A Guide to the United States’ History of Recognition, Diplomatic, and Consular Relations, by Country, since 1776: Armenië

U.S. Recognition of the Armenian Republic, 1920.

De Verenigde Staten erkenden de onafhankelijkheid van de Armeense Republiek op 23 april 1920, toen minister van Buitenlandse Zaken Bainbridge Colby een nota overhandigde aan de vertegenwoordiger van de Armeense Republiek (Pasdermadjian) in Washington, waarin hij werd ingelicht over het besluit van president Woodrow Wilson. In de nota stond dat deze erkenning “op geen enkele wijze vooruitloopt op de territoriale grenzen, die…zaken zijn voor latere afbakening”.

Het grondgebied waaruit de onafhankelijke Armeense Republiek zou moeten bestaan, had vroeger onder de soevereiniteit van het Ottomaanse en Russische Rijk gestaan. Op verzoek van de Opperste Raad van de Geallieerde Mogendheden van de Vredesconferentie van Parijs bemiddelde President Wilson over de grens tussen Armenië en Turkije en legde zijn beslissingen voor aan de Opperste Raad op 22 november 1920. Vóór de beslissingen van Wilson was het grondgebied waaruit de Armeense Republiek zou moeten bestaan, echter aangevallen door Turkse en bolsjewistische troepen. Eind 1920 had de Armeense Republiek opgehouden te bestaan als onafhankelijke staat, en was haar grondgebied ofwel in beslag genomen door Turkije ofwel opgericht als de Armeense Sovjetrepubliek, die zich vervolgens bij de Sovjet-Unie aansloot.