en cardiovasculaire voorvallen (Peto OR 0,47, 95% CI 0,17 tot 1,25).

In vergelijkingen van celecoxib en placebo waren er geen verschillen in gepoolde analyses tussen onze hoofdanalyse met laag risico op bias en alle in aanmerking komende studies. In vergelijkingen van celecoxib en tNSAID’s liet slechts één uitkomst een verschil zien tussen studies met een laag risico op bias en alle in aanmerking komende studies: fysieke functie (6% absolute verbetering in studies met een laag risico op bias, geen verschil in alle in aanmerking komende studies).

Geen van de in de hoofdvergelijkingen geïncludeerde studies mat de kwaliteit van leven. Van de 36 studies meldden 34 financiering door geneesmiddelenfabrikanten en in 34 studies waren een of meer studieauteurs werknemers van de sponsor.

Leave a Reply