Charles-François Gounod
De Franse componist Charles-François Gounod (1818-93) schreef 12 opera’s, waarvan Faust (1859) nog steeds een van de populairste werken in het operarepertoire is. Ook Gounods Roméo et Juliette (1867) wordt nog regelmatig opgevoerd.
Gounod groeide op in Parijs en studeerde als kind piano bij zijn moeder. Hij ging naar het Parijse Conservatorium, waar hij werkte met Fromental Halévy (de componist van de opera La Juive) en Pierre Zimmermann. In 1839 won hij de Prix de Rome. Zijn vroege composities omvatten gewijde werken en liederen. Gounod schreef zijn eerste opera, Sapho, in 1851 op aandringen van zijn vriendin, de zangeres Pauline Viardot. Hoewel deze opera enige positieve kritieken kreeg, was het pas met zijn vierde opera, Faust (1859) dat Gounod zowel commerciële als kritische bijval kreeg. Van zijn latere opera’s was alleen Roméo et Juliette succesvol, hoewel Mireille (1864) nog steeds wordt opgevoerd, vooral in Frankrijk. Gounods latere carrière omvatte een verblijf in Engeland (1870-74), waar hij de huidige Royal Choral Society dirigeerde en verwikkeld raakte in een relatie met de amateursopraan Georgina Weldon. Zijn laatste jaren bracht hij door in Parijs, waar hij benoemd werd tot Grootofficier van het Légion d’honneur (1888).
Gounod had er aanvankelijk over gedacht om katholiek priester te worden, en schreef in zijn latere jaren een grote hoeveelheid gewijde muziek, waaronder de oratoria La Rédemption (1882) en Mors et vita (1884). Zijn bekendste religieuze werk is het motet Ave Maria (1859). Zijn andere composities omvatten liederen, pianomuziek, toneelmuziek en twee symfonieën.
Leave a Reply