Challenging the gay ghetto in South Africa: Time to move on?
De laatste jaren is er een toenemende belangstelling voor veranderingen binnen homogetto’s, dorpen, wijken en buurten in verschillende steden en regio’s, met name in het Westen. Dit omvat de bezorgdheid van sommige kiezers over het verval – of de ontgroening – van sommige homowijken, gekoppeld aan commentaar over de opkomst van nieuwere plaatsen, soms omarmd als gemengd, homovriendelijk, of post-homo. Op basis van de Zuid-Afrikaanse ervaring wordt de vraag gesteld hoe centraal deze debatten moeten staan in de gay-geografische wetenschap. Hoewel steeds meer erkend wordt dat de “oude gay ghetto debatten” in bepaalde opzichten parochiaal zijn (zowel ruimtelijk als theoretisch), blijft de dominantie van dergelijke bekommernissen alomtegenwoordig in de westerse theorievorming over homoruimte. In dit artikel wordt de aandacht gericht op westerse theorievorming over de relatie tussen homoseksualiteit, de verbanden met specifieke vormen van homoruimte zoals homogetto’s en -buurten, en de Zuid-Afrikaanse context. De stelling is dat homoruimtes (in de vorm van geconsolideerde ruimte, of dorpen) geen noodzakelijk gevolg zijn van geleefde homo-identiteiten. Er wordt betoogd dat in Zuid-Afrika verschillend geconstrueerde homo-identiteiten anders gerationaliseerd zijn en uiteindelijk niet stroken met de westerse theorie. Het onderzoek ondersteunt de groeiende wetenschap die suggereert dat de westerse theorievorming over het verband tussen homo-seksuele identiteit en ruimte niet universeel toepasbaar is.
Leave a Reply