ads

Abstract

De Cocos-plaat subduceert onder de Noord-Amerikaanse plaat met een complexe geometrie, en eerdere seismiciteitsstudies onthulden iets van deze complexiteit. Details van de geometrie en de diepte waarop de plaat doordringt, waren echter grotendeels onbekend. Sinds 2004 hebben tijdelijke experimenten en de uitbreiding van het permanente netwerk van de Servicio Sismológico Nacional (SSN, de Mexicaanse Nationale Seismologische Dienst) de resolutie van de geometrie van de plaat verbeterd en de afdaling van de plaat in de bovenmantel in kaart helpen brengen. Van noordwest naar zuidoost blijkt de Cocos-plaat in noordelijke en zuidelijke segmenten uiteen te vallen. Het noordelijke segment subduceert onder een hoek van ~30º en het zuidelijke onder een hoek van ~10-15º. De overgang is vloeiend nabij de geul en gaat over in een scheur op diepte; dit valt samen met de projectie van de Orozco breukzone op diepte. Ook markeert deze overgang de grens van de aanwezigheid ten zuiden van een ultra langzame snelheidslaag (USL) bovenop de plaat.Ten zuiden van deze overgang subducteert de Cocos-plaat horizontaal, onder de Noord-Amerikaanse plaat over een afstand van ~140 tot ~300 km vanaf de geul. Langs dit horizontale gebied zijn silent slow events (SSE) en tektonische tremor (TT) waargenomen. Op een afstand van 300 km van de geul (onder centraal Mexico) duikt de plaat in de mantel onder een hoek van 76º tot een diepte van 500 km. Deze geometrie verandert abrupt naar het zuiden en markeert de oostelijke grens van de USL. Deze verandering lijkt ook te worden gekenmerkt door een scheur in de plaat. Ten slotte subducteert de Cocos-plaat naar het zuiden toe met een constante hoek van 26º. Deze presentatie is een samenvatting van het werk van vele medewerkers, waaronder A. Arciniega-Ceballos, M. Brudzinski, E. Cabral-Cano, T. Chen, R. Clayton,F. Cordoba-Montiel,P. Davis,S. Dougherty, F. Green, M. Gurnis, D. V. Helmberger, A. Husker, A. Iglesias, Y. Kim, V. Manea, D. Melgar, M. Rodríguez-Domínguez,S. K. Singh, T.-R. A. Song, C. M. Valdés-González, D. Valencia-Cabrera