Bradyaritmieën: klinische betekenis en management

Artsen zijn zich al lang bewust van de mogelijk ernstige manifestaties van extreme bradycardie. Echter, zelfs uitgesproken bradycardie kan vaak fysiologisch zijn, en in de aanwezigheid van een verminderde ventriculaire functie belangrijke compenserende hemodynamische effecten bieden. Aandoeningen van de sinoatriale knoop die bradycardie veroorzaken zijn onder andere falen van impulsvorming, sinoatriale geleidingsblokkade, verborgen sinus-perinodale reentry, sinus carotis overgevoeligheid en de constellatie van brady- en tachyaritmieën die het “sick sinus syndrome” vormen. Bradycardie kan ook het gevolg zijn van intratriale blokkade, atrioventriculaire nodale blokkade of infranodale blokkade. Bovendien kunnen paroxysmale supraventriculaire tachyaritmieën verhulling in de atrioventriculaire junctie veroorzaken en gelijktijdige onderdrukking van de ritmiek van de sinusknoop, resulterend in lange pauzes. Pseudobradycardieën die zich manifesteren als trage perifere pulsfrequenties kunnen het gevolg zijn van frequente, niet-geleidde vroege atriale premature slagen, van ventriculaire bigeminy of runs van ventriculaire extrasystolen of van mechanische alternans. Cardiale pacemakers spelen een belangrijke rol bij de behandeling van patiënten met ernstige symptomen die te wijten zijn aan bradyaritmieën. Overmatig gebruik van pacemakers en de ongepaste selectie van fysiologisch ongunstige pacemakersystemen moet echter worden vermeden. Vaak moeten patiënten die slechts licht symptomatisch bradycardie vertonen geen pacemaker krijgen omdat de prognose gunstig is. Patiënten met het tachy-bradycardiesyndroom hebben vaak zowel farmacologische als pacemakertherapie nodig. Bij geselecteerde patiënten kan elektrofysiologisch onderzoek nuttig zijn, maar de meerderheid van de patiënten wordt het best behandeld door zorgvuldige aandacht voor de voorgeschiedenis, het elektrocardiogram en ambulante elektrocardiografische opnamen.

Leave a Reply