Belatacept in niertransplantatie en zijn beperkingen

Sinds de goedkeuring van belatacept in 2011 voor gebruik in de setting van de novo niertransplantatie, is aangetoond dat deze CD80/86 – CD28 co-stimulatieblokker een waardevolle behandelingsoptie is voor onderhoudsimmunosuppressie. Bestreken gebieden: In deze setting wordt belatacept in verband gebracht met een betere glomerulaire filtratiesnelheid dan behandelingen op basis van calcineurineremmers, omdat het geen nefrotoxiciteit veroorzaakt. Bovendien vermijdt belatacept de cardiovasculaire bijwerkingen (bv. hypertensie en dyslipidemie) die veroorzaakt worden door een CNI-gebaseerde behandeling. Niettemin hebben met belatacept behandelde ontvangers een hoger percentage acute afstotingen en een hoger risico op lymfoproliferatieve aandoeningen. De mening van deskundigen: De gegevens wijzen op een voordeel van vroege conversie versus late conversie van belatacept in een conversiesetting na CNI-gerelateerde toxiciteit. In gerandomiseerde studies wordt belatacept momenteel vergeleken met tacrolimus, in plaats van cyclosporine, zoals is gedaan in de Belatacept Evaluation of Nephroprotection and Efficacy as a First-line Immunosuppression Trial (BENEFIT). De voordelen en beperkingen van belatacept lijken dezelfde te zijn wanneer tacrolimus wordt gebruikt in plaats van cyclosporine. Tenslotte brengen wij in dit overzicht ook verslag uit over de tot dusver beschikbare immunologische gegevens die de beperkingen van belatacept en het hogere percentage acute afstoting verklaren. Het doel is de optimale immunosuppressieve strategie te vinden om de werkzaamheid en veiligheid na de transplantatie te verbeteren.

Leave a Reply